Obtén retroalimentación instantánea sobre tu escritura a través de portal.colanguage.com, o reserva una clase de conversación para practicar este material con tu profesor/a.
1. Inmersión lingüística
Esta actividad incluye vídeo, diálogos y audio para sumergirte en el vocabulario de esta lección.
A1.1.1 Actividad
Saludar en diferentes contextos
Dos vecinos del barrio se encuentran después de un choque accidental anterior en la calle.
2. Vocabulario (12) Compartir ¡Copiado!
3. Gramática Compartir ¡Copiado!
No es lo más emocionante, lo admitimos, pero es absolutamente esencial (¡y prometemos que valdrá la pena)!
A1.1.2 Gramática
Pronombres personales (ik, jij, hij,…)
Los pronombres personales reemplazan a los nombres y se usan como sujeto. Ejemplos: ik, jij, wij, zij.
verbo clave
Zijn (ser)
Aprende a conjugar el verbo "ser" en holandés: tiempo presente continuo, modo indicativo
verbo clave
Hebben (tener)
Aprende a conjugar el verbo "tener" en neerlandés: presente continuo, modo indicativo
4. Ejercicios Compartir ¡Copiado!
Ejercicio 1: Preparación del examen
Instrucción: Lee el texto, rellena los huecos con las palabras que faltan y responde a las preguntas que aparecen a continuación
Eerste dag op de taalschool
Words to use: Hallo, herhalen, Goedemorgen, Goedemorgen, morgen, aangenaam, morgen
(Eerste dag op de taalschool)
Het is acht uur in de ochtend. Anna komt in een lokaal van een taalschool in Amsterdam. Zij is nieuw in de groep.
De docent zegt: “ , ik ben Mark.” Anna zegt: “ , ik ben Anna, .” De andere studenten zeggen: “ Anna, leuk je te ontmoeten!”
In de les zegt Anna: “Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u dat ?” De docent zegt rustig: “Ja hoor.”
Na de les zegt Anna: “Tot !” De docent en de studenten zeggen: “Tot , fijne dag!”Het is acht uur in de ochtend. Anna komt in een lokaal van een taalschool in Amsterdam. Zij is nieuw in de groep.
De docent zegt: “Goedemorgen, ik ben Mark.” Anna zegt: “Goedemorgen, ik ben Anna, aangenaam.” De andere studenten zeggen: “Hallo Anna, leuk je te ontmoeten!”
In de les zegt Anna: “Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u dat herhalen?” De docent zegt rustig: “Ja hoor.”
Na de les zegt Anna: “Tot morgen!” De docent en de studenten zeggen: “Tot morgen, fijne dag!”
Preguntas abiertas:
-
Waar is Anna in dit verhaal?
(Waar is Anna in dit verhaal?)
-
Wat zegt Anna als zij de uitleg niet begrijpt?
(Wat zegt Anna als zij de uitleg niet begrijpt?)
-
Wat zeggen de mensen aan het einde van de les?
(Wat zeggen de mensen aan het einde van de les?)
Ejercicio de escritura:
Schrijf 3 of 4 korte zinnen over hoe jij een docent en je klasgenoten groet op je eerste dag in de les.
(Schrijf 3 of 4 korte zinnen over hoe jij een docent en je klasgenoten groet op je eerste dag in de les.)
Expresiones útiles:
-
Goedemorgen, ik ben …
(Goedemorgen, ik ben …)
-
Aangenaam, leuk je te ontmoeten.
(Aangenaam, leuk je te ontmoeten.)
-
Sorry, ik begrijp het niet.
(Sorry, ik begrijp het niet.)
-
Tot morgen, fijne dag!
(Tot morgen, fijne dag!)
Ejercicio 2: Reordenar oraciones
Instrucción: Haz frases correctas.
Ejercicio 3: Opción múltiple
Instrucción: Elige la solución correcta
1. Hallo, ik ben Tom. Ik __ blij je te ontmoeten!
(Hola, soy Tom. Yo __ me alegra conocerte!)2. Jij __ een leuke naam, hoe heet je?
(Tú __ un nombre bonito, ¿cómo te llamas?)3. Wij __ veel vragen over de les. Kunt u dat uitleggen?
(Nosotros __ muchas preguntas sobre la lección. ¿Puede explicarlo?)4. Tot straks! Ik __ straks terug in de klas.
(¡Hasta luego! Yo __ pronto de vuelta en la clase.)Ejercicio 4: Tarjetas de diálogo
Instrucción: Selecciona una situación y practica la conversación con tu profesor o compañeros.
Ejercicio 5: Responder a la situación
Instrucción: Da una respuesta adecuada según la situación.
1
2
3
4
Oefening 6: Ejercicio de conversación
Instructie:
- Gebruik de juiste begroeting in elke situatie en begin een praatje. (Utiliza el saludo correcto en cada situación y empieza una pequeña charla.)
Pautas docentes +/- 10 minutos
Frases de ejemplo:
|
Goedemorgen! ¡Buenos días! |
|
Goedemiddag! ¡Buenas tardes! |
|
Goedenavond! ¡Buenas noches! |
|
Hoe gaat het met je? ¿Cómo estás? |
|
Prima. En met jou? Bien. ¿Y tú? |
|
Tot ziens! ¡Hasta luego! |
|
Sorry, kun je het herhalen alsjeblieft? Perdona, ¿puedes repetir, por favor? |
|
Ik begrijp het niet. No entiendo. |
|
Kunt u dat spellen? ¿Podrías deletrearlo? |
|
Aangenaam kennis te maken. Encantado de conocerte. |
| ... |
¿No ves progreso cuando aprendes por tu cuenta? ¡Estudia este material con un profesor certificado!
¿Quieres practicar holandés hoy? ¡Eso es posible! Solo contacta a uno de nuestros profesores hoy mismo.