Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Deze les over Spaanse uitspraak (niveau A1) behandelt klanken die hetzelfde klinken maar anders worden geschreven, zoals 'g' en 'j', en klanken met verschillende uitspraken zoals 'r' en 'rr'. Je leert belangrijke regels met voorbeelden zoals 'gimnasio', 'queso' en 'perro'. Verschillen met het Nederlands komen aan bod, zoals de unieke Spaanse 'ñ' en het stilzwijgende 'h'. De les bevat ook nuttige zinnen voor beginners om de uitspraak te oefenen.
  1. De "g" voor a/o/u (ga/go/gu): wordt zacht uitgesproken. Voorbeeld: gasolina
  2. De "g" voor de e/i (ge/gi): wordt hard uitgesproken, als een "j". Voorbeeld: gimnasio
  3. De "gu" met i/e (gui/gue): de "u" wordt niet uitgesproken tenzij er een trema op staat. Voorbeeld: guitarra
  4. De "c" vóór de a/o/u (ca/co/cu): wordt uitgesproken als een "k". Voorbeeld: cama
  5. De "c" vóór e/i (ce/ci): wordt uitgesproken als een "z". Voorbeeld: cima
  6. De "qu" met i/e (qui/que): de "u" wordt niet uitgesproken en klinkt als een "k". Voorbeeld: queso
  7. De "r" kan klinken als een "rr" aan het begin van het woord of na de medeklinkers "l", "n", "s". Voorbeeld: rata

Misma pronunciación

g: girasol (zonnebloem)j: jirafa (giraffe)
c: cero (nul)z: zorro (vos)
y: hoy (vandaag)i: imagen (afbeelding)
y: yate (jacht)ll: llave (sleutel)
k: kiwi (kiwi)qu: quimera (kwikmeerkat)
k: kayac (kayak)c: camión (vrachtwagen)
b: barco (boot)v: vaso (glas)
r: ratón (rat)rr: perro (hond)

Distinta pronunciación

r: pera (peer)rr: tierra (aarde)
gu: guapo (guapo)gü: pingüino (pinguïn)

Uitzonderingen!

  1. De "ñ" is een unieke letter in het Spaans. Voorbeeld: "cuna" of "cuña"
  2. De "h" is stom behalve wanneer er een "c" voor staat ("ch"). Voorbeeld: chocolate of huevo
  3. De "rr" is sterk en de "r" is zacht in de meeste gevallen. Voorbeeld: perro of pero.
  4. In Spanje hebben de letters "s", "c" en "z" verschillende klanken. In Latijns-Amerika klinken ze echter vaak ongeveer hetzelfde.

Oefening 1: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ¿Cómo te llamas? Me ______ Carlos.

(Hoe heet je? Ik ______ Carlos.)

2. La ______ Martín es mi profesora de español.

(Mevrouw ______ Martín is mijn lerares Spaans.)

3. Mucho gusto en ______, me llamo Ana.

(Aangenaam je te ______, ik heet Ana.)

4. Mi apellido es García y mi ______ es Luis.

(Mijn achternaam is García en mijn ______ is Luis.)

5. El chico y la chica se ______ en la clase.

(De jongen en het meisje ______ zich voor in de klas.)

6. El señor Gómez ______ su nombre y apellido en el formulario.

(Meneer Gómez ______ zijn voornaam en achternaam op het formulier.)

Introductie tot Spaanse uitspraak

In deze les, gericht op beginners (A1-niveau), leer je de basisprincipes van de Spaanse uitspraak. Spaanse klanken kunnen soms verwarrend zijn, vooral wanneer verschillende letters hetzelfde klinken of wanneer eenzelfde letter verschillend wordt uitgesproken afhankelijk van de context. We bespreken hier enkele belangrijke regels en voorbeelden om je uitspraak te verbeteren en je verstaanbaarheid te vergroten.

Gelijkenissen in uitspraak

Veel letters en lettercombinaties in het Spaans klinken hetzelfde, ook al zijn ze anders geschreven. Bijvoorbeeld:

  • g zoals in girasol en j zoals in jirafa klinken hetzelfde.
  • c zoals in cero en z zoals in zorro klinken hetzelfde.
  • b zoals in barco en v zoals in vaso klinken vrijwel gelijk.

Dit soort overeenkomsten zijn erg handig om te weten bij het leren lezen en spreken.

Verschillen in uitspraak

Andere klanken zijn juist verschillend, bijvoorbeeld:

  • r in pera is zachter dan rr in tierra, dat een sterkere trilling heeft.
  • gu in guapo zonder diaeresis spreekt de u niet uit, terwijl in pingüino de u wel uitspreekt.

Belangrijke uitspraakregels

  • De letter g voor a, o, u wordt zacht uitgesproken, zoals in gasolina.
  • De g voor e, i klinkt als een harde "j", bijvoorbeeld in gimnasio.
  • De combinatie qu klinkt als een "k", waarbij de u niet wordt uitgesproken, zoals queso.
  • De r aan het begin van een woord of na l, n, s wordt sterk getril, zoals rata.
  • De ñ is een unieke Spaanse letter, uitgesproken als "nj", zoals in cuña.
  • De letter h is meestal stil, behalve in combinatie met ch, zoals in chocolate.

Verschillen met het Nederlands

Een groot verschil is dat het Spaans meerdere r-klanken heeft, van zacht tot sterk getrilde "r". In het Nederlands hoor je deze klanken meestal niet zo benadrukt. Daarnaast is de Spaanse ñ klank uniek en komt niet in het Nederlands voor, hier gebruik je bijvoorbeeld de combinatie "nj" om dit na te bootsen. Verder is het Spaanse "h" meestal stil, terwijl in het Nederlands de "h" altijd duidelijk klinkt. Ook valt op dat Spaanse letters als b en v bijna hetzelfde klinken, wat in het Nederlands niet voorkomt.

Handige Spaanse woorden en zinnen

  • ¿Cómo te llamas? Me llamo Carlos. (Hoe heet jij? Ik heet Carlos.)
  • La señora Martín es mi profesora de español. (Mevrouw Martín is mijn docent Spaans.)
  • Mucho gusto en conocerte, me llamo Ana. (Aangenaam je te ontmoeten, ik heet Ana.)
  • Mi apellido es García y mi nombre es Luis. (Mijn achternaam is García en mijn voornaam is Luis.)
  • El chico y la chica se presentan en la clase. (De jongen en het meisje stellen zich voor in de klas.)
  • El señor Gómez escribe su nombre y apellido en el formulario. (Meneer Gómez schrijft zijn voor- en achternaam op het formulier.)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage