Teaching guidelines +/- 15 minutes
Conversation
1. | Persoon 1: | Goedemiddag, kunt u mij helpen? Ik zoek een apotheek in de buurt. | (Good afternoon, can you help me? I am looking for a pharmacy nearby.) Show |
2. | Persoon 2: | Ja, er is een apotheek vlakbij het station. Loop rechtuit en sla bij de tweede straat linksaf. | (Yes, there is a pharmacy close to the station. Walk straight ahead and turn left at the second street.) Show |
3. | Persoon 1: | Dank u, ben ik dan al bijna bij de apotheek? | (Thank you, am I almost at the pharmacy then?) Show |
4. | Persoon 2: | Nee, daarna gaat u bij de derde straat rechtsaf en loopt u door tot aan de bibliotheek. | (No, after that turn right at the third street and walk on until you reach the library.) Show |
5. | Persoon 1: | Is dat in de Stationsstraat, naast het oude postkantoor? | (Is that on Stationsstraat, next to the old post office?) Show |
6. | Persoon 2: | Ja, dat klopt! Daar loopt u de straat in en dan ongeveer vijf minuten rechtdoor tot u de apotheek ziet. | (Yes, that's right! You walk down that street and then straight ahead for about five minutes until you see the pharmacy.) Show |
7. | Persoon 1: | Kunt u dat misschien op uw telefoon laten zien? Mijn batterij is bijna leeg en ik kan de navigatie niet gebruiken. | (Could you maybe show that on your phone? My battery is almost dead and I can't use the navigation.) Show |
8. | Persoon 2: | Natuurlijk, ik laat het u zien. Het is inderdaad best veel om te onthouden. | (Of course, I'll show you. It is indeed quite a lot to remember.) Show |
9. | Persoon 1: | Heel erg bedankt! Met de kaart is het duidelijk. Dank u voor uw hulp! | (Thank you very much! With the map it’s clear. Thank you for your help!) Show |
Exercise 1: Discussion questions
Instruction: Discuss the questions after listening to the audio or reading through the text.
- Waar ligt de apotheek?
- Leg de weg uit naar de apotheek in jouw buurt.
Where is the pharmacy?
Explain the way to the pharmacy in your neighborhood.