10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
Deze video is een korte ademhalingsoefening. Hierbij neem je even een moment voor jezelf.
This video is a short breathing exercise. Here, you take a moment for yourself.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
rustig calm
gestrest stressed
ontspannen relaxed
voelen feel
loslaten let go
Als je stress hebt, doe dan een korte ademhalingsoefening. (If you're feeling stressed, try a short breathing exercise.)
Je wordt rustig en slaapt beter. (You'll calm down and sleep better.)
Ga zitten op een stoel, op de bank of in bed. (Sit on a chair, the couch, or in bed.)
Sluit je ogen en ontspan je lichaam. (Close your eyes and relax your body.)
Let op je ademhaling en adem rustig in. (Focus on your breathing and inhale slowly.)
Adem langzaam uit, langer dan je inademt. (Exhale slowly, letting the out-breath last longer than the in-breath.)
Voel dat je bij elke uitademing spanningen loslaat. (With each exhale, notice tensions releasing.)
Zorg dat je schouders, borst en buik ontspannen zijn. (Make sure your shoulders, chest and belly are relaxed.)
Blijf rustig en adem rustig door. (Stay calm and continue breathing slowly.)
Je voelt je daarna rustig en ontspannen. (Afterwards you will feel calm and relaxed.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Reflectie in een dagboek over de dagelijkse werksleur. Tijd om te veranderen?

Reflection in a diary about the daily grind at work. Time for a change?
1. Joost: Goeiemorgen Floor, hoe gaat het met jou vandaag? (Good morning Floor, how are you doing today?)
2. Floor: Goeiemorgen Joost, ik voel me goed, maar ik ben ook een beetje gestrest. (Good morning Joost, I’m feeling well, but I’m also a bit stressed.)
3. Joost: De werkdruk is hoog, hè? Ik merk dat ook deze week. (The workload is heavy, isn’t it? I’m noticing that this week as well.)
4. Floor: Ja, soms doe ik een ademhalingsoefening om te ontspannen. (Yes, sometimes I do a breathing exercise to relax.)
5. Joost: Hoe doe je die oefening? Misschien helpt het mij ook. (How do you do that exercise? Maybe it could help me too.)
6. Floor: Ik ga rustig zitten, sluit mijn ogen en adem langzaam in. (I sit down quietly, close my eyes, and breathe in slowly.)
7. Joost: Adem je dan ook langer uit om te ontspannen? (Do you also breathe out more slowly to relax?)
8. Floor: Ja, ik adem langer uit om de spanning los te laten. (Yes, I breathe out longer to let go of the tension.)
9. Joost: Ik ga het straks proberen, dankjewel. (I’ll try it later, thanks.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Hoe voelt Floor zich aan het begin van het gesprek?

(How does Floor feel at the beginning of the conversation?)

2. Wat doet Floor om te ontspannen?

(What does Floor do to relax?)

3. Wat zegt Joost over zijn ervaring deze week?

(What does Joost say about his experience this week?)

4. Hoe ademt Floor tijdens haar oefening?

(How does Floor breathe during her exercise?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Hoe ga je om met stress op het werk?
    2. How do you manage stress at work?
  2. Welke simpele ontspanningsoefening doe jij na een drukke dag?
    3. What simple relaxation exercise do you do after a hectic day?
  3. Wat voel je in je lichaam wanneer je gestrest bent?
    4. What sensations do you feel in your body when you are stressed?
  4. Kun je uitleggen hoe een ademhalingsoefening je helpt rustiger te worden?
    5. Can you explain how a breathing exercise helps you to relax?