eze video legt uit waarom sommige mensen makkelijk slank blijven en anderen sneller aankomen, door genen, metabolisme en gedrag.
This video explains why some people stay slim easily and others gain weight faster, due to genes, metabolism and behaviour.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
Dik worden Getting fat
Aankomen Gaining weight
Dunne mensen Thin people
Dikke mensen Fat people
Overgewicht Overweight
Slank Slim
Lichaam Body

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

De man twijfelt over zijn uiterlijk en vraagt de vrouw om bevestiging.

The man is uncertain about his appearance and asks the woman for confirmation.
1. Man: Wat denk je, schat? Hoe ziet mijn haar eruit? Is het niet te kort? (What do you think, darling? How does my hair look? Isn't it too short?)
2. Vrouw: Nee, je ziet er goed uit. Je hebt mooi lang zwart haar. (No, you look good. You have beautiful long black hair.)
3. Man: Ik weet het niet. Ben ik niet te dik in deze broek? (I don't know. Am I not too fat in these pants?)
4. Vrouw: Je broek zit goed. Je bent niet te dik en ook niet te dun. (Your pants fit well. You're not too fat and not too thin either.)
5. Man: Ik vind mijn T-shirt niet mooi en het is klein. Past het goed? (I don't like my T-shirt and it's small. Does it fit well?)
6. Vrouw: Ja, je T-shirt is mooi en past bij je jeans. (Yes, your T-shirt is nice and matches your jeans.)
7. Man: Maar mijn jeans is te groot, of te wijd. Wat denk jij? (But my jeans are too big, or too loose. What do you think?)
8. Vrouw: Die jeans zit goed. Het is niet te wijd. (Those jeans fit well. They are not too loose.)
9. Man: Je hebt gelijk, maar ik weet het niet. (You're right, but I don't know.)
10. Vrouw: Wat is er? (What's wrong?)
11. Man: Ik wil er goed uitzien voor het feestje, begrijp je? (I want to look good for the party, you know?)
12. Vrouw: Je gedraagt je als een onzekere tiener! We moeten nu echt gaan. (You're behaving like an insecure teenager! We really have to go now.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat vindt de man van zijn haar na het knippen?

(What does the man think of his hair after the haircut?)

2. Wat zegt de vrouw over de broek van de man?

(What does the woman say about the man's pants?)

3. Hoe voelt de man zich over zijn T-shirt?

(How does the man feel about his T-shirt?)

4. Waarom wil de man er goed uitzien?

(Why does the man want to look good?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Wat vind jij belangrijk bij het kiezen van kleding voor een feest?
  2. What do you find important when choosing clothes for a party?
  3. Hoe troost jij iemand die zich zorgen maakt over zijn uiterlijk?
  4. How do you comfort someone who is worried about their appearance?
  5. Beschrijf de haarkleur en haarstijl van een familielid of vriend(in).
  6. Describe the hair color and hairstyle of a family member or friend.
  7. Wat vind jij mooie kenmerken van een kledingstuk dat goed past?
  8. What do you find beautiful features of a piece of clothing that fits well?