Leer los pronombres relativos en español como el que, quien y cuyo para conectar frases con referentes definidos, personas o posesión, por ejemplo: el que (el coche en el que viajé), quien (mi tía, quien es profesora) y cuyo (la ciudad, cuyo clima es cálido).
  1. El que kan verwijzen naar personen of dingen.
  2. Quien wordt alleen gebruikt voor personen.
  3. Cuyo drukt bezit uit en komt overeen in geslacht en aantal.
Pronombre (Voornaamwoord)Uso (Gebruik)Ejemplo (Voorbeeld)
El queReferente definido (Gedefinieerde referent)Este es el coche en el que viajé. (Dit is de auto waarin ik heb gereisd.)
La queReferente definido (Gedefinieerde referent)La casa en la que crecí está cerca. (Het huis waarin ik ben opgegroeid, is dichtbij.)
Los queReferente definido (Gedefinieerde referent)Mis amigos, los que viven aquí, son amables. (Mijn vrienden, die hier wonen, zijn vriendelijk.)
Las queReferente definido (Gedefinieerde referent)Las plantas, las que compré ayer, son exóticas. (De planten, deze die ik gisteren heb gekocht, zijn exotisch.)
QuienSolo personas (Alleen personen)Mi tía, quien es profesora, vendrá mañana. (Mijn tante, die lerares is, komt morgen.)
QuienesSolo personas (Alleen personen)Los alumnos, quienes estudian mucho, aprobarán. (De leerlingen, die veel studeren, zullen slagen.)
Cuyo/aExpresa posesión (Drukt bezit uit)La ciudad, cuyo clima es cálido, es turística. (De stad, wiens klimaat warm is, is toeristisch.)
Cuyos/asExpresa posesión (Drukt bezit uit)Los niños, cuyos juguetes están en el suelo, juegan. (De kinderen, wier speelgoed op de grond ligt, spelen.)

Uitzonderingen!

  1. Quien wordt alleen voor personen gebruikt.
  2. Cuyo geeft bezit aan en sluit aan bij het volgende zelfstandig naamwoord.
  3. El que wordt gebruikt wanneer de antecedent duidelijk en gedefinieerd is.

Oefening 1: Pronombres relativos (el que, quien, cuyo)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

quienes, el que, cuyo, la que, quien

1.
El casero, ... vive aquí, es muy amable.
(De huisbaas, die hier woont, is erg vriendelijk.)
2.
Los vecinos, ... son muy amables, nos ayudaron.
(De buren, die erg vriendelijk zijn, hielpen ons.)
3.
El edificio en ... viví era antiguo.
(Het gebouw waarin ik woonde was oud.)
4.
La casa, ... techo es rojo, está en venta.
(Het huis waarvan het dak rood is, staat te koop.)
5.
Busco un piso en ... pueda tener jardín.
(Ik zoek een appartement waarin ik een tuin kan hebben.)
6.
La zona en ... trabajo es muy tranquila.
(Het gebied waar ik werk is erg rustig.)
7.
La zona residencial en ... quiero vivir es muy segura.
(De woonwijk waarin ik wil wonen is erg veilig.)
8.
La persona a ... llamaste dejó un mensaje.
(De persoon die je belde heeft een bericht achtergelaten.)

Inleiding tot Betrekkelijke Voornaamwoorden: el que, quien, cuyo

Deze les behandelt de Spaanse betrekkelijke voornaamwoorden el que, quien, cuyo en hun vrouwelijke, meervoudsvormen. Deze woorden verbinden twee zinnen en verwijzen naar een eerder genoemd zelfstandig naamwoord (het antecedent). Ze zijn essentieel om vloeiende en precieze zinnen te maken in het Spaans.

Overzicht van de Voornaamwoorden

  • El que, la que, los que, las que: Worden gebruikt om naar een specifiek, duidelijk omschreven antecedent te verwijzen. Zowel mensen als dingen kunnen hiermee bedoeld worden.
    Voorbeeld: "Este es el coche en el que viajé."
  • Quien, quienes: Verwijzen uitsluitend naar personen.
    Voorbeeld: "Mi tía, quien es profesora, vendrá mañana."
  • Cuyo, cuya, cuyos, cuyas: Drukken bezit uit en stemmen in geslacht en getal af op het zelfstandig naamwoord dat volgt.
    Voorbeeld: "La ciudad, cuyo clima es cálido, es turística."

Belangrijkste Leerpunten

  • El que kan zowel voor personen als dingen worden gebruikt, wat het flexibel maakt.
  • Quien is strikt voor personen, vergelijkbaar met het Nederlandse "die" of "wie" in betrekkelijke bijzinnen die naar mensen refereren.
  • Cuyo functioneert als een bezittelijk betrekkelijk voornaamwoord en komt in het Nederlands overeen met "wiens" of "van wie/van welke".
  • Deze betrekkelijke voornaamwoorden maken complexere zinnen mogelijk door aanvullende informatie te geven over het antecedent zonder een nieuwe zin te starten.

Verschillen met het Nederlands

In het Spaans zijn de overeenkomsten strikt en de vormen van de betrekkelijke voornaamwoorden variëren duidelijk naar geslacht en getal, terwijl het Nederlands meestal neutraal blijft in deze aspecten. Bijvoorbeeld, el que en la que onderscheiden mannelijk en vrouwelijk, terwijl in het Nederlands vaak alleen "die" wordt gebruikt ongeacht het geslacht. Ook het bezit-uitdrukkende cuyo heeft geen directe één-op-één vertaling maar wordt vaak periphrastisch met "wiens" of "van wie" omgeschreven.

Handige Spaanse Uitdrukkingen en Woorden

  • referente definido – een duidelijk of specifiek aangeduide persoon of zaak
  • expresa posesión – geeft bezit of toebehoren aan
  • concuerda en género y número – stemt overeen in geslacht en getal
  • antecedente – het woord waar het betrekkelijk voornaamwoord naar verwijst

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 21/07/2025 06:18