Leer hoe je in het Nederlands praat over het verzorgen van kamerplanten en tuinplanten met de constructie 'Zijn aan het + infinitief'. Deze les biedt praktische woordenschat, voorbeeldzinnen en dialogen om dagelijkse tuinieractiviteiten te beschrijven en te oefenen. Ideaal voor beginners die hun vaardigheden in de Nederlandse tegenwoordige tijd willen uitbreiden.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de woorden in twee groepen: kamerplanten en tuinplanten. Schrijf per groep de bijpassende woorden op.
Kamerplanten
Tuinplanten
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De plant
De plant
2
De aarde
De aarde
3
De boom
De boom
4
De bloem
De bloem
5
De tuinman
De tuinman
Oefening 5: Gespreksoefening
Instructie:
- Zeg wat je in de tuin kunt zien. (Zeg wat je in de tuin kunt zien.)
- Beschrijf je eigen of je ideale tuin. (Beschrijf je eigen of je ideale tuin.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ben __________ aan het zaaien in de tuin.
2. Jij bent de planten water __________ geven.
3. Hij is de bloemen __________ sproeien.
4. Wij zijn de tuin __________ onderhouden.
Oefening 8: Kamerplanten verzorgen op een regenachtige dag
Instructie:
Werkwoordschema's
Zijn - Zijn
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- Ik ben
- Jij bent
- Hij/Zij is
- Wij zijn
- Jullie zijn
- Zij zijn
Zaaien - Zaaien
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- Ik zaai
- Jij zaait
- Hij/Zij zaait
- Wij zaaien
- Jullie zaaien
- Zij zaaien
Sproeien - Sproeien
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- Ik sproei
- Jij sproeit
- Hij/Zij sproeit
- Wij sproeien
- Jullie sproeien
- Zij sproeien
Groeien - Groeien
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- Ik groei
- Jij groeit
- Hij/Zij groeit
- Wij groeien
- Jullie groeien
- Zij groeien
Oefening 9: Zijn aan het + infinitief
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Zijn aan het + infinitief
Toon vertaling Toon antwoordenaan het sproeien, zijn aan het klimmen, is aan het werken, is aan het groeien, zijn aan het verwelken, aan het regenen is
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zaaien zaaien Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zaai | (ik) zaai |
(jij) zaait/zaai | (jij) zaait/zaai |
(hij/zij/het) zaait | (hij/zij/het) zaait |
(wij) zaaien | (wij) zaaien |
(jullie) zaaien | (jullie) zaaien |
(zij) zaaien | (zij) zaaien |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les "Kamerplanten en tuinplanten"
In deze les leer je de basis van het verzorgen van planten in huis en in de tuin met de constructie "Zijn aan het + infinitief". Deze grammaticale vorm gebruik je om aan te geven dat iemand iets op dat moment aan het doen is, zoals "Ik ben de planten water aan het geven" of "Hij is de bloemen aan het sproeien".
Wat leer je in deze les?
- Het verschil tussen kamerplanten en tuinplanten, zoals "de plant", "de bloem", "het blad" binnen en "de boom", "het zaad", "de tuinman" buiten.
- Hoe je de tegenwoordige tijd met "zijn aan het + infinitief" toepast in dagelijkse situaties.
- Veelgebruikte woordenschat en zinnen over planten verzorgen en tuinieren.
Voorbeeldzinnen
Je oefent met zinnen als "Wij zijn de aarde aan het omspitten voor de nieuwe planten" en "Het blad van de kamerplant is aan het verwelken omdat hij te weinig water krijgt". Dit helpt je om over dagelijkse werkzaamheden te praten en je Nederlandse spreekvaardigheid te verbeteren.
Praktische toepassingen
Daarnaast zijn er dialogen over gesprekken bij de plantenwinkel en het verzorgen van planten, zodat je leert hoe je dit onderwerp in het echte leven bespreekt. Je leert ook werkwoorden zoals "geven", "sproeien", en "zaaien" correct te vervoegen en toe te passen.
Specifieke kenmerken van "Zijn aan het + infinitief"
Deze constructie in het Nederlands is vergelijkbaar met de Engelse present continuous, bijvoorbeeld "I am giving". Het drukt een handeling uit die nu gaande is. Bijvoorbeeld, "Ik ben de planten water aan het geven" vertaalt naar "I am giving water to the plants". Dit is een manier om met nadruk het nu-gebeuren aan te duiden, wat handig is om dagelijkse activiteiten te beschrijven.
Belangrijke woorden en zinnen: kamerplanten, tuinplanten, aan het geven, aan het sproeien, aan het zaaien, de tuinman, het blad, de aarde.