Er is woningtekort in Nederland. RTL Z zoekt uit waarom er geen hoge woontorens worden gebouwd.
There is a housing shortage in the Netherlands. RTL Z is investigating why no tall apartment towers are being built.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
Hoog High
De brede basis The wide base
Minder hoog Lower
De hoge toren The tall tower
Groot Large
In Nederland zijn veel huizen laag. (In the Netherlands, many houses are low.)
Er worden geen hoge wolkenkrabbers gebouwd. (There are no tall skyscrapers being built.)
De Zalmhaven is de hoogste toren in Nederland. (The Zalmhaven is the tallest tower in the Netherlands.)
The Rise is een lange, rechte toren en wordt nog hoger. (The Rise is a long, straight tower and will be even taller.)
Hij wordt 275 meter hoog. (It will be 275 metres tall.)
In Saoedi-Arabië komt een toren van 1 kilometer hoog. (A 1-kilometre-tall tower is planned in Saudi Arabia.)
In Japan zijn er plannen voor een toren van 4 kilometer hoog. (There are plans in Japan for a 4-kilometre-tall tower.)
Hoge gebouwen hebben een brede basis en zijn zwaar. (Tall buildings have a wide base and are heavy.)
In Nederland is een laag huis met een rechthoekige tuin normaal. (In the Netherlands, a low house with a rectangular garden is common.)
Die huizen zijn vaak vierkant en hebben een driehoekig dak. (Those houses are often square and have a triangular roof.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Collega's Joost en Veerle maken een wandeling tijdens hun pauze op het werk en bekijken de Amsterdamse gebouwen.

Colleagues Joost and Veerle are taking a walk during their break at work and looking at the Amsterdam buildings.
1. Joost: Wat een mooie stad! Ik zie hier veel grote gebouwen. (What a beautiful city! I see many tall buildings here.)
2. Veerle: Ja, voor het platte Nederland zijn deze gebouwen in Amsterdam best groot. (Yes, for flat Netherlands, these buildings in Amsterdam are quite tall.)
3. Joost: Kijk daar eens, die hoge toren met een brede basis. Heel mooi. (Look over there, that tall tower with a wide base. Very beautiful.)
4. Veerle: Ik vind dat vierkante gebouw naast die toren eigenlijk mooier. (Actually, I think the square building next to that tower is nicer.)
5. Joost: Dat met het driehoekige dak? Dat is ons kantoor. (The one with the triangular roof? That’s our office.)
6. Veerle: Ik weet het, daarom vind ik het zo mooi. (I know, that’s why I like it so much.)
7. Joost: Ik vind dat vierkante gebouw daar leuker. Het is specialer. (I prefer that square building over there. It’s more unique.)
8. Veerle: Ik niet, zal jij dat straks tegen de baas zeggen? (Not me, will you tell the boss that later?)
9. Joost: Ah, nu begrijp ik het. Je wil een promotie! (Ah, now I understand. You want a promotion!)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat vindt Joost van het vierkante gebouw met het driehoekige dak?

(What does Joost think about the square building with the triangular roof?)

2. Welke vorm vindt Veerle mooier dan het hoge gebouw met de brede basis?

(Which shape does Veerle like better than the tall building with the wide base?)

3. Wat bedoelt Joost als hij zegt dat Veerle opschept over het bedrijf?

(What does Joost mean when he says Veerle is bragging about the company?)

4. Wat wil Veerle volgens Joost bereiken met haar gedrag?

(What does Veerle want to achieve with her behavior, according to Joost?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Kunt u uw huis of kantoor in Nederland kort beschrijven? Welke vorm heeft het gebouw?
  2. Can you briefly describe your house or office in the Netherlands? What shape is the building?
  3. Vindt u dat hoge gebouwen belangrijk zijn voor het zakenleven in Nederland? Waarom?
  4. Do you think tall buildings are important for business in the Netherlands? Why?
  5. Wat vindt u mooi aan de architectuur van een gebouw in uw woonplaats?
  6. What do you like about the architecture of a building in your town?
  7. Praat u soms met collega’s of uw leidinggevende over uw werkplek of bedrijf? Kunt u daar iets over vertellen?
  8. Do you sometimes talk with colleagues or your manager about your workplace or company? Can you tell me something about that?