B1.3: Wat is er op televisie?

Qu'est-ce qu'il y a à la télévision ?

Leer hoe je praat over televisieprogramma's in het Frans met kernwoorden zoals "le film" (de film), "la série" (de serie) en "le journal télévisé" (het journaal) om je dagelijkse gesprekken te verrijken.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Binnenkort beschikbaar...

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Wat leer je in deze les: 'What's on the television?'

In deze les richt je je op het begrijpen en gebruiken van Frans gerelateerd aan televisieprogramma's en media. Je ontwikkelt vaardigheden om te praten over wat er op televisie is, waaronder het benoemen van verschillende soorten programma's, uitdrukken van voorkeuren, en vragen stellen over uitzendingen. Dit is geschikt voor B1-niveau, waarbij je al een basisbegrip hebt en nu zinnen en woordenschat verder uitbreidt.

Belangrijke onderwerpen en woordenschat

  • Televisieprogramma's benoemen: Le journal (het nieuws), la série (de serie), le documentaire (de documentaire), le film (de film), la comédie (de komedie).
  • Veelvoorkomende uitdrukkingen: Qu'est-ce qu'il y a à la télé ce soir? (Wat is er vanavond op televisie?), J'aime regarder..., Je préfère les émissions de... (Ik kijk graag..., Ik geef de voorkeur aan programma's over...).
  • Vragen stellen en antwoorden: Est-ce que tu regardes souvent la télé? (Kijk je vaak televisie?), Quel est ton programme préféré? (Wat is jouw favoriete programma?).

Taalstructuren en grammatica

In deze les werk je aan het gebruik van de tegenwoordige tijd om over gewoonten te spreken, het stellen van vragen met 'qu'est-ce que' en 'est-ce que', en het gebruik van bezittelijke voornaamwoorden om voorkeuren aan te geven, bijvoorbeeld mon émission préférée (mijn favoriete programma).

Verschillen tussen het Nederlands en het Frans in deze context

Frans gebruikt vaak vaste uitdrukkingen voor het vragen wat er op televisie is, zoals Qu'est-ce qu'il y a à la télé?, terwijl het Nederlands meer variaties kent zoals "Wat is er op televisie?" of "Wat komt er op TV?". Daarnaast is het Frans formeler in sommige vraagvormen zoals Est-ce que tu regardes...?, waar het Nederlands vaak directer kan zijn zonder een equivalent van "est-ce que".

Een handig woord om te onthouden is émission (uitzending, programma), dit wordt in het Nederlands vaak vertaald als "programma" of "uitzending", maar wordt in gesprekken over televisie veel gebruikt in het Frans.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏