B1.1: Praten aan de telefoon

Am Telefon sprechen

In deze les leer je praktische Duitse telefoongesprekken voeren, met kernwoorden zoals "anrufen" (bellen), "bitte warten" (even wachten) en "eine Nachricht hinterlassen" (een bericht achterlaten) om vloeiend en beleefd te communiceren.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Binnenkort beschikbaar...

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Introductie tot telefoneren in het Duits

In deze les leer je hoe je effectief kunt telefoneren in het Duits op B1-niveau. Telefoneren is een essentieel onderdeel van dagelijkse communicatie, vooral in professionele en persoonlijke situaties. Je leert typische woorden, uitdrukkingen en zinsconstructies die je nodig hebt om gesprekken soepel te laten verlopen.

Belangrijke thema's van deze les

  • Begroeten en jezelf voorstellen: Hoe start je een telefoongesprek? Bijvoorbeeld: "Guten Tag, hier spricht Anna Müller."
  • Een gesprek inleiden: Vragen of de ander beschikbaar is, zoals: "Ist Herr Schmidt zu sprechen?"
  • Informatie uitwisselen: Belangrijke zinnen om informatie te vragen of door te geven, bijvoorbeeld: "Könnten Sie mir bitte Ihre Telefonnummer geben?"
  • Afsluiten van het gesprek: Op een beleefde manier afsluiten, zoals: "Vielen Dank für Ihren Anruf. Auf Wiederhören!"

Handige woorden en uitdrukkingen

  • das Telefonat – het telefoongesprek
  • anrufen – bellen
  • besetzt sein – bezet zijn
  • die Nachricht hinterlassen – een bericht achterlaten
  • die Verbindung – de verbinding

Verschillen tussen Nederlands en Duits bij telefoneren

In tegenstelling tot het Nederlands, worden in het Duits vaak formelere aanspreekvormen gebruikt tijdens het telefoneren, vooral in zakelijke contexten. Bijvoorbeeld, waar je in het Nederlands direct de naam van de persoon kunt vragen, wordt in het Duits meestal eerst gevraagd of die persoon telefonisch beschikbaar is met "Ist Herr/Frau ... zu sprechen?".

Daarnaast is het gebruik van beleefdheidsvormen zoals "Sie" en woorden als "bitte" (alsjeblieft) en "danke" (dankjewel) zeer belangrijk om het gesprek vriendelijk en professioneel te houden.

Praktische vergelijkingen met Nederlands

  • Duits: "Könnte ich bitte mit Herrn Schmidt sprechen?"
    Nederlands: "Mag ik met meneer Schmidt spreken?"
  • Duits: "Ich hinterlasse eine Nachricht."
    Nederlands: "Ik laat een bericht achter."
  • Duits: "Auf Wiederhören!"
    Nederlands: "Tot horens!"

Deze les helpt je stap voor stap om je zelfverzekerd en vloeiend uit te drukken tijdens telefoongesprekken in het Duits.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏