Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de belangrijkste Spaanse tijdsbepalende bijwoorden zoals ahora, antes, después, luego, ya en todavía. Ontdek hun gebruik, positie in zinnen en voorbeelden om eenvoudig te spreken over tijd in het Spaans.
  1. Tijdelijke bijwoorden staan aan het begin van de zin wanneer je de tijd wilt benadrukken. Bijvoorbeeld "Ahora escucho la música."
  2. De bijwoorden van tijd komen aan het eind van de zin wanneer ze alleen aanvullende informatie geven of de nadruk op de tijd minder is. Bijvoorbeeld: "Escribo sobre música hoy."
Adverbio de tiempo (Tijdsbepaling)Ejemplo (Voorbeeld)
Ahora (Nu)Ahora pinto un cuadro. (Nu schilder ik een schilderij.)
Antes (Voorheen)Antes de ir al parque veo una película. (Voordat ik naar het park ga, kijk ik een film.)
Después (Later)Después de escuchar música vamos a la biblioteca. (Na het luisteren naar muziek gaan we naar de bibliotheek.)
Luego (Later)Luego doy un paseo. (Daarna maak ik een wandeling.)
Ya (Al)Ya hemos leído este libro. (Al hebben we dit boek gelezen.)
Todavía (nog)Todavía no he escuchado esta música. (Nog steeds heb ik deze muziek niet gehoord.)
Hoy (Vandaag)Hoy dibujo durante una hora. (Vandaag teken ik een uur lang.)
Mañana (Morgen)Mañana voy a sacar muchas fotos. (Morgen ga ik veel foto's maken.)
Temprano (Vroeg)Temprano leo el libro para la escuela. (Vroeg lees ik het boek voor school.)
Tarde (Laat)Tarde en la noche, no escucho música. (Laat in de avond luister ik geen muziek.)

Uitzonderingen!

  1. Met "ya" en "todavía" gebruiken we de voltooid tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: "Ya hemos sacado fotos en el museo."

Oefening 1: Adverbios de tiempo: "Ahora, antes, después, luego, etc..."

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Todavía, Ahora, Antes, Temprano, Hoy, Ya, Tarde, Después

1.
..., en este momento, escucho música en el jardín.
(Nu, op dit moment, luister ik naar muziek in de tuin.)
2.
... de salir, dibujo algo.
(Voordat ik vertrek, teken ik iets.)
3.
... he leído sobre la música.
(Ik heb al over muziek gelezen.)
4.
... no he pintado nada hoy.
(Ik heb vandaag nog niets geschilderd.)
5.
... de sacar las fotos, me voy a casa.
(Nadat ik de foto's heb gemaakt, ga ik naar huis.)
6.
... por la mañana escucho música.
(Vroeg in de ochtend luister ik naar muziek.)
7.
... por la noche veo una película.
(Laat in de nacht kijk ik een film.)
8.
... no he dibujado nada. A lo mejor dibujo algo mañana.
(Vandaag heb ik niets getekend. Misschien teken ik morgen iets.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ahora ______ un cuadro en mi tiempo libre.

(Nu ______ een schilderij in mijn vrije tijd.)

2. Antes de ir al museo, ______ un libro interesante.

(Voordat ik naar het museum ga, ______ ik een interessant boek.)

3. Después de escuchar música, ______ fotos con la cámara.

(Na het luisteren naar muziek, ______ ik foto's met de camera.)

4. Luego ______ un dibujo para decorar la habitación.

(Daarna ______ ik een tekening om de kamer te decoreren.)

5. Ya ______ leído esa película que tanto te gusta.

(We ______ die film die je zo leuk vindt al gezien.)

6. Todavía no ______ escuchado la música nueva del grupo.

(Ik ______ de nieuwe muziek van de band nog niet gehoord.)

Adverbios de tiempo: Nu, vroeger, later en meer

Deze les behandelt tijdsbepalende bijwoorden in het Spaans zoals ahora (nu), antes (voorheen), después (daarna), luego (later), ya (al), todavía (nog niet), hoy (vandaag), mañana (morgen), temprano (vroeg), en tarde (laat). Deze woorden geven aan wanneer een handeling plaatsvindt of benadrukken de tijd binnen de zin. Ze zijn essentieel op A1-niveau om dagelijkse situaties en activiteiten te beschrijven.

Gebruik en positie in de zin

Tijdsbepalende bijwoorden kunnen aan het begin van een zin staan als je de nadruk op het tijdstip wilt leggen, bijvoorbeeld: Ahora escucho la música. Staat het bijwoord achterin, dan geeft het extra informatie zonder nadruk: Escribo sobre música hoy.

Specifieke voorbeelden en regels

  • Ya en todavía worden vaak gebruikt met de pretérito perfecto, bij voorbeeld: Ya hemos sacado fotos en el museo.
  • De tabel in de les illustreert het gebruik met praktische zinnen, zoals: Después de escuchar música vamos a la biblioteca.

Belangrijke verschillen met het Nederlands

In het Spaans kunnen tijdsbepalende bijwoorden vaak flexibeler gepositioneerd worden dan in het Nederlands. Zo staat ahora in het begin of aan het eind van de zin met een verschil in nadruk. In het Nederlands plaatsen we woorden zoals "nu" meestal aan het begin of midden van de zin. Verder bestaat in het Spaans een duidelijk onderscheid met de pretérito perfecto, voor handelingen die al afgerond zijn, wat met ya en todavía wordt aangegeven. In het Nederlands wordt hiervoor vaker de voltooide tijd gebruikt, bijvoorbeeld "al" of "nog niet".

Handige woorden in het Spaans: ahora (nu), antes (voor), después (na), luego (later), ya (al), todavía (nog), hoy (vandaag), mañana (morgen).

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage