Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Leer het verschil tussen de voltooid tegenwoordige tijd (bijv. "heeft gestemd", "is verhuisd") en de onvoltooid verleden tijd (bijv. "woonde", "stemde") in situaties als gewoonten, beschrijvingen en afgeronde acties.
- De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt voor beschrijvingen van gebeurtenissen die achter elkaar in het verleden plaatsvonden.
- De onvoltooid verleden tijd wordt ook gebruikt voor gewoonten, langdurige handelingen of terugkerende gebeurtenissen uit het verleden.
- De voltooid tegenwoordige tijdwordt gebruikt bij acties die zijn afgerond.
Gebruiksmoment | Tijdsvorm | Voorbeeld |
---|---|---|
Gewoonte | ovt | Als kind woonde ik in Brussel. |
Beschrijving | ovt | Het was koud en donker. |
Gebeurtenis op een specifiek moment in het verleden | ovt | Gisteren stemde hij voor de eerste keer. |
Twee handelingen vlak na elkaar | ovt | Hij kwam binnen en bracht het nieuws. |
Afgeronde actie | vtt | Ze heeft gestemd en wacht op de uitslag. |
Verandering of beweging | vtt | Hij is verhuisd naar Gent. |
Oefening 1: Voltooid tegenwoordige tijd of onvoltooid verleden tijd?
Instructie: Vul het juiste woord in.
heb gestemd, heeft gewerkt, werkte, sprak, stemde
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin die correct gebruikmaakt van de voltooid tegenwoordige tijd of de onvoltooid verleden tijd, passend bij de context en volgens de Nederlandse grammatica.