Leer de kunst van het tafeldekken in deze video, zo ben je voorbereid op bezoek.
Learn the art of setting the table in this video, so you are prepared for guests.
Exercise 1: Listening comprehension
Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.
| Word | Translation |
|---|---|
| de vorken | the forks |
| de messen | the knives |
| de lepels | the spoons |
| het vismes | the fish knife |
| het steakmes | the steak knife |
| het dessertbestek | the dessert cutlery |
| het waterglas | the water glass |
| de wijnglazen | the wine glasses |
| het bordje | the side plate |
| het botermes | the butter knife |
| de gevouwen servetten | the folded napkins |
| de servetringen | the napkin rings |
| het kaasplankje | the cheese board |
Exercise 2: Dialogue
Instruction: Read the dialogue and answer the questions.
Lieke heeft een promotie gekregen en nodigt collega’s uit om het te vieren bij een etentje. Haar vriend Klaas helpt alvast de tafel te dekken.
Lieke has received a promotion and is inviting colleagues to celebrate it with a dinner. Her boyfriend Klaas is already helping to set the table.
| 1. | Klaas: | Ik ben blij met mijn promotie en dat we samen gaan eten om het te vieren. | (I am happy about my promotion and that we are going to eat together to celebrate.) |
| 2. | Lieke : | Ik ben heel blij voor jou en trots! | (I am very happy for you and proud!) |
| 3. | Klaas: | Dank je, schat, dat is lief. | (Thank you, dear, that's sweet.) |
| 4. | Lieke : | Laten we de tafel klaarzetten. Ik pak de vorken, messen en lepels. | (Let's set the table. I'll get the forks, knives, and spoons.) |
| 5. | Klaas: | Goed, leg ook het steakmes klaar. | (Good, also put the steak knives on the table.) |
| 6. | Lieke : | Dat doe ik. Zet jij de glazen en borden neer? | (I'm doing that. Will you put out the glasses and plates?) |
| 7. | Klaas: | Ja, waterglazen en wijnglazen. Hebben we wijn? | (Yes, water glasses and wine glasses. Do we have any wine?) |
| 8. | Lieke : | Oh nee, dat ben ik vergeten! Het kaasplankje staat al klaar. | (Oh no, I forgot! The cheese plate is already ready.) |
| 9. | Klaas: | Geen kaasplank zonder wijn. Ik ga naar de winkel. | (No cheese platter without wine. I'm going to the store.) |
| 10. | Lieke : | Goed, ik maak de tafel verder klaar en vouw de servetten. | (Good, I'll finish setting the table and fold the napkins.) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Wat doet Lieke als eerste om de tafel klaar te maken?
(What does Lieke do first to prepare the table?)2. Waarom gaat Klaas naar de winkel?
(Why does Klaas go to the store?)3. Wat zegt Klaas over het bestek?
(What does Klaas say about the cutlery?)4. Wat vieren Klaas en Lieke samen volgens de tekst?
(What are Klaas and Lieke celebrating together according to the text?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.
- Hoe vier jij speciale gelegenheden, zoals een promotie, met vrienden of familie?
- Kun je uitleggen hoe jij thuis de tafel dekt voor een etentje met gasten?
- Wat vind jij belangrijk als je gasten uitnodigt, zoals eten, drinken en sfeer?
- Heb jij ooit iets vergeten te regelen voor een etentje? Wat heb je toen gedaan?
How do you celebrate special occasions, like a promotion, with friends or family?
Can you explain how you set the table at home for a dinner with guests?
What do you think is important when you invite guests, such as food, drinks, and the atmosphere?
Have you ever forgotten to prepare something for a dinner? What did you do then?