10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben
Linda omschrijft haar nieuwe ochtendroutine, met koffie.
Linda beschreibt ihre neue Morgenroutine, mit Kaffee.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
om vier uur opstaan um vier Uhr aufstehen
de wekker gaat der Wecker geht
een kopje koffie pakken eine Tasse Kaffee nehmen
wakker worden wach werden
mascara opdoen Mascara auftragen
koffie klaarzetten Kaffee vorbereiten
naar het werk gaan zur Arbeit gehen
ontbijten frühstücken
Sinds ik nieuwslezeres ben in de ochtendshow, is mijn ochtendroutine veranderd. (Seit ich Morgensprecherin in der Frühsendung bin, hat sich meine Morgenroutine verändert.)
Mijn wekker gaat om vier uur 's ochtends af en ik sta dan op. (Mein Wecker klingelt um vier Uhr morgens und dann stehe ich auf.)
Ik ga naar het koffiezetapparaat voor een cappuccino. (Ich gehe zum Kaffeeautomaten, um einen Cappuccino zu holen.)
Dan ga ik met de auto naar mijn werk. (Dann fahre ich mit dem Auto zur Arbeit.)
Ik heb geen tijd om te ontbijten in de ochtend. (Morgens habe ich keine Zeit zu frühstücken.)
Ik ontbijt pas na mijn werk. (Ich frühstücke erst nach der Arbeit.)
Het zou fijn zijn als mijn collega’s koffie zouden maken in de studio, maar dat gebeurt niet. (Es wäre schön, wenn meine Kolleginnen und Kollegen im Studio Kaffee machen würden, aber das passiert nicht.)
Ik heb ook geen tijd om de krant te lezen. (Ich habe auch keine Zeit, die Zeitung zu lesen.)
Ik moet namelijk de ochtendshow presenteren! (Ich muss nämlich die Frühsendung moderieren!)

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Twee vrienden bespreken de dagelijkse routine van Linda, zij presenteert bij de radio.

Zwei Freunde besprechen die tägliche Routine von Linda, sie moderiert im Radio.
1. Liam: Heb je gehoord van Linda? Zij staat om vier uur op. (Hast du von Linda gehört? Sie steht um vier Uhr auf.)
2. Emma: Dat kan ik echt niet. Ik slaap tot acht uur. (Das kann ich wirklich nicht. Ich schlafe bis acht Uhr.)
3. Liam: Ik sta op om negen uur. Ik scheer me en ik ontbijt daarna. (Ich stehe um neun Uhr auf. Ich rasiere mich und frühstücke danach.)
4. Emma: Ik ook! Ik eet altijd en ik drink koffie. (Ich auch! Ich esse immer und trinke Kaffee.)
5. Liam: Scheer jij je ook? (Rasierest du dich auch?)
6. Emma: Nee, grapjas. Ik was mijn gezicht. Ik doe mascara op. Ik zet koffie klaar. (Nein, Witzbold. Ich wasche mein Gesicht. Ich trage Mascara auf. Ich bereite Kaffee zu.)
7. Liam: Ik ga ook met de auto naar mijn werk, zoals Linda. (Ich fahre auch mit dem Auto zur Arbeit, wie Linda.)
8. Emma: Laten we morgen samen met de fiets naar het werk gaan in plaats van met de auto. (Lass uns morgen zusammen mit dem Fahrrad zur Arbeit fahren anstatt mit dem Auto.)
9. Liam: Ja, dat is goed! Dan beginnen we onze ochtend ontspannen en gezond. (Ja, das ist gut! Dann beginnen wir unseren Morgen entspannt und gesund.)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Wat vindt Liam van het feit dat Linda om vier uur opstaat?

(Was hält Liam davon, dass Linda um vier Uhr aufsteht?)

2. Wat doet Liam nadat hij is opgestaan?

(Was macht Liam, nachdem er aufgestanden ist?)

3. Wat doet Emma ’s ochtends voordat ze naar haar werk gaat?

(Was macht Emma morgens, bevor sie zur Arbeit geht?)

4. Wat besluiten Liam en Emma morgen samen te doen?

(Was beschließen Liam und Emma morgen zusammen zu machen?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Hoe laat sta jij meestal op en wat doe je dan eerst?
    2. Um wie viel Uhr stehst du meistens auf und was machst du dann zuerst?
  2. Wat eet jij graag als ontbijt en wat drink je erbij?
    3. Was isst du gerne zum Frühstück und was trinkst du dazu?
  3. Gebruik je in de ochtend speciale producten, bijvoorbeeld mascara of scheerschuim?
    4. Verwendest du morgens spezielle Produkte, zum Beispiel Mascara oder Rasierschaum?
  4. Hoe ga jij meestal naar je werk of studie en waarom?
    5. Wie kommst du meistens zur Arbeit oder zum Studium und warum?

Übung 5: Praxis im Kontext

Anleitung: Vertaal de liedjestekst en luister naar de originele versie.

  1. https://songteksten.net/lyric/1648/32812/herman-van-veen/opzij.html
  2. https://www.youtube.com/watch?v=fJvCMP90ylI