B1.30: Persoonlijk budget

Presupuesto personal

Leer de Spaanse woorden 'gestor' (beheerder) en 'cuenta bancaria' (bankrekening) binnen het thema persoonlijke financiën. Ontdek hoe je oraciones subordinadas sustantivas (zelfstandige bijzinnen) met infinitief en vervoegingen gebruikt om complexe zinnen te maken.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (7)

 El presupuesto: Het budget (Spaans)

El presupuesto

Show

Het budget Show

 Los intereses: De rente (Spaans)

Los intereses

Show

De rente Show

 Gastar (uitgeven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Gastar

Show

Uitgeven Show

 Invertir (investeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Invertir

Show

Investeren Show

 El préstamo: De lening (Spaans)

El préstamo

Show

De lening Show

 Mensualmente: Maandelijks (Spaans)

Mensualmente

Show

Maandelijks Show

 Anualmente: Jaarlijks (Spaans)

Anualmente

Show

Jaarlijks Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Oraciones subordinadas sustantivas: de infinitivo y flexionadas

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Onderschikkende substantieve bijzinnen: infinitief en vervoegd

Toon vertaling Toon antwoorden

revisar, reunir, revise, invertir, calculéis, gastar, reduzcan

1. Calcular:
Es fundamental para vosotros que ... los intereses del préstamo antes de aceptar la oferta.
(Het is voor jullie essentieel om de rente van de lening te berekenen voordat je het aanbod accepteert.)
2. Revisar:
Es importante ... el presupuesto mensualmente para evitar gastos innecesarios.
(Het is belangrijk om maandelijks het budget te controleren om onnodige uitgaven te vermijden.)
3. Invertir:
El gerente propone ... en nuevos intereses para aumentar las ganancias anualmente.
(De manager stelt voor te investeren in nieuwe belangen om de winst jaarlijks te verhogen.)
4. Gastar:
Los clientes prefieren ... el dinero del cheque en vez de transferirlo a la cuenta.
(Klanten geven er de voorkeur aan het geld van de cheque uit te geven in plaats van het over te maken naar de rekening.)
5. Reducir:
El director exige que se ... los gastos mensualmente.
(De directeur eist dat de uitgaven maandelijks worden verminderd.)
6. Reunir:
Mi objetivo es ... el presupuesto necesario para pagar la hipoteca antes de la fecha límite.
(Mijn doel is het benodigde budget bijeen te brengen om de hypotheek vóór de deadline te betalen.)
7. Revisar:
El banco me sugiere que ... la cuenta antes de autorizar el préstamo.
(De bank raadt me aan de rekening te bekijken voordat ik de lening goedkeur.)
8. Invertir:
Queremos ... el dinero de la cuenta en un fondo con intereses más altos.
(We willen het geld van de rekening investeren in een fonds met hogere rente.)

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Persoonlijk budget: Spaanse bijzinnen en praktische woordenschat

In deze les behandelen we het thema persoonlijk budget aan de hand van de context van el gestor y la cuenta bancaria (de beheerder en de bankrekening). De focus ligt op het herkennen en gebruiken van ondergeschikte substantieve bijzinnen in het Spaans, met name de vormen de infinitief (infinitiefvormen) en de geëxpandeerde of 'geflecteerde' bijzinnen (bijvoorbeeld met conjucties zoals que).

Wat leer je in deze les?

  • Ondergeschikte structuur: Begrijpen hoe en wanneer je voegwoorden zoals que gebruikt om zinnen te verbinden die functioneren als onderwerp of lijdend voorwerp.
  • De infinitief als zinsdeel: Zinnen met infinitiefvormen die een bedoeling, wens of verplichting uitdrukken, bijvoorbeeld: Necesito ahorrar dinero (Ik moet geld sparen).
  • Essentiële woordenschat uit de bank- en budgetcontext: termen zoals el gestor (de beheerder), la cuenta bancaria (bankrekening), el saldo (saldo), ingresos (inkomsten) en gastos (uitgaven).

Belangrijke taalpunten en voorbeelden

Voorbeeld van een substantieve bijzin met que:
Estoy seguro de que el gestor revisará la cuenta. (Ik ben zeker dat de beheerder de rekening zal controleren.)

Voorbeeld van een infinitiefconstructie:
Necesito ahorrar para las vacaciones. (Ik moet sparen voor de vakantie.)

Verschillen en overeenkomsten met het Nederlands

In het Nederlands worden bijzinstructuren met dat gebruikt, vergelijkbaar met het Spaanse que. Echter, het gebruik van de infinitief als zelfstandige zin of zinsdeel is in het Nederlands beperkter. Waar het Spaans vaak de infinitief gebruikt, maakt het Nederlands meestal een bijzin met om te of gebruikt een persoonsvorm:

  • Spaans: Quiero terminar el presupuesto.
  • Nederlands: Ik wil het budget afmaken. (met persoonsvorm) of Ik wil het budget afmaken. (geen infinitief apart)

Handige woorden en hun Nederlandse equivalenten:

  • El gestor – de beheerder
  • La cuenta bancaria – de bankrekening
  • El saldo – het saldo
  • Ahorrar – sparen
  • Gastos – uitgaven

Met deze les bouw je verder aan zowel grammaticaal begrip als praktische woordenschat die je kunt toepassen bij het zelfstandig beheren van je persoonlijke budget in het Spaans.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏