Deze les over 'Wonen en accommodatie' leert je basiswoordenschat en zinnen om een appartement of huis te huren in het Spaans. Je oefent met belangrijke werkwoorden, verbindingswoorden en praktische dialogen met makelaars en verhuurders, waardoor je zelfverzekerd kunt communiceren in dagelijkse situaties rond huisvesting.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer de volgende woorden in twee categorieën: soorten accommodatie en personen of handelingen gerelateerd aan verhuur.
Tipos de alojamiento
Personas o acciones relacionadas con el alquiler
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La habitación
De kamer
2
El casero
De verhuurder
3
Reservar
Reserveren
4
Alquilar
Huren
5
La hipoteca
De hypotheek
Ejercicio 5: Gespreksoefening
Instrucción:
- Praat met de makelaar. Wat voor soort accommodatie wil je huren? (Praat met de makelaar. Wat voor soort accommodatie wil je huren?)
- Noem en beschrijf de soorten accommodaties op de foto's. Denk aan de prijzen. (Noem en beschrijf de soorten accommodaties op de foto's. Denk aan de prijzen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
¿Puedo alquilar la villa para el fin de semana? Es muy grande y tiene una piscina bonita. Kan ik de villa voor het weekend huren? Het is heel groot met een mooi zwembad. |
Quiero alquilar una habitación en este hotel por dos meses. Ik wil een kamer in dit hotel huren voor twee maanden. |
Creo que el alquiler es demasiado caro. Ik vind de huur te duur. |
Prefiero alquilar una habitación compartida porque es más barata. Ik geef de voorkeur aan het huren van een gedeelde kamer omdat het goedkoper is. |
Me gusta vivir con más gente. Así que quiero compartir un piso, pero quiero una habitación individual. Ik woon graag met meer mensen. Dus ik wil een appartement delen, maar ik wil een eigen kamer. |
Estoy buscando una casa para alquilar junto a mi pareja. Ik ben op zoek naar een huis om samen met mijn partner te huren. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Quiero ___ un apartamento en la ciudad porque está cerca de mi trabajo.
(Ik wil ___ een appartement in de stad omdat het dicht bij mijn werk is.)2. Entonces ___ un dúplex con dos habitaciones y un balcón.
(Dus ___ ik een duplex met twee slaapkamers en een balkon.)3. También ___ el contrato con el casero para reservar la vivienda.
(Ik ___ ook het contract met de verhuurder om de woning te reserveren.)4. Porque necesito un lugar tranquilo, no ___ en el centro de la ciudad.
(Omdat ik een rustige plek nodig heb, ___ ik niet in het centrum van de stad.)Oefening 8: Op zoek naar een huurwoning in de stad
Instructie:
Werkwoordschema's
Buscar - Zoeken
Presente
- yo busco
- tú buscas
- él/ella/usted busca
- nosotros/nosotras buscamos
- vosotros/vosotras buscáis
- ellos/ellas/ustedes buscan
Querer - Willen
Presente
- yo quiero
- tú quieres
- él/ella/usted quiere
- nosotros/nosotras queremos
- vosotros/vosotras queréis
- ellos/ellas/ustedes quieren
Llamar - Bellen
Presente
- yo llamo
- tú llamas
- él/ella/usted llama
- nosotros/nosotras llamamos
- vosotros/vosotras llamáis
- ellos/ellas/ustedes llaman
Reservar - Reserveren
Presente
- yo reservo
- tú reservas
- él/ella/usted reserva
- nosotros/nosotras reservamos
- vosotros/vosotras reserváis
- ellos/ellas/ustedes reservan
Firmar - Ondertekenen
Presente
- yo firmo
- tú firmas
- él/ella/usted firma
- nosotros/nosotras firmamos
- vosotros/vosotras firmáis
- ellos/ellas/ustedes firman
Oefening 9: Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Verbindende woordjes: "Entonces, porque, también, tampoco"
Toon vertaling Toon antwoordentambién, tampoco, porque, Porque, entonces
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.35.2 Gramática
Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"
Verbindende woordjes: "Entonces, porque, también, tampoco"
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Alquilar huren Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) alquilo | ik huur |
(tú) alquilas | jij huurt |
(él/ella) alquila | hij/zij huurt |
(nosotros/nosotras) alquilamos | wij huren |
(vosotros/vosotras) alquiláis | jullie huren |
(ellos/ellas) alquilan | zij huren |
Reservar reserveren Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) reservo | ik reserveer |
(tú) reservas | jij reserveert |
(él/ella) reserva | hij/zij reserveert |
(nosotros/nosotras) reservamos | wij reserveren |
(vosotros/vosotras) reserváis | jullie reserveren |
(ellos/ellas) reservan | zij reserveren |
Firmar ondertekenen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) firmo | ik onderteken |
(tú) firmas | jij ondertekent |
(él/ella) firma | hij/zij ondertekent |
(nosotros/nosotras) firmamos | wij ondertekenen |
(vosotros/vosotras) firmáis | jullie ondertekenen |
(ellos/ellas) firman | zij ondertekenen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Wonen en accommodatie in het Spaans leren
Deze les richt zich op het thema huisvesting en accommodatie, ideaal voor beginners (A1 niveau) die zich willen voorbereiden op het zoeken en huren van een woning in een Spaanstalige omgeving. Je leert belangrijke woordenschat rond verschillende types woningen zoals el apartamento (het appartement), el dúplex, el loft en la casa. Daarnaast komen relevante personen en handelingen aan bod, zoals el casero (de verhuurder), firmar (tekenen van het contract) en alquilar (huren).
Belangrijke verbindingswoorden
De les besteedt ook aandacht aan verbindingswoorden die je helpen soepeler zinnen te formuleren. Bijvoorbeeld: entonces (dus), porque (omdat), también (ook) en tampoco (ook niet). Deze woorden zijn essentieel om gesprekken natuurlijk en vloeiend te maken, vooral in situaties zoals telefoongesprekken met makelaars of contact met verhuurders.
Praktische dialogen
Je oefent met realistische dialogsituaties zoals het bellen naar een makelaar om beschikbare woningen te vragen, gesprekken met verhuurders over huurvoorwaarden en bezoeken aan een woning. De contexten zijn praktisch en sluiten aan bij dagelijkse situaties bij het zoeken van woonruimte.
Werkwoordvervoegingen
Verder worden basiswerkwoorden vervoegd in de tegenwoordige tijd, zoals buscar (zoeken), querer (willen), en firmar (ondertekenen). Met multiplechoice oefeningen kun je deze vervoegingen actief oefenen en versterken.
Taalverschillen en nuttige tips
Een belangrijk verschil met het Nederlands is dat de Spaanse vervoegingen verschillend zijn per persoon, wat je oefent in deze les. Waar in het Nederlands vaak dezelfde vorm wordt gebruikt (bijv. “ik huur” en “jij huurt” zijn in het Spaans yo alquilo en tú alquilas), leer je hier die nuances. Handige Spaanse uitdrukkingen zijn onder meer:
- ¿Quieres alquilar un apartamento? - Wil je een appartement huren?
- El casero es amable. - De verhuurder is vriendelijk.
- No quiero firmar el contrato. - Ik wil het contract niet tekenen.
- También vamos a reservar el loft juntos. - We gaan ook samen het loft reserveren.
Deze les helpt je om zelfverzekerd te communiceren over het vinden en huren van woonruimte, met woordenschat, grammatica en praktische dialogen die aansluiten bij dagelijkse situaties.