10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben
Ontdek in de video de Calathea, een luchtzuiverende plant, en leer hoe je haar gezond houdt.
Entdecken Sie im Video die Calathea, eine luftreinigende Pflanze, und erfahren Sie, wie Sie sie gesund halten.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
Water geven Wasser geben
Voeding geven Düngen
Giftig Giftig
Verpotten Umtopfen
De bladeren afknippen Blätter abschneiden
De plant Die Pflanze
Vandaag vertel ik over de calathea. (Heute erzähle ich von der Calathea.)
Het is een plant die de lucht schoon maakt. (Es ist eine Pflanze, die die Luft reinigt.)
De plant staat graag in de schaduw of half in de zon. (Die Pflanze steht gern im Schatten oder halbschattig in der Sonne.)
Je geeft de plant twee keer per week water. (Du gießt die Pflanze zweimal pro Woche.)
Eén keer per maand geef je voeding. (Einmal im Monat gibst du Dünger.)
De calathea is niet gevaarlijk voor katten. (Die Calathea ist für Katzen nicht gefährlich.)
Je moet de plant om de twee jaar verpotten. (Du solltest die Pflanze alle zwei Jahre umtopfen.)
Als de bladeren er slecht uitzien, knip je ze weg. (Wenn die Blätter schlecht aussehen, schneidest du sie ab.)
Verder is het een makkelijke plant om te verzorgen. (Außerdem ist sie eine pflegeleichte Pflanze.)

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Twee collega's bespreken hoe Reinout zijn kamerplant best verzorgt.

Zwei Kollegen besprechen, wie Reinout seine Zimmerpflanze am besten pflegt.
1. Reinout: Ik heb een plant gekregen voor mijn bureau, maar ik weet niet hoe ik hem moet verzorgen. (Ich habe eine Pflanze für meinen Schreibtisch bekommen, aber ich weiß nicht, wie ich sie pflegen soll.)
2. Merel: Wat voor plant is het? Een cactus of een normale kamerplant? (Was für eine Pflanze ist das? Ein Kaktus oder eine normale Zimmerpflanze?)
3. Reinout: Het is een gewone kamerplant, denk ik. Hoeveel water moet ik geven? (Es ist wohl eine normale Zimmerpflanze. Wie viel Wasser soll ich ihr geben?)
4. Merel: Je moet de plant ongeveer één keer per week water geven. (Du solltest die Pflanze ungefähr einmal pro Woche gießen.)
5. Reinout: Oké, moet de plant in de zon staan? (Okay, muss die Pflanze in die Sonne gestellt werden?)
6. Merel: Zet de plant op een lichte plek, maar niet in de volle zon. (Stell die Pflanze an einen hellen Platz, aber nicht in direktes Sonnenlicht.)
7. Reinout: Wauw, jij weet veel over planten! Mag ik hem op jouw bureau zetten? Dan heb ik meer ruimte. (Wow, du weißt viel über Pflanzen! Darf ich sie auf deinen Schreibtisch stellen? Dann hätte ich mehr Platz.)
8. Merel: Haha, nee, dat kan niet! Jij moet voor je eigen plant zorgen. (Haha, nein, das geht nicht! Du musst dich um deine eigene Pflanze kümmern.)
9. Reinout: Oké, je hebt gelijk. Moet ik de plant ook verpotten? Wanneer dan? (Okay, du hast recht. Muss ich die Pflanze auch umtopfen? Wann wäre das dann?)
10. Merel: Ja, verpot de plant ongeveer één keer per jaar, als de wortels groter zijn dan de pot. (Ja, topfe die Pflanze ungefähr einmal im Jahr um, wenn die Wurzeln größer sind als der Topf.)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Hoe vaak moet je volgens Merel water geven aan de kamerplant?

(Wie oft soll man laut Merel die Zimmerpflanze gießen?)

2. Waar moet je de kamerplant volgens het gesprek neerzetten?

(Wo soll man die Zimmerpflanze laut dem Gespräch hinstellen?)

3. Wanneer moet je de plant volgens Merel verpotten?

(Wann soll man die Pflanze laut Merel umtopfen?)

4. Wat wil Reinout doen om meer plaats te hebben op zijn bureau?

(Was möchte Reinout tun, um mehr Platz auf seinem Schreibtisch zu haben?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Heb je planten op je werk? Hoe verzorg je die planten?
    2. Hast du Pflanzen an deinem Arbeitsplatz? Wie pflegst du diese Pflanzen?
  2. Wat doe je als je ziet dat een kamerplant te weinig water heeft?
    3. Was machst du, wenn du bemerkst, dass eine Zimmerpflanze zu wenig Wasser hat?
  3. Hoe zou je aan een collega uitleggen hoe je een kamerplant het beste verzorgt?
    4. Wie würdest du einem Kollegen erklären, wie man eine Zimmerpflanze am besten pflegt?
  4. Kun je zeggen waar je een kamerplant in huis of op kantoor zet en waarom?
    5. Kannst du sagen, wo im Haus oder Büro du eine Zimmerpflanze platzierst und warum?