A2.20: Familie-uitje naar de dierentuin

Voyage en famille au zoo

Woordenschat (17)

 Le zoo : de dierentuin (French)

Le zoo

Show

De dierentuin Show

 Un éléphant: Een olifant (French)

Un éléphant

Show

Een olifant Show

 Le lion: de leeuw (French)

Le lion

Show

De leeuw Show

 Le tigre: De tijger (French)

Le tigre

Show

De tijger Show

 Le singe: de aap (French)

Le singe

Show

De aap Show

 La cage: de kooi (French)

La cage

Show

De kooi Show

 La girafe: De giraffe (French)

La girafe

Show

De giraffe Show

 Sauvage: wild (French)

Sauvage

Show

Wild Show

 Nourrir (voeden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nourrir

Show

Voeden Show

 La faune et la flore: De fauna en de flora (French)

La faune et la flore

Show

De fauna en de flora Show

 Un aquarium: Een aquarium (French)

Un aquarium

Show

Een aquarium Show

 Le désert: de woestijn (French)

Le désert

Show

De woestijn Show

 La savane: de savanne (French)

La savane

Show

De savanne Show

 La vallée: De vallei (French)

La vallée

Show

De vallei Show

 La grotte: De grot (French)

La grotte

Show

De grot Show

 Le pont: de brug (French)

Le pont

Show

De brug Show

 Se promener (wandelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se promener

Show

Wandelen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Demain, nous _____ les girafes au zoo.

(Morgen zullen we de giraffen in de dierentuin _____ .)

2. Après la visite, nous nous _____ dans la savane.

(Na het bezoek zullen we door de savanne _____ .)

3. Le tigre ne se _____ pas dans la vallée demain.

(De tijger zal morgen niet door de vallei _____ .)

4. Ce week-end, tu _____ les singes avant de partir.

(Dit weekend zul je de apen _____ voor je vertrekt.)

Oefening 3: Gezinsuitstap naar de dierentuin

Instructie:

Demain, nous (Se promener - FUTUR_SIMPLE) dans la grande savane du zoo pour observer les girafes. Mon fils, qui adore les lions, (Nourrir - FUTUR_SIMPLE) un lion sous la surveillance d’un vétérinaire. Pendant ce temps, ma femme et moi (Se promener - FUTUR_SIMPLE) vers la vallée où les tigres vivent dans une grande cage. Ensuite, nous (Nourrir - FUTUR_SIMPLE) les singes dans l’aquarium extérieur. Enfin, toute la famille (Se promener - FUTUR_SIMPLE) près du pont qui traverse la grotte, un endroit idéal pour admirer la faune et la flore sauvages de la région.


Morgen zullen we wandelen in de grote savanne van de dierentuin om de giraffen te bekijken. Mijn zoon, die dol is op leeuwen, zal een leeuw voeren onder toezicht van een dierenarts. Ondertussen zullen mijn vrouw en ik wandelen naar de vallei waar de tijgers in een groot verblijf leven. Daarna zullen we de apen voeren in het buitenaquarium. Ten slotte zal de hele familie wandelen bij de brug die door de grot gaat, een ideale plek om de wilde fauna en flora van de regio te bewonderen.

Werkwoordschema's

Nourrir - Voeren

FUTUR_SIMPLE

  • je nourrirai
  • tu nourriras
  • il/elle/on nourrira
  • nous nourrirons
  • vous nourrirez
  • ils/elles nourriront

Se promener - Wandelen

FUTUR_SIMPLE

  • je me promènerai
  • tu te promèneras
  • il/elle/on se promènera
  • nous nous promènerons
  • vous vous promènerez
  • ils/elles se promèneront

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Nourrir voeden

futur_simple

Frans Nederlands
(je/j') nourrirai ik zal voeden
(tu) nourriras jij zult voeden
(il/elle/on) nourrira hij/zij/men zal voeden
(nous) nourrirons wij zullen voeden
(vous) nourrirez jullie zullen voeden
(ils/elles) nourriront zij zullen voeden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Se promener wandelen

futur_simple

Frans Nederlands
(je/j') me promènerai ik zal wandelen
(tu) te promèneras jij zult wandelen
(il/elle/on) se promènera hij/zij/men zal wandelen
nous promènerons wij zullen wandelen
vous promènerez u zult wandelen
(ils/elles) se promèneront zij zullen wandelen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏