Ontdek in de video de Calathea, een luchtzuiverende plant, en leer hoe je haar gezond houdt.
Discover the Calathea in the video, an air-purifying plant, and learn how to keep it healthy.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
Water geven Watering
Voeding geven Feeding
Giftig Toxic
Verpotten Repotting
De bladeren afknippen Pruning the leaves
De plant The plant
Vandaag vertel ik over de calathea. (Today I will talk about the calathea.)
Het is een plant die de lucht schoon maakt. (It is a plant that purifies the air.)
De plant staat graag in de schaduw of half in de zon. (The plant prefers to be in the shade or partly in the sun.)
Je geeft de plant twee keer per week water. (Water the plant twice a week.)
Eén keer per maand geef je voeding. (Once a month, give it fertilizer.)
De calathea is niet gevaarlijk voor katten. (The calathea is not dangerous for cats.)
Je moet de plant om de twee jaar verpotten. (You should repot the plant every two years.)
Als de bladeren er slecht uitzien, knip je ze weg. (If the leaves look unhealthy, trim them off.)
Verder is het een makkelijke plant om te verzorgen. (Otherwise, it is an easy plant to care for.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Twee collega's bespreken hoe Reinout zijn kamerplant best verzorgt.

Two colleagues discuss how Reinout should best care for his houseplant.
1. Reinout: Ik heb een plant gekregen voor mijn bureau, maar ik weet niet hoe ik hem moet verzorgen. (I got a plant for my desk, but I don't know how to take care of it.)
2. Merel: Wat voor plant is het? Een cactus of een normale kamerplant? (What kind of plant is it? A cactus or a regular houseplant?)
3. Reinout: Het is een gewone kamerplant, denk ik. Hoeveel water moet ik geven? (I think it’s a regular houseplant. How often should I water it?)
4. Merel: Je moet de plant ongeveer één keer per week water geven. (You should water the plant about once a week.)
5. Reinout: Oké, moet de plant in de zon staan? (Okay, should the plant be in the sun?)
6. Merel: Zet de plant op een lichte plek, maar niet in de volle zon. (Place the plant in a bright spot, but not in direct sunlight.)
7. Reinout: Wauw, jij weet veel over planten! Mag ik hem op jouw bureau zetten? Dan heb ik meer ruimte. (Wow, you know a lot about plants! Can I put it on your desk? That way I’ll have more space.)
8. Merel: Haha, nee, dat kan niet! Jij moet voor je eigen plant zorgen. (Haha, no, that’s not possible! You have to take care of your own plant.)
9. Reinout: Oké, je hebt gelijk. Moet ik de plant ook verpotten? Wanneer dan? (Okay, you're right. Do I also need to repot the plant? When should I do that?)
10. Merel: Ja, verpot de plant ongeveer één keer per jaar, als de wortels groter zijn dan de pot. (Yes, repot the plant about once a year, when the roots outgrow the pot.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Hoe vaak moet je volgens Merel water geven aan de kamerplant?

(According to Merel, how often should you water the houseplant?)

2. Waar moet je de kamerplant volgens het gesprek neerzetten?

(Where should you place the houseplant according to the conversation?)

3. Wanneer moet je de plant volgens Merel verpotten?

(When should you repot the plant, according to Merel?)

4. Wat wil Reinout doen om meer plaats te hebben op zijn bureau?

(What does Reinout want to do to have more space on his desk?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Heb je planten op je werk? Hoe verzorg je die planten?
  2. Do you have plants at your workplace? How do you take care of them?
  3. Wat doe je als je ziet dat een kamerplant te weinig water heeft?
  4. What do you do if you notice a houseplant is not getting enough water?
  5. Hoe zou je aan een collega uitleggen hoe je een kamerplant het beste verzorgt?
  6. How would you explain to a colleague the best way to care for a houseplant?
  7. Kun je zeggen waar je een kamerplant in huis of op kantoor zet en waarom?
  8. Can you say where you place a houseplant in your home or office and why?