Leer je hoe je met 'estar + participio' tijdelijke toestanden en condities zoals "está cerrada" (is gesloten), "están vendidas" (zijn verkocht), en "está preparada" (is klaar) beschrijft, en hoe de participio in geslacht en aantal overeenkomt met het onderwerp.
  1. Ze kunnen emoties, fysieke toestanden of tijdelijke situaties beschrijven.
  2. Ze moeten qua geslacht en aantal overeenkomen met het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven.
Formula (Formule)Verbo (Werkwoord)Ejemplos (Voorbeelden)
Estar + verboCerrar (Sluiten)La oficina de correos está cerrada. (Het postkantoor is gesloten.)
Estar + verboVender (Verkopen)Las casas están vendidas. (De huizen zijn verkocht.)
Estar + verboAbrir (Openen)La comida está preparada. (Het eten is bereid.)

 

 

Oefening 1: Estar + voltooid deelwoord

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

preparadas, preparado, cerrada, abiertos, cerradas, vendido, organizada, alquilada

1. Cerrar:
La gasolinera está ... por la noche.
(La gasolinera está cerrada por la noche.)
2. Vender:
El coche está ....
(El coche está vendido.)
3. Cerrar:
Las escuelas están ....
(Las escuelas están cerradas.)
4. Preparar:
El hospital está ... para emergencias.
(El hospital está preparado para emergencias.)
5. Preparar:
Las bibliotecas están ... para el nuevo semestre.
(Las bibliotecas están preparadas para el nuevo semestre.)
6. Alquilar:
La oficina está ....
(La oficina está alquilada.)
7. Abrir:
Los hospitales están ... todos los días.
(Los hospitales están abiertos todos los días.)
8. Organizar:
La oficina de correos está ....
(La oficina de correos está organizada.)

Oefening 2: Dialoog voltooiing

Instructie: Voltooi de dialoog met de juiste oplossing

1. La biblioteca _____ abierta durante el día.

( De bibliotheek _____ overdag open.)

2. Las oficinas de correos _____ cerradas los domingos.

( De postkantoren _____ op zondag gesloten.)

3. La farmacia _____ abierta hasta las nueve de la noche.

( De apotheek _____ open tot negen uur 's avonds.)

4. El banco _____ cerrado por la tarde.

( De bank _____ ’s middags gesloten.)

5. Las urgencias del hospital _____ abiertas todo el día.

( De spoedeisende hulp van het ziekenhuis _____ de hele dag open.)

6. La panadería _____ cerrada hoy por mantenimiento.

( De bakkerij _____ vandaag gesloten wegens onderhoud.)

Het gebruik van "Estar" + voltooid deelwoord in het Spaans

In deze les leer je hoe je de constructie "Estar" + participio gebruikt om tijdelijke toestanden en situaties in het Spaans te beschrijven. Dit is een belangrijke structuur om aan te geven dat iets van tijdelijke aard is, bijvoorbeeld een status of conditie die kan veranderen.

Wat leer je precies?

  • De vorming van zinnen met "Estar" gevolgd door een voltooid deelwoord
  • Hoe deze constructie wordt gebruikt voor tijdelijke toestanden, zoals gesloten of verkocht zijn
  • De aanpassing van het voltooid deelwoord in geslacht en aantal, zodat het overeenkomt met het zelfstandig naamwoord
  • Veel voorkomende voorbeelden met werkwoorden als "cerrar" (sluiten), "vender" (verkopen) en "abrir" (openen/voorbereiden)

Belangrijke voorbeelden

  • La oficina de correos está cerrada.
  • Las casas están vendidas.
  • La comida está preparada.

Grammaticale aandachtspunten

Let op dat het voltooid deelwoord moet overeenkomen met het zelfstandig naamwoord in zowel geslacht (mannelijk of vrouwelijk) als aantal (enkelvoud of meervoud). Bijvoorbeeld:

  • La oficina está cerrada (vrouwelijk enkelvoud)
  • Las casas están vendidas (vrouwelijk meervoud)

Verschillen en nuttige vergelijkingen met het Nederlands

In het Spaans wordt de tijdelijke toestand vaak weergegeven met "estar" plus een voltooid deelwoord, terwijl het Nederlands meestal werkt met een bijvoeglijk naamwoord of een constructie met "zijn" plus voltooid deelwoord. Let op dat het Spaanse voltooid deelwoord hier niet als werkwoordstijd gebruikt wordt (zoals de voltooide tijd), maar als bijvoeglijk naamwoord dat een tijdelijke staat beschrijft.

Voorbeelden van nuttige woorden en uitdrukkingen:

  • cerrado – gesloten
  • abierto – open
  • vendido – verkocht
  • preparado – voorbereid / klaargemaakt

Deze les helpt je om situaties zoals 'De bibliotheek is open' of 'De postkantoren zijn gesloten' correct te formuleren in het Spaans, met de juiste grammaticale overeenstemming en betekenis.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage