Leer de basis van negatie in het Nederlands met duidelijk uitleg over het gebruik van 'niet' en 'geen'. Ontdek wanneer en hoe je deze woorden gebruikt om correct te ontkennen bij zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Met praktische voorbeelden en uitleg over de positie van 'niet' in zinnen met infinitieven.
- 'Niet' staat meestal achter het werkwoord of voor het woord dat ontkend wordt.
- Bij een zin met infinitief wordt 'niet' meestal achter de infinitief geplaatst, behalve wanneer er nog een vervoegd werkwoord in de hoofdzin staat.
Type | Positief (Positief) | Negatief (Negatief) |
---|---|---|
Zelfstandig naamwoord zonder lidwoord (Zelfstandig naamwoord zonder lidwoord) | Ik heb geld. | Ik heb geen geld. |
Werkwoord (Werkwoord) | Wij gaan zwemmen. Wij werken. | Wij gaan niet zwemmen. Wij werken niet. |
Infinitief | Wij werken. Ik kan zwemmen. | Wij werken niet. Ik kan niet zwemmen. |
Bijvoeglijk naamwoord (Bijvoeglijk naamwoord) | Hij is vriendelijk. | Hij is niet vriendelijk. |
Oefening 1: Negatie
Instructie: Vul het juiste woord in.
geen, niet
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik vind hem ______ vriendelijk.
2. Zij heeft ______ geduld.
3. Wij spreken ______ hard.
4. Hij is ______ spontaan.
5. Ik heb ______ overzicht.
6. Jij kunt ______ goed luisteren.