Een journalist gaat in Nederland de straat op voor een kort gesprek waarin ze vraagt ‘Wat is jouw naam?’ en de ander antwoordt ‘Mijn naam is…
Een journalist gaat in Nederland de straat op voor een kort gesprek waarin ze vraagt ‘Wat is jouw naam?’ en de ander antwoordt ‘Mijn naam is…

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord
Hoe heet je?
Mijn tweede naam
Ik ben Roland.
Ik vind dat een mooie naam is.
Een naam geven
Ben jij Noud? Heet u Emma?
Nee, hoe heet je dan? Wessel, Helena, Berend, Silke, Caroline, Iske.
Soms heeft iemand een tweede naam.
Ben je vernoemd naar iemand? Ja, naar mijn oma.
Mijn tweede naam wel, maar mijn eerste naam weet ik niet.
Geef je naam je een trots gevoel? Ja, dat wel.
Ik vind het een mooie naam. Heel speciaal.
Misschien geef ik deze naam later aan mijn kinderen.
Ik ben blij met mijn naam.
Hoe heten jullie? Ik ben Joyce. Ik ben Ronald.
Ben je blij met je naam, Ronald?

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

De eerste les bij coLanguage!

1. Docent: Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, jouw docent Nederlands. Leuk je te ontmoeten!
2. Student: Goedemiddag! Leuk je te ontmoeten!
3. Docent: Vandaag oefenen we hoe je jezelf voorstelt. Hoe heet jij?
4. Student: Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens.
5. Docent: Leer jij nu voor het eerst Nederlands?
6. Student: Ja, maar ik begrijp al enkele woorden.
7. Docent: Goed zo! Heb je het rooster al gekregen?
8. Student: Ja, de lessen zijn op maandag en woensdag.

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Wat is de achternaam van de student?


2. Op welke dagen heeft de student les?


3. Hoe heet de docent?


4. Wat betekent 'Welkom' in de dialoog?


Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Wat is jouw voornaam en achternaam?
  2. Wat is jouw voornaam en achternaam?
  3. Hoe begroet je iemand die je voor het eerst ontmoet?
  4. Hoe begroet je iemand die je voor het eerst ontmoet?
  5. Stel jezelf voor als nieuwe leerling in een Nederlandse taalles.
  6. Stel jezelf voor als nieuwe leerling in een Nederlandse taalles.
  7. Op welke dagen wil jij graag taalles volgen?
  8. Op welke dagen wil jij graag taalles volgen?