Leer Spaanse woorden en uitdrukkingen over voeding en dieet, zoals "dieta" (dieet), "nutrición" (voeding) en "calorías" (calorieën), om gesprekken over gezonde levensstijl te voeren.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Binnenkort beschikbaar...
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Introductie tot Voeding en Dieet in het Spaans
In deze les leer je essentiële Spaanse vocabulaire en uitdrukkingen die te maken hebben met voeding en dieet. Het doel is om je te helpen dagelijkse gesprekken over eten, gezondheid en voedingskeuzes in het Spaans vloeiend te voeren.
Belangrijke Woorden en Begrippen
- La alimentación – voeding
- La dieta – dieet
- Saludable – gezond
- Los nutrientes – voedingsstoffen
- El desayuno – ontbijt
- La comida – lunch / maaltijd
- La cena – avondeten
- Los carbohidratos – koolhydraten
- Las proteínas – eiwitten
- Las grasas – vetten
Uitdrukkingen voor Gezonde Voeding
- Seguir una dieta equilibrada – Een uitgebalanceerd dieet volgen
- Comer frutas y verduras – Fruit en groenten eten
- Evitar comidas procesadas – Bewerkte voedingsmiddelen vermijden
Belangrijke Grammaticale Structuren
De les behandelt ook het gebruik van verbos relacionados con la alimentación (werkwoorden die met voeding te maken hebben), zoals comer (eten), beber (drinken), en evitar (vermijden). Je leert hoe je deze werkwoorden in verschillende tijden kunt gebruiken om voorkeuren en gewoontes te beschrijven.
Culturele en Taalverschillen
In vergelijking met het Nederlands is het Spaanse vocabulaire rondom voeding vaak geslachtelijk ingedeeld: la comida is vrouwelijk, terwijl el desayuno mannelijk is. Ook kent het Spaans specifieke woorden voor maaltijdmomenten die niet altijd één-op-één met het Nederlands overeenkomen. Zo is la comida meestal de hoofdmaaltijd rond het middaguur, terwijl het Nederlandse 12-uurtje7; meer informeel is.
Praktische uitdrukking om rekening mee te houden: ¿Qué sueles comer para el desayuno? (Wat eet je meestal als ontbijt?). Het woord soler wordt gebruikt om een gewoonte aan te geven, iets wat minder direct in het Nederlands wordt uitgedrukt.