Leer zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden in het Nederlands, inclusief de vormen voor de-woorden en het-woorden. Begrijp hoe deze voornaamwoorden woorden kunnen vervangen, hun overeenstemming met geslacht en lidwoord, en het gebruik na voorzetsels en bij opsommingen.
- Het aanwijzend voornaamwoord kan een zelfstandig naamwoord vervangen als duidelijk is wat je bedoelt. Bijvoorbeeld: Vind je deze olifant mooi of vind je die mooier?
- Het aanwijzend voornaamwoord komt overeen met het geslacht en het lidwoord van het woord.
de-woord | het-woord | |
---|---|---|
Dichtbij (Dichtbij) | deze | dit |
Veraf (Veraf) | die | dat |
Uitzonderingen!
- Je kunt aanwijzende voornaamwoorden ook gebruiken na een voorzetsel. Bijvoorbeeld: In dit hok zitten leeuwen en in deze de tijgers.
- Je kunt aanwijzende voornaamwoorden ook gebruiken bij een opsomming. Bijvoorbeeld: Geef me een paar van deze en wat van die.
Oefening 1: Zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Dat, die, dat, Die, deze
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies telkens de correcte zin met onbepaalde of aanwijzende voornaamwoorden. Let goed op het juiste gebruik volgens de regels.