10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
El Mercadona es el supermercado más famoso en España, mira el vídeo y descubre la compra de Lara.
Mercadona is de bekendste supermarkt in Spanje, kijk naar de video en ontdek Lára's boodschappen.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
el jamón de ham
el aceite de olie
el tomate frito de tomatenpuree
los espaguetis de spaghetti
las manzanas de appels
los plátanos de bananen
los calabacines de courgettes
el yogur de yoghurt
el queso de kaas
los huevos de eieren
la carne het vlees

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Luis y Clara están en el supermercado con la lista de la compra.

Luis en Clara zijn in de supermarkt met het boodschappenlijstje.
1. Luis: ¿Tienes la lista de la compra? (Heb je de boodschappenlijst?)
2. Clara: Sí, la tengo aquí. Primero necesitamos jamón para la comida de mañana. (Ja, ik heb hem hier. Eerst hebben we ham nodig voor het eten van morgen.)
3. Luis: Perfecto. ¿Cogemos el jamón? (Perfect. Nemen we de ham?)
4. Clara: Sí, el normal, porque el ibérico es muy caro. (Ja, de gewone, want de Iberico is erg duur.)
5. Luis: Después, la carne. (Daarna het vlees.)
6. Clara: ¿La carne picada? (Gehakt?)
7. Luis: Sí. ¡Ah! También necesitamos queso. (Ja. Oh! We hebben ook kaas nodig.)
8. Clara: Aquí hay un buen queso. ¿Prefieres de vaca o de cabra? (Hier is een goede kaas. Heb je liever koeien- of geitenkaas?)
9. Luis: Para mí es igual, mejor el de vaca porque es más barato. (Voor mij maakt het niet uit, liever koeienkaas omdat die goedkoper is.)
10. Clara: ¿Y la fruta? En la lista hay manzanas y plátanos. (En het fruit? Op de lijst staan appels en bananen.)
11. Luis: Cogemos también calabacines que están de oferta. (We nemen ook courgettes die in de aanbieding zijn.)
12. Clara: Solo falta el tomate frito para los espaguetis. (Er ontbreekt alleen nog de tomatensaus voor de spaghetti.)
13. Luis: Ya está todo. Vamos rápido a la caja, ¡que hay cola! (Het is allemaal klaar. Laten we snel naar de kassa gaan, want er staat een rij!)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Qué tipo de jamón compran Luis y Clara?

(Welk soort ham kopen Luis en Clara?)

2. ¿Qué tipo de carne quieren comprar?

(Welk soort vlees willen ze kopen?)

3. ¿Qué tipo de queso prefieren comprar?

(Welk soort kaas geven ze de voorkeur aan om te kopen?)

4. ¿Qué producto falta para la comida de espaguetis?

(Welk product ontbreekt nog voor de spaghettimaaltijd?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué prefieres comprar: carne picada o pollo? ¿Por qué?
    2. Wat koop je liever: gehakt of kip? Waarom?
  2. Cuando haces la compra, ¿prefieres llevar una lista o recordar lo que necesitas?
    3. Wanneer je boodschappen doet, neem je dan liever een lijst mee of onthoud je wat je nodig hebt?
  3. ¿Qué tipo de fruta y verdura sueles comprar normalmente?
    4. Wat voor soort fruit en groenten koop je meestal?
  4. ¿A qué hora del día te gusta hacer la compra? ¿Prefieres ir al supermercado o al mercado?
    5. Hoe laat op de dag doe je graag boodschappen? Ga je liever naar de supermarkt of naar de markt?

Oefening 5: Oefening in context

Instructie: Elige en la página de Mercadona 5 productos a añadir al carrito.

  1. https://tienda.mercadona.es/