B1.19: Wensen en verlangens

Deseos y anhelos

Leer het negatieve imperatief van onregelmatige werkwoorden in het Spaans op B1-niveau. Deze les behandelt hoe je negatieve bevelen formeert met werkwoorden als dar, estar, ir, ser en saber, inclusief praktische voorbeelden en het verschil met het Nederlands.

Woordenschat (10)

 Depender (afhangen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Depender

Show

Afhangen Show

 La meta: Het doel (Spaans)

La meta

Show

Het doel Show

 Tener ilusión: Illusie hebben (Spaans)

Tener ilusión

Show

Illusie hebben Show

 Por suerte: Gelukkig (Spaans)

Por suerte

Show

Gelukkig Show

 La paciencia: Het geduld (Spaans)

La paciencia

Show

Het geduld Show

 Fácil: Gemakkelijk (Spaans)

Fácil

Show

Gemakkelijk Show

 Difícil: Moeilijk (Spaans)

Difícil

Show

Moeilijk Show

 La calidad de vida: De kwaliteit van leven (Spaans)

La calidad de vida

Show

De kwaliteit van leven Show

 La carrera profesional: De professionele carrière (Spaans)

La carrera profesional

Show

De professionele carrière Show

 Personal: Persoonlijk (Spaans)

Personal

Show

Persoonlijk Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: El imperativo negativo: los verbos irregulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De gebiedende wijs ontkennend: de onregelmatige werkwoorden

Toon vertaling Toon antwoorden

tengáis, hagas, vayas, vayáis, digas, seáis, seas

1.
Hacer (Tú): Es importante que no ... ese error otra vez.
(Het is belangrijk dat je die fout niet nog een keer maakt.)
2.
Ser (Vosotros): ¡No ... tímidos y pedid ayuda!
(Wees niet verlegen en vraag om hulp!)
3.
Ir (Tú): ¡No ... a hacer una llamada con otro teléfono!
(Ga niet bellen met een andere telefoon!)
4.
Decir (Tú): Por favor, no ... nada al nuevo compañero.
(Zeg (jij): Alsjeblieft, zeg niets tegen de nieuwe collega.)
5.
Ser (Vosotros): ¡No ... tan confiados!
(Wees niet zo zelfverzekerd!)
6.
Sentirse (Vosotros): Chicos, no ... miedo de participar.
(Voelen (Jullie): Jongens, wees niet bang om deel te nemen.)
7.
Ser (Tú): Por favor, no ... tan negativo en el equipo.
(Wees alsjeblieft niet zo negatief in het team.)
8.
Ir (Vosotros):¡No ... solos al evento de equipo!
(Ga niet alleen naar het teamuitje!)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

B1.19.1 Gramática

El imperativo negativo: los verbos irregulares

De gebiedende wijs ontkennend: de onregelmatige werkwoorden


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Experimentar ervaren

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) experimenté ik ervoer
(tú) experimentaste jij ervaarde
(él/ella) experimentó hij/zij ervaarde
(nosotros/nosotras) experimentamos wij ervaarden
(vosotros/vosotras) experimentasteis jullie ervaarden
(ellos/ellas) experimentaron zij ervaarden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Experimentar ervaren

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) experimentaba ik ervaarde
(tú) experimentabas jij ervaarde
(él/ella) experimentaba hij/zij ervaarde
(nosotros/nosotras) experimentábamos wij ervaarden
(vosotros/vosotras) experimentabais jullie ervoeren
(ellos/ellas) experimentaban zij experimenteren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Depender afhangen

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) dependí ik hing af
(tú) dependiste jij afhing
(él/ella) dependió hij/zij hing af
(nosotros/nosotras) dependimos wij hingen af
(vosotros/vosotras) dependisteis jullie hingen af
(ellos/ellas) dependieron zij hingen af

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Depender afhangen

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) dependía ik hing af
(tú) dependías jij hing af
(él/ella) dependía hij/zij hing af
(nosotros/nosotras) dependíamos wij/hij/zij/het hing af
(vosotros/vosotras) dependíais jullie hingen af
(ellos/ellas) dependían zij hingen af

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Negatief imperatief: onregelmatige werkwoorden in het Spaans

In deze les behandelen we het imperativo negativo, oftewel de negatieve gebiedende wijs, met bijzondere aandacht voor onregelmatige werkwoorden. Dit is een belangrijk onderdeel van de Spaanse grammatica op B1-niveau, waarbij je leert hoe je iemand duidelijk en beleefd kunt vragen iets niet te doen.

Wat leer je precies?

  • Hoe je negatieve bevelen vormt met regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
  • Specifieke onregelmatige vormen van werkwoorden zoals dar, estar, ir, ser en saber.
  • De correcte vervoeging van deze werkwoorden in de negatieve vorm: bijvoorbeeld no des, no estés, no vayas, no seas en no sepas.
  • Tips om deze vormen te onthouden en toe te passen in dagelijkse situaties.

Belangrijke voorbeelden

  • No des ese libro a nadie.
  • No estés triste.
  • No vayas por allí.
  • No seas impaciente.
  • No sepas nada de esto.

Verschillen tussen het Spaans en Nederlands

In het Spaans wordt het negatieve bevel gevormd met no gevolgd door de conjunctief, terwijl het Nederlands vaak gewoon de gebiedende wijs gebruikt met het woordje "niet" ervoor, zoals in "Geef dat boek niet aan iemand". Ook kent het Spaans onregelmatige vormen in de negatieve imperatief die niet altijd een directe Nederlandse tegenhanger hebben. Hierdoor is het belangrijk om deze specifieke vormen goed te oefenen.

Een paar nuttige Spaanse uitdrukkingen zijn bijvoorbeeld "No hables" (Spreek niet) en "No comas" (Eet niet), die in het Nederlands gelijk staan aan "Spreek niet" en "Eet niet". Het juiste gebruik van de negatieve imperatief helpt je beleefder en duidelijker te communiceren in het Spaans.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏