Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de Spaanse tientallen (decenas) van 10 tot 90, inclusief de bijzondere vormen van 21 tot 29 en de manier waarop je getallen combineert met 'y' vanaf 30. Begrijp ook uitdrukkingen zoals 'una veintena' en ontdek verschillen met het Nederlands in getalsuitdrukking. Deze les is ideaal voor beginners (A1) die hun basis in Spaanse getallen willen versterken.
  1. Van 21 tot 29 wordt "veinti" gecombineerd met de eenheden. Voorbeeld: Veintiuno (21).
  2. Van 30 tot 99 worden de tientallen gecombineerd met "en" en de eenheden. Voorbeeld: Treinta y dos (32).

Decenas (10, 20, ...)

NúmeroEjemplo
10: Diez (Tien)16: Dieciséis (Zestien)
20: Veinte (Twintig)21: Veintiuno (Eenenentwintig)
30: Treinta (dertig)35: Treinta y cinco (vijfendertig)
40: Cuarenta (Veertig)47: Cuarenta y siete (Zevenenveertig)
50: Cincuenta (Vijftig)59: Cincuenta y nueve (negenenvijftig)
60: Sesenta (Zestig)63: Sesenta y tres (Drieënzestig)
70: Setenta (Zeventig)77: Setenta y siete (Zevenenzeventig)
80: Ochenta (Tachtig)82: Ochenta y dos (Tweeënachtig)
90: Noventa (Negentig)97: Noventa y siete (Zevenennegentig)

Uitzonderingen!

  1. "Una veintena" is 20. Voorbeeld: "Hay una veintena de personas" (Er zijn ongeveer twintig mensen).
  2. "Una treintena" is 30. Voorbeeld: "Una treintena de años" (Ongeveer dertig jaar).

Oefening 1: Números cardinales: decenas

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Ochenta, Sesenta, Treinta, Veinte, Cuarenta, Noventa y nueve, Diez, Setenta

1. 80:
...
(Tachtig)
2. 20:
...
(Twintig)
3. 40:
...
(Veertig)
4. 70:
...
(Zeventig)
5. 30:
...
(Dertig)
6. 99:
...
(Negenenzeventig)
7. 10:
...
(Tien)
8. 60:
...
(Zestig)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. En castellano, para decir 32 decimos '________ y dos'.

(In het Spaans zeggen we 32 '________ en twee'.)

2. ________ hasta cien en la clase de español.

(________ tot honderd in de Spaanse les.)

3. Del 21 al 29 usamos '________' más la unidad, por ejemplo 'veinticinco'.

(Van 21 tot 29 gebruiken we '________' plus het cijfer, bijvoorbeeld 'vijfentwintig'.)

4. Para restar cinco a diez, decimos 'diez ________ cinco son cinco'.

(Om vijf van tien af te trekken, zeggen we 'tien ________ vijf is vijf'.)

5. ________ y nueve es el número anterior a cien.

(________ en negen is het getal vóór honderd.)

6. ________ siete por diez para obtener setenta.

(________ zeven met tien om zeventig te krijgen.)

Inleiding tot de tientallen in het Spaans

Deze les behandelt de Spaanse getallen van tien tot en met negentig, ook wel de decenas genoemd. Het is belangrijk om deze tientallen goed te begrijpen, omdat ze de basis vormen voor het tellen en het vormen van grotere getallen.

De tientallen en voorbeelden

De tientallen in het Spaans zijn: diez (10), veinte (20), treinta (30), cuarenta (40), cincuenta (50), sesenta (60), setenta (70), ochenta (80) en noventa (90). Daarnaast leer je hoe je bijvoorbeeld zestien (dieciséis) en eenentwintig (veintiuno) zegt, en hoe je getallen combineert met "y" zoals bij tweeëndertig (treinta y dos).

Belangrijke regels

  • Voor getallen tussen 21 en 29 wordt veinti aan het getal toegevoegd, zoals in veinticinco (25).
  • Voor getallen vanaf 30 tot 99 worden de tientallen en de eenheden met y verbonden, bijvoorbeeld treinta y siete (37).
  • Er bestaan ook uitdrukkingen zoals una veintena (ongeveer twintig) en una treintena (ongeveer dertig), die in dagelijkse situaties worden gebruikt.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands zeggen we bijvoorbeeld "tweeëntwintig" waarbij het woord voor twintig achteraan komt met een liggende streep, terwijl het Spaans een samenstelling met veinti aan het begin gebruikt, zoals veintidós. Vanaf dertig gebruikt het Spaans het woord "en" (y) als verbindingswoord, vergelijkbaar met het Nederlandse "en" in "dertig en een" (formeel), maar in het Nederlands wordt vaak gewoon het cijfer achteraan geplaatst zonder verbindingswoord.

Handige zinnen

  • ¿Cuántos años tienes? — Tengo treinta y cinco años. (Hoe oud ben je? — Ik ben vijfendertig jaar.)
  • Hay una veintena de personas en la reunión. (Er zijn ongeveer twintig mensen op de bijeenkomst.)
  • Dieciséis estudiantes aprobaron el examen. (Zestien studenten slaagden voor het examen.)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage