Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Exercice 1: Gespreksoefening
Instruction:
- Hoe ben je naar je werk gekomen? (Hoe ben je naar je werk gekomen?)
- Heeft jouw stad veel fietspaden? (Heeft jouw stad veel fietspaden?)
- Gebruikte u vaak het openbaar vervoer? (Heb je vaak het openbaar vervoer gebruikt?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
J'utilise le vélo pour aller au travail, mais pour faire les courses, j'utilise une voiture. Ik gebruik de fiets om naar mijn werk te gaan, maar om boodschappen te doen gebruik ik een auto. |
Je vais partout en voiture parce que les transports en commun prennent trop de temps. Ik ga overal met de auto naartoe omdat het openbaar vervoer te lang duurt. |
Je prends le vélo parce qu'il y a beaucoup de pistes cyclables dans ma ville. Ik neem de fiets omdat er veel fietspaden in mijn stad zijn. |
Je prends toujours le métro. C'est le moyen le plus rapide pour moi. Ik neem altijd de metro. Het is de snelste manier voor mij. |
Je pense que les voitures électriques sont très bonnes car elles sont durables. Ik vind elektrische auto's erg goed omdat ze duurzaam zijn. |
Je n'ai pas de voiture électrique car elles sont très chères. Ik heb geen elektrische auto omdat ze erg duur zijn. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Avant, je _____ souvent à la maison parce que je n’avais pas de voiture électrique.
(Vroeger _____ ik vaak thuis omdat ik geen elektrische auto had.)2. Nous _____ sur la piste cyclable pour éviter la pollution en ville.
(Wij _____ op het fietspad om de vervuiling in de stad te vermijden.)3. Tu _____ souvent chez toi pour utiliser les transports en commun plus écologiques.
(Jij _____ vaak thuis om milieuvriendelijker gebruik te maken van het openbaar vervoer.)4. Elles _____ engagées dans la sensibilisation à l’environnement grâce au covoiturage.
(Zij _____ betrokken bij milieubewustwording dankzij carpoolen.)Oefening 4: Kiezen voor duurzaam vervoer
Instructie:
Werkwoordschema's
Rester - Blijven
Imparfait
- je restais
- tu restais
- il/elle/on restait
- nous restions
- vous restiez
- ils/elles restaient
Rester - Blijven
Présent
- je reste
- tu restes
- il/elle/on reste
- nous restons
- vous restez
- ils/elles restent
Venir - Komen
Imparfait
- je venais
- tu venais
- il/elle/on venait
- nous venions
- vous veniez
- ils/elles venaient
Voyager en train - Reizen met de trein
Imparfait
- je voyageais
- tu voyageais
- il/elle/on voyageait
- nous voyagions
- vous voyagiez
- ils/elles voyageaient
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Rester blijven Delen Gekopieerd!
imparfait
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') restais | ik bleef |
(tu) restais | jij bleef |
(il/elle/on) restait | hij/zij/men bleef |
(nous) restions | wij bleven |
(vous) restiez | u bleef |
(ils/elles) restaient | zij bleven |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.