B1.3: Wat is er op televisie?

Was läuft im Fernsehen?

Ontdek in deze les Duitse woorden en uitdrukkingen rondom televisieprogramma's, zoals 'die Sendung' (de uitzending) en 'der Fernseher' (de televisie), en leer hoe je vragen stelt over TV-inhoud. Perfect voor B1-niveau om je spreekvaardigheid te verbeteren.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Binnenkort beschikbaar...

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Wat leer je in deze les "What's on the television?"

In deze B1-les staat het bespreken van televisieprogramma's centraal. Je leert hoe je in het Duits kunt praten over wat er op televisie is, programma's kunt benoemen en meningen kunt uitdrukken. Dit is erg nuttig voor dagelijkse gesprekken en om je luistervaardigheid te vergroten.

Belangrijke woordenschat en uitdrukkingen

  • das Fernsehprogramm – het televisieprogramma
  • die Sendung – de uitzending
  • die Serie – de serie
  • die Nachricht(en) – het nieuws
  • der Film – de film
  • senden – uitzenden
  • Was läuft heute Abend im Fernsehen? (Wat is er vanavond op tv?)
  • Ich finde die Sendung interessant. (Ik vind de uitzending interessant.)

Grammaticale aandachtspunten

De les besteedt aandacht aan de werkwoordstijden die je gebruikt om over tv-programma's te spreken, zoals de Präsens (tegenwoordige tijd) om huidige programma's te benoemen en de Perfekt om reacties of meningen uit het verleden te beschrijven. Ook wordt de plaats van het werkwoord in bijzinnen behandeld, wat bij het maken van complexe zinnen over programma's belangrijk is.

Verschillen tussen het Nederlands en Duits die handig zijn om te weten

Hoewel je beiden West-Germaanse talen zijn, kent het Duits specifieke woordvolgorde in bijzinnen waarbij het werkwoord vaak aan het einde komt. Bijvoorbeeld:

Ich weiß, dass das Programm interessant ist. (Ik weet dat het programma interessant is.)

Ook bestaan er verschillende woorden voor "uitzending" of "programma" waar je in het Duits goed onderscheid tussen moet maken, zoals "die Sendung" (uitzending) en "das Programm" (programma als geheel).

Voor het uitdrukken van voorkeuren gebruik je in het Duits vaak de constructie "Ich mag..." of "Ich interessiere mich für..." Dit vertaal je soms niet letterlijk vanuit het Nederlands maar is essentieel voor natuurlijk taalgebruik.

Handige zinnen voor op de televisie

  • Was läuft heute Abend? – Wat is er vanavond (op tv)?
  • Ich sehe gern Dokufilme. – Ik kijk graag documentaires.
  • Das Wetter wird heute in der Tagesschau gezeigt. – Het weer wordt vandaag in het journaal getoond.
  • Welche Serie kannst du empfehlen? – Welke serie kun je aanbevelen?

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏