Leer de toekomende tijd in het Nederlands met 'zullen' en 'gaan' gevolgd door een infinitief. Gebruik 'zullen + infinitief' voor plannen en beloften, en 'gaan + infinitief' voor acties in de nabije toekomst. Ontdek de juiste vervoegingen en het verschil in gebruik voor een natuurlijke en correcte toekomstvorm.
- Gebruik zullen + infinitief voor plannen of beloften.
- Gebruik gaan + infinitief voor acties in de nabije toekomst.
Persoon (Persoon) | Zullen (Zullen) | Gaan (Gaan) |
---|---|---|
ik (ik) | zal zingen | ga zingen |
jij (jij) | zult zingen | gaat zingen |
hij/zij/het (hij/zij/het) | zal zingen | gaat zingen |
wij (wij) | zullen zingen | gaan zingen |
jullie (jullie) | zullen zingen | gaan zingen |
zij (zij) | zullen zingen | gaan zingen |
Oefening 1: Toekomende tijd (zullen, gaan)
Instructie: Vul het juiste woord in.
gaat, zullen, Zullen, ga
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de correcte zin die de toekomende tijd juist gebruikt met 'zullen' of 'gaan' + infinitief.