Een berg kleding in de drukste winkelstraten van Nederland, de Kalverstraat in Amsterdam, om mensen bewust te maken van het Fast Fashion probleem.
A pile of clothes in the busiest shopping streets of the Netherlands, the Kalverstraat in Amsterdam, to raise awareness about the Fast Fashion problem.

Exercise 1: Word bingo

Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.

Word Translation
de spijkerbroek the jeans
de kleding the clothing
de mode the fashion
de kledingwinkels the clothing stores
goedkoper cheaper
uitverkocht sold out
de shirtjes the shirts

Exercise 2: Dialogue

Instruction: 1. Read the dialogue in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation. 3. Cover one speaker’s lines, give alternative answers with your teacher, and write them down.

Een dialoog in een kledingwinkel op de Kalverstraat in Amsterdam. De klant vraagt naar kleding, maten en prijzen terwijl de verkoper helpt met stijladvies.

A dialogue in a clothing store on the Kalverstraat in Amsterdam. The customer inquires about clothing, sizes and prices while the salesperson assists with style advice.
1. Verkoper: Goedemorgen, hoe kan ik u helpen? (Good morning, how can I help you?)
2. Maria: Hallo, ik zoek een spijkerbroek. Heeft u maat 38? (Hello, I am looking for a pair of jeans. Do you have size 38?)
3. Verkoper: We hebben een spijkerbroek in maat 38. Die past goed bij een bloes. (We have a pair of jeans in size 38. That goes well with a blouse.)
4. Maria: Ik wil liever een lichte kleur. (I prefer a light color.)
5. Verkoper: U kunt een beige broek nemen met een zwarte riem en een blauw T-shirt. (You can take beige pants with a black belt and a blue T-shirt.)
6. Maria: Goed idee. Heeft u ook een jas en een hoed? (Good idea. Do you also have a coat and a hat?)
7. Verkoper: Ja, dat kan. Een trui is ook mooi. (Yes, that is possible. A sweater is also nice.)
8. Maria: Kunt u mij laarzen aanraden die erbij passen? (Can you recommend boots that match?)
9. Verkoper: Neem bruine laarzen of schoenen. Dat is mooi en fijn. (Take brown boots or shoes. That is nice and comfortable.)
10. Maria: Prima! Kan ik met pin betalen? (Great! Can I pay by card?)
11. Verkoper: Ja, dat kan. De prijs is 150 euro. (Yes, that is possible. The price is 150 euros.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat zoekt Maria in de winkel?

(What is Maria looking for in the store?)

2. Welke kleur broek wil Maria liever?

(Which color pants does Maria prefer?)

3. Wat raadt de verkoper aan om te combineren met een beige broek?

(What does the salesperson recommend to combine with beige pants?)

4. Hoe kan Maria betalen?

(How can Maria pay?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.

  1. Welk kledingstuk zoekt Maria in de winkel?
  2. Which piece of clothing is Maria looking for in the store?
  3. Welke kleur broek wil Maria het liefst?
  4. Which color pants does Maria prefer?
  5. Welke accessoires raadt de verkoper aan bij een beige broek?
  6. Which accessories does the salesperson recommend with beige pants?
  7. Wat is jouw favoriete kleur kleding om te dragen?
  8. What is your favorite color clothing to wear?