Deze video laat zien wat je het beste doet als je kat in huis plast.
This video shows you the best thing to do if your cat urinates in the house.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
de kat the cat
de kattenbak the litter box
de buurtkat the neighborhood cat
het kattenluik met chip the cat flap with a chip
in huis plassen urinating inside the house
Soms poept of plast een huisdier in huis. (Sometimes a pet poops or pees in the house.)
Wat moet je doen als de kat naast de kattenbak plast? (What should you do if the cat pees beside the litter box?)
Misschien is de kat ziek, dat komt vaak voor. (The cat might be ill; that happens frequently.)
Er is 50% kans dat het een medisch probleem is. (There is about a 50% chance it’s a medical issue.)
Ga snel naar de dierenarts als je dit ziet. (See the vet promptly if you notice this.)
De dierenarts doet een plas-test om te kijken of de kat ziek is. (The vet will do a urine test to check whether the cat is sick.)
Als je kat niet ziek is, is hij misschien gestrest. (If your cat isn’t ill, it may be stressed.)
Stress komt door een nieuwe bank, een andere kat of een verandering in huis. (Stress can be caused by a new sofa, another cat, or changes at home.)
Je kunt helpen met een feromonen-verdamper en genoeg kattenbakken. (You can help by using a pheromone diffuser and providing enough litter boxes.)
Plak het raam af of gebruik een kattenluik met chip. (Block the window or use a microchip-controlled cat flap.)
Na een week is de kat vaak rustiger, maar als hij nog plast in huis, bel dan een kattengedragstherapeut. (After about a week the cat is often calmer, but if it still pees in the house, call a feline behavior specialist.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Lisanne gaat naar de dierenarts met bezorgdheden over haar kat.

Lisanne is going to the vet with concerns about her cat.
1. De huisarts: Hallo, ik maak me zorgen. Mijn kat plast in huis. (Hello, I'm worried. My cat is peeing in the house.)
2. Lisanne: Heeft je kat een schone kattenbak? (Does your cat have a clean litter box?)
3. De huisarts: Ja, haar kattenbak is altijd schoon. Maar ze plast nu vaker in huis. (Yes, her litter box is always clean. But now she’s peeing in the house more often.)
4. Lisanne: Dat is niet fijn. Is er iets veranderd in de buurt? (That’s not good. Has anything changed in the neighborhood?)
5. De huisarts: Ja, de buurkat komt vaak door het kattenluik met chip. (Yes, the neighbor’s cat often comes through the cat flap with a chip.)
6. Lisanne: Dat kan de reden zijn. Katten zijn soms jaloers op andere katten. (That could be the reason. Cats can be jealous of other cats sometimes.)
7. De huisarts: Dus mijn kat plast in huis omdat hij zich bedreigd voelt? (So my cat is peeing in the house because he feels threatened?)
8. Lisanne: Ja, dat kan. Katten doen dat als ze stress hebben. (Yes, that’s possible. Cats do that when they’re stressed.)
9. De huisarts: Wat kan ik doen om dit te stoppen? (What can I do to stop this?)
10. Lisanne: Probeer het kattenluik dicht te houden en gebruik een feromonenverdamper. (Try keeping the cat flap closed and use a pheromone diffuser.)
11. De huisarts: Dat is een goed idee. Ik ga dat doen. Bedankt voor de hulp! (That’s a good idea. I’ll do that. Thanks for your help!)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Waarom plast de kat van de huisarts soms in huis?

(Why does the doctor’s cat sometimes urinate inside the house?)

2. Wat raadt Lisanne aan om het probleem met de kat op te lossen?

(What does Lisanne recommend to solve the problem with the cat?)

3. Wat betekent het als een kat in huis plast volgens de tekst?

(According to the text, what does it mean if a cat urinates inside the house?)

4. Wat is volgens het gesprek belangrijk voor de kat?

(According to the conversation, what is important for the cat?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Heb je huisdieren? Vertel kort hoe jij voor je huisdier zorgt.
  2. Do you have any pets? Briefly describe how you take care of your pet.
  3. Wat zou je doen als je kat ineens in huis gaat plassen?
  4. What would you do if your cat suddenly started urinating inside the house?
  5. Ken je iemand in Nederland met een huisdier? Hoe lossen zij problemen met hun huisdier op?
  6. Do you know anyone in the Netherlands who has a pet? How do they handle problems with their pet?
  7. Wat vind jij belangrijk om te weten voordat je een huisdier neemt?
  8. What do you think is important to know before getting a pet?