Leer hoe je in het Nederlands eten bestelt bij afhaalrestaurants met praktische dialogen en oefeningen. Deze les richt zich op veelgebruikte werkwoorden in de verleden tijd en meervoudsvormen, met realistische gesprekken bij de Chinees, pizzeria en maaltijdwinkel. Verbeter je spreekvaardigheid met nuttige zinnen en woordenschat over afhaaleten.

Woordenschat (10)

 Proberen (proberen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Proberen

Show

Proberen Show

 De portie: De portie (Nederlands)

De portie

Show

De portie Show

 De pasta: De pasta (Nederlands)

De pasta

Show

De pasta Show

 De snack: De snack (Nederlands)

De snack

Show

De snack Show

 De fastfood: De fastfood (Nederlands)

De fastfood

Show

De fastfood Show

 Vol zitten: Vol zitten (Nederlands)

Vol zitten

Show

Vol zitten Show

 Genoeg: Genoeg (Nederlands)

Genoeg

Show

Genoeg Show

 De frietjes: De frietjes (Nederlands)

De frietjes

Show

De frietjes Show

 Het Chinees eten: Het Chinees eten (Nederlands)

Het Chinees eten

Show

Het chinees eten Show

 Ongezond: Ongezond (Nederlands)

Ongezond

Show

Ongezond Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Vol zitten


Vol zitten

2

Ongezond


Ongezond

3

Het Chinees eten


Het Chinees eten

4

De portie


De portie

5

De snack


De snack

Oefening 2: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Je wilt een afhaalmaaltijd bestellen. Wat zeg je? (Je wilt eten bestellen. Wat zeg je?)
  2. Kook je zelf of bestel je vaak eten om mee te nemen? Waarom? (Kook je zelf of bestel je vaak afhaalmaaltijden? Waarom?)
  3. Houd je van fastfood? En wat vind je van kant-en-klaarmaaltijden? (Hou je van fastfood? En hoe zit het met kant-en-klaarmaaltijden?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Hallo! Ik zou graag wat kroketten willen bestellen, evenals wat pasta met tomatensaus, alstublieft.

Goedenavond! Mag ik alstublieft een Pad Thai, loempia's en gebakken rijst?

Ik houd niet van koken. Daarom bestel ik vaak afhaalmaaltijden.

Het is duur om altijd eten te bestellen. Dus doe ik het alleen soms.

Ik kook liever zelf. Het is gezonder en goedkoper.

Ik houd niet van fastfood zoals hamburgers en friet, maar ik houd wel van Chinees eten.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ik ______ gisteren Chinees eten omdat ik geen tijd had om te koken.


2. Voordat ik naar mijn werk ging, ______ ik eerst een gezonde snack eten.


3. Na het bestellen ______ ik de frietjes die ik had gekozen.


4. Wanneer ik bestel, ______ ik altijd genoeg eieren toe te voegen aan mijn maaltijd.


Oefening 5: Afhaalmaaltijden bestellen en eten

Instructie:

Gisteren (Bestellen - Onvoltooid verleden tijd) ik een lekkere portie Chinees eten bij een nieuw restaurant in de stad. Mijn broers (Willen - Onvoltooid verleden tijd) ook iets bestellen, dus wij (Bestellen - Onvoltooid verleden tijd) samen drie verschillende gerechten. Terwijl wij thuis gezellig praatten, (Eten - Onvoltooid verleden tijd) de kinderen hun frietjes en snacks. Toen wij genoeg hadden gegeten, (Willen - Onvoltooid verleden tijd) mijn ouders nog een toetje. Het was een fijne avond, want we (Bestellen - Onvoltooid verleden tijd) eenvoudig online en alles (Komen - Onvoltooid verleden tijd) op tijd aan.


Gisteren bestelde ik een lekkere portie Chinees eten bij een nieuw restaurant in de stad. Mijn broers wilden ook iets bestellen, dus wij bestelden samen drie verschillende gerechten. Terwijl wij thuis gezellig praatten, aten de kinderen hun frietjes en snacks. Toen wij genoeg hadden gegeten, wilden mijn ouders nog een toetje. Het was een fijne avond, want we bestelden eenvoudig online en alles kwam op tijd aan.

Werkwoordschema's

Bestellen - Bestellen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bestelde
  • jij bestelde
  • hij/zij/het bestelde
  • wij bestelden
  • jullie bestelden
  • zij bestelden

Willen - Willen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik wilde
  • jij wilde
  • hij/zij/het wilde
  • wij wilden
  • jullie wilden
  • zij wilden

Eten - Eten

Onvoltooid verleden tijd

  • ik at
  • jij at
  • hij/zij/het at
  • wij aten
  • jullie aten
  • zij aten

Komen - Komen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik kwam
  • jij kwam
  • hij/zij/het kwam
  • wij kwamen
  • jullie kwamen
  • zij kwamen

Oefening 6: Uitzonderingen bij het meervoud

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Uitzonderingen bij het meervoud

Toon vertaling Toon antwoorden

ooms, eieren, leden, steden, schepen, broers, bladeren, kinderen

1. De broer:
Mijn 2 ... eten erg graag Belgische frietjes.
(Mijn 2 broers eten erg graag Belgische frietjes.)
2. Het kind:
De ... willen vandaag Chinees eten proberen.
(De kinderen willen vandaag Chinees eten proberen.)
3. De oom:
Mijn ... bestellen vaak fastfood.
(Mijn ooms bestellen vaak fastfood.)
4. Het schip:
We zagen veel ... in de haven van de stad.
(We zagen veel schepen in de haven van de stad.)
5. De stad:
We probeerden iets nieuws en trokken naar verschillenden ....
(We probeerden iets nieuws en trokken naar verschillenden steden.)
6. Het blad:
Er lagen oude ... op de grond van het bos.
(Er lagen oude bladeren op de grond van het bos.)
7. Het ei:
In zijn pasta zaten 2 ....
(In zijn pasta zaten 2 eieren.)
8. Het lid:
Ik heb de ... van de club gisteren nog gezien.
(Ik heb de leden van de club gisteren nog gezien.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.24.1 Grammatica

Uitzonderingen bij het meervoud

Uitzonderingen bij het meervoud


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Bestellen bestellen

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) bestelde (ik) bestelde
(jij) bestelde / bestelde (jij) bestelde / bestelde
(hij/zij/het) bestelde (hij/zij/het) bestelde
(wij) bestelden (wij) bestelden
(jullie) bestelden (jullie) bestelden
(zij) bestelden (zij) bestelden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Eten eten

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) at (ik) at
(jij) at/ate (jij) at/ate
(hij/zij/het) at (hij/zij/het) at
(wij) aten (wij) aten
(jullie) aten (jullie) aten
(zij) aten (zij) aten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Willen willen

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) wilde/wou (ik) wilde/wou
(jij) wilde/wou (jij) wilde/wou
(hij/zij/het) wilde/wou (hij/zij/het) wilde/wou
(wij) wilden (wij) wilden
(jullie) wilden (jullie) wilden
(zij) wilden (zij) wilden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Introductie tot het onderwerp "Afhaaleten"

In deze les leer je hoe je in het Nederlands een bestelling kunt plaatsen bij verschillende afhaalrestaurants, zoals de Chinees, pizzazaak en maaltijdwinkel. Je oefent met alledaagse situaties waarin je eten bestelt, vragen stelt over het menu en samen met de medewerker bestelt. Dit alles helpt je om vlot en natuurlijk te communiceren in praktische situaties.

Wat je leert

  • Meervoudsvormen en uitzonderingen: Je ontdekt hoe meervoudsvormen in het Nederlands worden gebruikt bij gerechten als "bami" en "loempia's".
  • Dialogen & bestellingssituaties: Realistische gesprekken oefenen bij een Chinees afhaalrestaurant, pizzeria of maaltijdwinkel helpen je de juiste woorden en zinnen te beheersen.
  • Werkwoorden in verleden tijd: De focus ligt op de onvoltooid verleden tijd van veelgebruikte werkwoorden zoals bestellen, willen, eten en komen, belangrijk om te vertellen over wat je hebt gedaan.

Praktische taalpunten

Je krijgt bijvoorbeeld de zinnen "Ik bestelde gisteren Chinees eten" en "Wilt u er ook kroepoek bij?" te zien. Belangrijk zijn ook veelvoorkomende uitdrukkingen zoals "Ja, graag" en "Hoe laat kan ik het ophalen?" die het bestellen soepeler maken.

Taalverschillen tussen instructie en Nederlands

In het Nederlands gebruik je vaak specifieke vaste uitdrukkingen bij het bestellen, zoals "Wilt u ook..." of "Ik neem..." Deze zijn vergelijkbaar met het Engels "Would you like..." of "I'll take...". Sommige werkwoorden in het verleden tijd zoals bestelde en wilde zijn onregelmatig en verschillen qua uitgang van het Engels.

Een handig woord om te weten is afhalen (to pick up/takeaway), wat in het Engels soms vertaald wordt als "takeaway" of "takeout". Ook "kroepoek" (prawn crackers) en "atjar" (pickled vegetables) zijn kenmerkende Nederlandse woorden in de afhaalcultuur.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏