Leer hoe je in het Spaans belangrijke woorden gebruikt als "la farmacia" (de apotheek), "el medicamento" (het medicijn) en "la receta" (het recept) om effectief te communiceren tijdens een apotheekbezoek.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Binnenkort beschikbaar...
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les: 'In de apotheek' - Spaans op B1-niveau
In deze les richten we ons op situaties in de apotheek, waarbij je geleerd wordt hoe je effectief kunt communiceren over medische producten, klachten en advies kunt vragen of geven. Het doel is om je woordenschat, uitdrukkingen en luistervaardigheden te versterken die vaak voorkomen bij een bezoek aan de apotheek in een Spaanstalig land.
Wat leer je in deze les?
- Vocabulaire rondom gezondheid en medicijnen: woorden zoals el medicamento (het medicijn), la receta (het recept), el dolor de cabeza (hoofdpijn), la pastilla (de pil) en la farmacia zelf.
- Typische uitdrukkingen: hoe je om advies vraagt, bijvoorbeeld ¿Me puede recomendar algo para la tos? (Kunt u mij iets aanbevelen tegen hoesten?), of hoe je aangeeft wat je mankeert: Tengo fiebre y me duele la garganta.
- Gebruik van werkwoorden in context: zoals tomar (innemen), recetar (voorschrijven), en sentirse (zich voelen), wat essentieel is om over gezondheidssituaties te praten.
Belangrijke taalverschillen en tips
In het Nederlands gebruiken we vaak het woord 'apotheek' voor dezelfde plek als in het Spaans la farmacia. Echter, in Spanje en andere landen kan een farmacia ook direct medicijnen verkopen zonder tussenkomst van een arts, iets wat in Nederland afhankelijk is van het medicijn en de situatie.
Sommige Spaanse woorden lijken op het Nederlands, maar hebben verrassende betekenissen. Zo betekent pastilla niet alleen 'pil', maar kan het ook 'tablet' betekenen in andere contexten, dus let goed op de situatie.
Handige zinnen om te oefenen
- ¿Dónde está la farmacia más cercana? (Waar is de dichtstbijzijnde apotheek?)
- ¿Tiene algo para el dolor muscular? (Heeft u iets tegen spierpijn?)
- ¿Cuántas pastillas debo tomar al día? (Hoeveel pillen moet ik per dag innemen?)
- Tengo alergia a ciertos medicamentos. (Ik ben allergisch voor bepaalde medicijnen.)
Deze les bereidt je voor op praktische gesprekken en situatiegerichte communicatie tijdens een bezoek aan de apotheek. Je ontwikkelt het vermogen om duidelijk je klachten uit te drukken en passende hulp te vragen.