Exercise 1: Word bingo
Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.
Word | Translation |
---|---|
om vier uur opstaan | get up at four o'clock |
de wekker gaat | the alarm goes off |
een kopje koffie pakken | grab a cup of coffee |
wakker worden | wake up |
mascara opdoen | put on mascara |
koffie klaarzetten | make coffee |
naar het werk gaan | go to work |
ontbijten | have breakfast |
Exercise 2: Dialogue
Instruction: 1. Read the dialogue in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation. 3. Cover one speaker’s lines, give alternative answers with your teacher, and write them down.
Twee vrienden bespreken de dagelijkse routine van Linda.
1. | Liam: | Heb je gehoord van Linda? Zij staat om vier uur op. | (Have you heard of Linda? She gets up at four o'clock.) |
2. | Emma: | Dat kan ik echt niet. Ik slaap tot acht uur. | (I really can't do that. I sleep until eight o'clock.) |
3. | Liam: | Ik sta op om negen uur. Ik scheer me en ik ontbijt daarna. | (I get up at nine o'clock. I shave and then I have breakfast.) |
4. | Emma: | Ik ook! Ik eet altijd en ik drink koffie. | (Me too! I always eat and I drink coffee.) |
5. | Liam: | Scheer jij je ook? | (Do you shave as well?) |
6. | Emma: | Nee, grapjas. Ik was mijn gezicht. Ik doe mascara op. Ik zet koffie klaar. | (No, joker. I wash my face. I put on mascara. I prepare coffee.) |
7. | Liam: | Ik ga ook met de auto naar mijn werk, zoals Linda. | (I also go to work by car, like Linda.) |
8. | Emma: | Laten we morgen samen met de fiets naar het werk gaan in plaats van met de auto. | (Let's go to work together by bike tomorrow instead of by car.) |
9. | Liam: | Ja, dat is goed! Dan beginnen we onze ochtend ontspannen en gezond. | (Yes, that's good! Then we start our morning relaxed and healthy.) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Wat vindt Liam van het feit dat Linda om vier uur opstaat?
(What does Liam think about the fact that Linda gets up at four o'clock?)2. Wat doet Liam nadat hij is opgestaan?
(What does Liam do after he has gotten up?)3. Wat doet Emma ’s ochtends voordat ze naar haar werk gaat?
(What does Emma do in the morning before going to work?)4. Wat besluiten Liam en Emma morgen samen te doen?
(What do Liam and Emma decide to do together tomorrow?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.
- Hoe laat sta jij meestal op en wat doe je dan eerst?
- Wat eet jij graag als ontbijt en wat drink je erbij?
- Gebruik je in de ochtend speciale producten, bijvoorbeeld mascara of scheerschuim?
- Hoe ga jij meestal naar je werk of studie en waarom?
Exercise 5: Practice in context
Instruction: Vertaal de liedjestekst en luister naar de originele versie.