Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Exercice 1: Gespreksoefening
Instruction:
- Wat wilde je worden toen je een kind was? (Wat wilde je worden toen je een kind was?)
- Welke plannen heb je voor de toekomst? Zou je binnenkort van baan willen veranderen? (Welke plannen heb je voor de toekomst? Wil je binnenkort van baan veranderen?)
- Hoe ga je ze bereiken? (Hoe ga je ze bereiken?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Quand j'étais petit, je voulais devenir pompier. Toen ik klein was, wilde ik brandweerman worden. |
Quand j'étais enfant, je rêvais de devenir médecin. Als kind droomde ik ervan om dokter te worden. |
Je veux avoir plus de responsabilités dans mon travail à l'avenir. Ik wil in de toekomst meer verantwoordelijkheid in mijn werk hebben. |
Je veux devenir le patron de mon entreprise dans quelques années. Ik wil over een paar jaar de baas van mijn bedrijf zijn. |
Je souhaiterais changer de métier bientôt car je ne suis pas satisfait de mon emploi actuel. Ik wil binnenkort van beroep veranderen omdat ik niet tevreden ben met mijn huidige baan. |
Je retournerai à l'université pour devenir enseignant. Ik ga weer naar de universiteit om leraar te worden. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Quand j'étais jeune, je ________ toujours mes voyages futurs avec soin.
(Toen ik jong was, ________ ik altijd mijn toekomstige reizen zorgvuldig.)2. Si j'avais plus de temps, je ________ une aventure inoubliable cette année.
(Als ik meer tijd had, zou ik dit jaar een onvergetelijk avontuur ________.)3. Nous ________ un saut en parachute pour le week-end prochain.
(Wij ________ een parachutesprong voor volgend weekend.)4. Si tu ________ mieux tes journées, tu serais plus productif.
(Als je je dagen beter zou ________, zou je productiever zijn.)Oefening 4: Lijst van dingen om te doen
Instructie:
Werkwoordschema's
Planifier - Plannen
imparfait
- je planifiais
- tu planifiais
- il/elle/on planifiait
- nous planifiions
- vous planifiiez
- ils/elles planifiaient
Avoir - Hebben
imparfait
- j'avais
- tu avais
- il/elle/on avait
- nous avions
- vous aviez
- ils/elles avaient
Croire - Geloven
imparfait
- je croyais
- tu croyais
- il/elle/on croyait
- nous croyions
- vous croyiez
- ils/elles croyaient
Préparer - Bereiden
imparfait
- je préparais
- tu préparais
- il/elle/on préparait
- nous préparions
- vous prépariez
- ils/elles préparaient
Réaliser - Realiseren
imparfait
- je réalisais
- tu réalisais
- il/elle/on réalisait
- nous réalisions
- vous réalisiez
- ils/elles réalisaient
Apporter - Brengen
imparfait
- j'apportais
- tu apportais
- il/elle/on apportait
- nous apportions
- vous apportiez
- ils/elles apportaient
Planifier - Plannen
présent
- je planifie
- tu planifies
- il/elle/on planifie
- nous planifions
- vous planifiez
- ils/elles planifient
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Planifier plannen Delen Gekopieerd!
imparfait
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') planifiais | ik plande |
(tu) planifiais | jij plande |
(il/elle/on) planifiait | hij/zij/men plande |
(nous) planifiions | we planden |
(vous) planifiiez | jullie planden |
(ils/elles) planifiaient | zij planden |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.