10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Herken de woorden: spijkerbroek, hartstikke leuk, kleding, mode, we hebben veel gekocht, trends, kleren, winkels, goedkoper, uitverkocht, shirtjes, koop meer, kopen, weggooien, textiel, afval, kledingwinkels, heb je het nodig? Is het leuk?
Erkenne die Wörter: Jeans, richtig toll, Kleidung, Mode, wir haben viel gekauft, Trends, Klamotten, Geschäfte, billiger, ausverkauft, Shirts, kauf mehr, kaufen, wegwerfen, Textilien, Müll, Bekleidungsgeschäfte, brauchst du es? Ist es schön?

Een dialoog in een kledingwinkel op de Kalverstraat in Amsterdam. De klant vraagt naar kleding, maten en prijzen terwijl de verkoper helpt met stijladvies.

1. Verkoper: Goedemorgen, kan ik u helpen? (Guten Morgen, kann ich Ihnen helfen?) Anzeigen
2. Maria: Hallo, ik zoek een rok voor een feestje. Heeft u iets in maat 38? (Hallo, ich suche einen Rock für eine Party. Haben Sie etwas in Größe 38?) Anzeigen
3. Verkoper: Ja, we hebben deze rok in maat 38. Die staat mooi bij een blouse. (Ja, wir haben diesen Rock in Größe 38. Er passt gut zu einer Bluse.) Anzeigen
4. Maria: Ik wil liever iets in een lichte kleur. (Ich möchte lieber etwas in einer hellen Farbe.) Anzeigen
5. Verkoper: Dan kunt u deze beige broek proberen, die past goed bij een zwarte riem en een blauw t-shirt. (Dann können Sie diese beige Hose probieren, die gut zu einem schwarzen Gürtel und einem blauen T-Shirt passt.) Anzeigen
6. Maria: Goed idee. Heeft u ook een jas en een hoed? (Gute Idee. Haben Sie auch eine Jacke und einen Hut?) Anzeigen
7. Verkoper: Ja, dat hebben we. Of anders is een trui ook leuk bij deze kleding. (Ja, das haben wir. Oder alternativ ist ein Pullover auch schön zu dieser Kleidung.) Anzeigen
8. Maria: Kunt u mij laarzen aanraden die erbij passen? (Können Sie mir Stiefel empfehlen, die dazu passen?) Anzeigen
9. Verkoper: Neem bruine laarzen of schoenen, dat staat mooi en zit lekker. (Nehmen Sie braune Stiefel oder Schuhe, das sieht gut aus und ist bequem.) Anzeigen
10. Maria: Prima! Kan ik ook met de pinpas betalen? (Prima! Kann ich auch mit der EC-Karte bezahlen?) Anzeigen
11. Verkoper: Ja hoor, dat kan. De totale prijs is 150 euro. (Ja, das geht. Der Gesamtpreis beträgt 150 Euro.) Anzeigen

Übung 1: Diskussionsfragen

Anleitung: Diskutiert die Fragen, nachdem ihr das Audio gehört oder den Text gelesen habt.

  1. Wat combineert de verkoper met de beige broek?
    2. Womit kombiniert der Verkäufer die beige Hose?
  2. Wat raadt de verkoper aan voor laarzen bij Maria's outfit?
    3. Was empfiehlt der Verkäufer für Stiefel zu Marias Outfit?
  3. Wat draag jij meestal naar een feestje? Beschrijf je favoriete outfit.
    4. Was trägst du normalerweise zu einer Party? Beschreibe dein Lieblingsoutfit.
  4. Welke maten heb jij voor kleding?
    5. Welche Größen haben Sie für Kleidung?