Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je de Nederlandse werkwoordconstructies met 'te', 'laten', 'om te' en 'aan het' juist gebruikt. Ontdek hun betekenis, voorbeelden en belangrijke regels voor een effectieve communicatie op A2-niveau.
  1. Na ''laten staat het hele werkwoord zonder 'te'.
  2. Na 'om' gebruik je altijd te + infinitief.
Constructie (Constructie)Uitleg (Uitleg)Voorbeeld (Voorbeeld)
laten + werkwoord

Actie door iemand anders (Actie door iemand anders)

Voorstel  (Voorstel )

Ik laat de reis boeken door het reisbureau. (Ik laat de reis boeken door het reisbureau.)

Laten we op vakantie gaan. (Laten we op vakantie gaan.)

te + werkwoordNa bepaalde werkwoorden (Na bepaalde werkwoorden)

Hij besluit naar Spanje te gaan. (Hij besluit naar Spanje te gaan.)

Ik begin me klaar te maken. (Ik begin me klaar te maken.)

om te + infinitiefDoel of reden van een actie (Doel of reden van een actie)Ik ga op vakantie om te ontspannen. (Ik ga op vakantie om te ontspannen.)
aan het + infinitiefActie is bezig (Actie is bezig)Riet is haar koffer aan het maken. (Riet is haar koffer aan het maken.)

Oefening 1: Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het'

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

laat, te, om te, aan het, laten

1.
Hij besluit ... reizen met een lichte rugzak.
(Hij besluit te reizen met een lichte rugzak.)
2.
We gebruiken de tijd ... ontspannen tijdens de reis.
(We gebruiken de tijd om te ontspannen tijdens de reis.)
3.
Mijn ouders ... hun bagage dragen door een medewerker.
(Mijn ouders laten hun bagage dragen door een medewerker.)
4.
Ik ben een brief ... schrijven over mijn vakantie.
(Ik ben een brief aan het schrijven over mijn vakantie.)
5.
Piet ... zijn vlucht boeken door het reisbureau.
(Piet laat zijn vlucht boeken door het reisbureau.)
6.
Ze zit op het strand ... lezen met haar zonnebril op.
(Ze zit op het strand te lezen met haar zonnebril op.)
7.
Ze is een nieuwe bikini ... zoeken in de winkel.
(Ze is een nieuwe bikini aan het zoeken in de winkel.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin met betrekking tot werkwoorden met 'te', 'laten', 'om te' en 'aan het'.

1.
Na 'laten' staat het hele werkwoord zonder 'te'. 'te schrijven' is fout.
Na 'laten' komt geen 'om te'. Deze constructie is onjuist.
2.
Er ontbreekt 'te' na 'om'. Dit is grammaticaal onjuist.
Het werkwoord 'ontspannen' is verkeerd vervoegd met een onjuiste toevoeging '-en'.
3.
'Aan' moet gecombineerd worden met 'het' gevolgd door het hele werkwoord; 'aan maken' is onjuist.
Bij 'aan het' wordt geen 'te' gebruikt; 'aan te maken' is in deze context niet correct.
4.
Het werkwoord is verkeerd vervoegd met een onnodige '-en'.
Na 'beginnen' moet 'te' gebruikt worden; 'klaar maken' zonder 'te' is fout.

Werkwoorden met 'te', 'laten', 'om te' en 'aan het'

In deze les leer je hoe je de Nederlandse werkwoordconstructies met 'te', 'laten', 'om te' en 'aan het' correct gebruikt. Deze vormen zijn essentieel om acties, intenties en processen goed uit te drukken in het Nederlands. Het is een les op A2-niveau, zodat je direct aan de slag kunt met praktische zinnen.

Belangrijke constructies

  • Laten + werkwoord: wordt gebruikt om aan te geven dat iemand anders een actie uitvoert, of om voorstellen te doen. Voorbeeld: Ik laat de reis boeken door het reisbureau. of Laten we op vakantie gaan.
  • Te + werkwoord: volgt na bepaalde werkwoorden en introduceert een infinitief. Voorbeeld: Hij besluit naar Spanje te gaan.
  • Om te + infinitief: geeft het doel of de reden van een handeling aan. Voorbeeld: Ik ga op vakantie om te ontspannen.
  • Aan het + infinitief: drukt uit dat een actie bezig is. Voorbeeld: Riet is haar koffer aan het maken.

Gebruik en opvallende punten

Na 'laten' gebruik je altijd het hele werkwoord zonder 'te'. Na 'om' hoort altijd 'te + infinitief'. Deze correcte combinaties helpen je om duidelijk en natuurlijk te spreken of schrijven.

Tips om te onthouden

  • Gebruik laten als je wilt zeggen dat iemand anders iets doet.
  • Met te volgen veel werkwoorden een infinitief, denk aan woorden als 'beginnen', 'stoppen' of 'besluiten'.
  • Om te gebruik je om een doel of reden te benoemen.
  • Aan het drukt een handeling uit die nu bezig is, vergelijkbaar met de Engelse -ing vorm.

Verschillen tussen Nederlandse en instructietaalconstructies

In het Nederlands gebruik je specifieke constructies die mogelijk verschillen van jouw moedertaal. Bijvoorbeeld, in het Nederlands is de volgorde en het gebruik van 'te' heel belangrijk na bepaalde werkwoorden, terwijl sommige talen deze vorm niet gebruiken of anders structureren. Ook is het gebruik van 'aan het' voor een lopende handeling typisch voor het Nederlands en bestaat niet in alle talen even duidelijk.

Enkele nuttige woorden en zinnen om te oefenen zijn: 'laten doen', 'beginnen met', 'om te leren', en 'aan het schrijven zijn'. Door deze goed te beheersen, kun je al veel situaties duidelijk omschrijven.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 13:07