Leer de Spaanse woorden 'gestor' (beheerder) en 'cuenta bancaria' (bankrekening) binnen het thema persoonlijke financiën. Ontdek hoe je oraciones subordinadas sustantivas (zelfstandige bijzinnen) met infinitief en vervoegingen gebruikt om complexe zinnen te maken.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (7) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Oraciones subordinadas sustantivas: de infinitivo y flexionadas
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Onderschikkende substantieve bijzinnen: infinitief en vervoegd
Toon vertaling Toon antwoordenrevisar, reunir, revise, invertir, calculéis, gastar, reduzcan
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Persoonlijk budget: Spaanse bijzinnen en praktische woordenschat
In deze les behandelen we het thema persoonlijk budget aan de hand van de context van el gestor y la cuenta bancaria (de beheerder en de bankrekening). De focus ligt op het herkennen en gebruiken van ondergeschikte substantieve bijzinnen in het Spaans, met name de vormen de infinitief (infinitiefvormen) en de geëxpandeerde of 'geflecteerde' bijzinnen (bijvoorbeeld met conjucties zoals que).
Wat leer je in deze les?
- Ondergeschikte structuur: Begrijpen hoe en wanneer je voegwoorden zoals que gebruikt om zinnen te verbinden die functioneren als onderwerp of lijdend voorwerp.
- De infinitief als zinsdeel: Zinnen met infinitiefvormen die een bedoeling, wens of verplichting uitdrukken, bijvoorbeeld: Necesito ahorrar dinero (Ik moet geld sparen).
- Essentiële woordenschat uit de bank- en budgetcontext: termen zoals el gestor (de beheerder), la cuenta bancaria (bankrekening), el saldo (saldo), ingresos (inkomsten) en gastos (uitgaven).
Belangrijke taalpunten en voorbeelden
Voorbeeld van een substantieve bijzin met que:
Estoy seguro de que el gestor revisará la cuenta. (Ik ben zeker dat de beheerder de rekening zal controleren.)
Voorbeeld van een infinitiefconstructie:
Necesito ahorrar para las vacaciones. (Ik moet sparen voor de vakantie.)
Verschillen en overeenkomsten met het Nederlands
In het Nederlands worden bijzinstructuren met dat gebruikt, vergelijkbaar met het Spaanse que. Echter, het gebruik van de infinitief als zelfstandige zin of zinsdeel is in het Nederlands beperkter. Waar het Spaans vaak de infinitief gebruikt, maakt het Nederlands meestal een bijzin met om te of gebruikt een persoonsvorm:
- Spaans: Quiero terminar el presupuesto.
- Nederlands: Ik wil het budget afmaken. (met persoonsvorm) of Ik wil het budget afmaken. (geen infinitief apart)
Handige woorden en hun Nederlandse equivalenten:
- El gestor – de beheerder
- La cuenta bancaria – de bankrekening
- El saldo – het saldo
- Ahorrar – sparen
- Gastos – uitgaven
Met deze les bouw je verder aan zowel grammaticaal begrip als praktische woordenschat die je kunt toepassen bij het zelfstandig beheren van je persoonlijke budget in het Spaans.