Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer het gebruik van het negatieve imperatief in het Spaans met focus op onregelmatige werkwoorden zoals 'dar' en 'ir'. Deze les behandelt de speciale vervoegingen, voorbeelden en hoe dit anders is dan in het Nederlands.
  1. Gebruik het woord no voor het werkwoord.
  2. Voor de onregelmatige werkwoorden op "-ar" verander je de uitgang in "-e". Bijvoorbeeld: "pienso" => "no pienses (tú)".
  3. Voor onregelmatige werkwoorden op "-er" en "-ir" verandert de uitgang in "-a". Bijvoorbeeld: "pongo" => "no pongas (tú)".
PronombreVerbos acabados en -arVerbos acabados en -er/-ir
Tú + forma del verbo al presente del subjuntivo 

-es

¡No des! (DAR)

-as

¡no vayas! (IR)

Vosotros/-as + forma del verbo al presente del subjuntivo 

-éis

¡No deis! (DAR)

-áis

¡no vayáis! (IR)

Uitzonderingen!

  1. Onregelmatige werkwoorden zoals ser en ir volgen niet de normale vervoegingsregels.

Oefening 1: El imperativo negativo: los verbos irregulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tengáis, hagas, vayas, vayáis, digas, seáis, seas

1.
Hacer (Tú): Es importante que no ... ese error otra vez.
(Het is belangrijk dat je die fout niet nog een keer maakt.)
2.
Ser (Vosotros): ¡No ... tímidos y pedid ayuda!
(Wees niet verlegen en vraag om hulp!)
3.
Ir (Tú): ¡No ... a hacer una llamada con otro teléfono!
(Ga niet bellen met een andere telefoon!)
4.
Decir (Tú): Por favor, no ... nada al nuevo compañero.
(Zeg (jij): Alsjeblieft, zeg niets tegen de nieuwe collega.)
5.
Ser (Vosotros): ¡No ... tan confiados!
(Wees niet zo zelfverzekerd!)
6.
Sentirse (Vosotros): Chicos, no ... miedo de participar.
(Voelen (Jullie): Jongens, wees niet bang om deel te nemen.)
7.
Ser (Tú): Por favor, no ... tan negativo en el equipo.
(Wees alsjeblieft niet zo negatief in het team.)
8.
Ir (Vosotros):¡No ... solos al evento de equipo!
(Ga niet alleen naar het teamuitje!)

Het negatieve imperatief: onregelmatige werkwoorden

In deze les duiken we in het negatieve imperatief van het Spaans, met een focus op onregelmatige werkwoorden. Het negatieve imperatief wordt gebruikt om iemand te instrueren iets niet te doen. Dit bereik je door het woord "no" voor het werkwoord te plaatsen.

Vorming bij onregelmatige werkwoorden

Voor regelmatige werkwoorden wordt het negatieve imperatief gevormd met de aanvoegende wijs (subjuntivo). Maar onregelmatige werkwoorden volgen soms afwijkende patronen. Bijvoorbeeld:

  • Voor werkwoorden op -ar krijg je een uitgang op -es voor de -vorm, zoals in ¡No des! (van dar).
  • Voor werkwoorden op -er en -ir heb je de uitgang -as voor de -vorm, bijvoorbeeld ¡No vayas! (van ir).

Belangrijke onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden zoals ser en ir wijken af van de gewone regels. Daarom is het belangrijk deze uit het hoofd te leren, zoals ¡No seas! (van ser) en ¡No vayas! (van ir).

Verschillen met het Nederlands

In het Spaans gebruikt men in het negatieve imperatief altijd de aanvoegende wijs en het ontkennende woord no voor het werkwoord. In het Nederlands plaats je gewoon niet na de persoonsvorm, bijvoorbeeld: Ga niet!. Bovendien heeft het Spaans aparte vormen voor en vosotros/-as, terwijl het Nederlands die niet kent. Enkele nuttige woorden om te onthouden zijn:

  • No = niet
  • Dar = geven
  • Ir = gaan
  • Ser = zijn

Door deze verschillen goed te begrijpen, kun je het negatieve imperatief effectief gebruiken in alledaagse situaties.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage