Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe het Spaans het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt om toestanden en eigenschappen uit te drukken. Deze les behandelt de aanpassing in geslacht en aantal van deelnamen zoals cansado, lesionado en agotado. Ontdek praktische voorbeelden en vergelijkingen met het Nederlands, speciaal voor beginnende Spaansstudenten (A1).
  1. Voltooide deelwoorden functioneren als bijvoeglijke naamwoorden wanneer ze een staat of kenmerk beschrijven. Voorbeeld: "Los niños están cansados".
 Singular (Enkelvoud)Plural (Meervoud)
Masculino (Mannelijk)

Agotado

Él se siente agotado (Hij voelt zich uitgeput.)

Agotados

Ellos se sienten agotados (Zij voelen zich uitgeput.)

Lesionado

El chico está lesionado. (De jongen is geblesseerd.)

Lesionados

Los chicos están lesionados. (De jongens zijn geblesseerd.)

Femenino (Vrouwelijk)

Sudada

Ella está sudada. (Zij is bezweet.)

Sudadas

Ellas están sudadas. (Zij zijn bezweet.)

Cansada

Ella se siente cansada. (Zij voelt zich vermoeid.)

Cansadas

Ellas se sienten cansadas. (Zij voelen zich moe.)

Uitzonderingen!

  1. De deelwoorden die als bijvoeglijke naamwoorden gebruikt worden, passen zich aan in aantal en geslacht.

Oefening 1: El participio pasado como adjetivo: "-ado, -oso, ..."

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

relajadas, cansadas, lesionada, sudada, sudados, agotados, cansado, lesionado

1.
Después de correr, ellos están ....
(Na het rennen zijn zij bezweet.)
2.
El hombre está ... en las piernas.
(De man is gewond aan zijn benen.)
3.
Ella está ... y no puede ir a la escuela.
(Zij is gewond en kan niet naar school gaan.)
4.
Ellas se han relajado y ahora se sienten ....
(Zij hebben zich ontspannen en nu voelen zij zich ontspannen.)
5.
Ellos se sienten ... del trabajo.
(Zij voelen zich uitgeput door het werk.)
6.
Él se siente muy ... porque no ha dormido mucho.
(Hij voelt zich erg moe omdat hij niet veel heeft geslapen.)
7.
Las chicas están ... después de correr.
(De meisjes zijn moe na het rennen.)
8.
Amalia está ... porque está en el gimnasio.
(Amalia is bezweet omdat ze in de sportschool is.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Después de correr, estoy muy ________ y necesito descansar.

(Na het hardlopen ben ik erg ________ en moet ik rusten.)

2. Ella está ________ porque hizo mucho ejercicio.

(Ze is ________ omdat ze veel heeft gesport.)

3. Los jugadores ________ no pueden jugar el partido.

(De ________ spelers kunnen de wedstrijd niet spelen.)

4. Me siento ________ después de trabajar todo el día.

(Ik voel me ________ na de hele dag werken.)

5. El ________ de cabeza me molesta mucho hoy.

(De ________ hoofdpijn stoort me vandaag erg.)

6. Después de meditar, nos sentimos ________ y tranquilos.

(Na meditatie voelen we ons ________ en rustig.)

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: -ado, -oso, ...

In deze les leer je hoe het Spaans het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord om een toestand of eigenschap van een persoon of zaak uit te drukken. Het voltooid deelwoord wordt in dit geval niet als werkwoordsvorm gebruikt, maar als een manier om iets te beschrijven, vergelijkbaar met bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands.

Belangrijke kenmerken

  • Het voltooid deelwoord past zich aan in geslacht (mannelijk/vrouwelijk) en aantal (enkelvoud/meervoud), net als bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans.
  • Voorbeelden van zulke bijvoeglijke deelwoorden zijn cansado/cansada/cansados/cansadas (moe), lesionado/lesionada/lesionados/lesionadas (gewond) en agotado/agotada/agotados/agotadas (uitgeput).

Voorbeelden uit de les

  • Él se siente agotado.
  • Ella está sudada.
  • Los chicos están lesionados.
  • Ellas se sienten cansadas.

Tips voor studenten

Let erop dat het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd overeenkomt met het geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Dit is een belangrijk verschil ten opzichte van het Nederlands, waar het bijvoeglijk naamwoord niet altijd zo verandert.

Vergelijking Spaans en Nederlands

In het Spaans verandert het bijvoeglijk deelwoord dus naargelang het onderwerp, bijvoorbeeld el niño cansado (de vermoeide jongen) versus las niñas cansadas (de vermoeide meisjes). In het Nederlands blijft het bijvoeglijk naamwoord meestal hetzelfde: "de vermoeide jongen" en "de vermoeide meisjes". Ook worden in het Spaans regelmatig -o, -a, -os, -as achter het voltooid deelwoord gezet, afhankelijk van het geslacht en aantal.

Enkele nuttige woorden en uitdrukkingen die je in deze les zal tegenkomen zijn: cansado/a (moe), lesionado/a (gewond), agotado/a (uitgeput), sudado/a (bezweet). In het Nederlands gebruik je dan vaak gewoon het bijvoeglijk naamwoord zonder vervoeging op deze manier.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage