Oefening 1: Luistervaardigheid
Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.
| Woord |
|---|
| de medewerker |
| wat voor werk doet zij? |
| doktersassistente |
| de assistente |
| de bloemist |
| ik werk in een kledingwinkel |
| de accountant |
| wat doe je zelf? |
| ik werk in sales en marketing |
Oefening 2: Dialoog
Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.
Vertel wat voor werk je doet.
| 1. | Marco: | Wat voor werk doe je? |
| 2. | Anna: | Ik werk in een winkel. Ik ben verkoopster. |
| 3. | Marco: | Ik ben leraar. Ik geef les aan volwassenen. |
| 4. | Anna: | Leuk! Welk werk wil je niet doen? |
| 5. | Marco: | Ik wil geen politieagent zijn, of bakker. Die werken lang. |
| 6. | Anna: | Ik wil ook geen manager of advocaat zijn. Die werken veel. |
| 7. | Marco: | Misschien wil ik accountant, ingenieur of dokter worden. Dan verdien ik meer geld. |
| 8. | Anna: | Ja, maar werken als ober, verpleger of kapper is socialer. |
| 9. | Marco: | Dat klopt. Maar ik ben blij als leraar. |
| 10. | Anna: | Je hebt dan ook veel vakantie. |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Wat voor werk doet Anna volgens de tekst?
2. Waarom wil Marco geen politieagent of bakker zijn?
3. Welke beroepen noemt Anna 'socialer'?
4. Wat zegt Marco over zijn huidige baan?
Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.
- Welk beroep wil jij niet graag doen en waarom?
- Welke banen vind jij belangrijk in Nederland?
- Werk je momenteel of studeer je? Vertel er iets over.
- Wat is jouw droomberoep en waarom?
Oefening 5: Oefening in context
Instructie: Bekijk de video en probeer alle beroepen te herkennen.