Leer hoe je Spaanse zinnen verbindt met handige voegwoorden zoals 'entonces' (dus), 'porque' (omdat), 'también' (ook) en 'tampoco' (ook niet) om duidelijk gevolgen, redenen en aanvullende informatie uit te drukken.
  1. De bijwoorden die clausules verbinden, worden meestal voor het werkwoord of aan het begin van de zin geplaatst.
Adverbio (Bijwoord)Uso (gebruik)Ejemplo (Voorbeeld)
EntoncesComentar una consecuencia (Een gevolg bespreken)Nosotros queremos alquilar un apartamento, entonces vamos a mirar la urbanización. (Wij willen een appartement huren, dus gaan we naar de woonwijk kijken.)
PorqueDar una razón o causa (Een reden of oorzaak geven)Ellos prefieren reservar el hotel porque la villa es muy cara. (Zij geven de voorkeur aan het reserveren van het hotel omdat de villa erg duur is.)
TambiénAgregar información positiva (Positieve informatie toevoegen)Comparto la habitación con mi amigo y también vamos a alquilar un dúplex juntos. (Ik deel de kamer met mijn vriend en ook gaan we samen een duplex huren.)
TampocoAgregar información negativa (Negatieve informatie toevoegen)No voy a reservar el loft y tampoco quiero alquilar la casa. (Ik ga de loft niet reserveren en ook niet de woning huren.)

Uitzonderingen!

  1. Bij het gebruik van negatieve bijwoorden zoals "tampoco", moet er een eerste ontkenning in de vorige zin zijn. "No quiero alquilar la habitación, y tampoco quiero compartir el apartamento."

Oefening 1: Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

también, tampoco, porque, Porque, entonces

1.
Quiero visitar la villa y ... quiero ver el dúplex.
(Ik wil de villa bezoeken en ik wil ook het duplexhuis zien.)
2.
Reservamos la habitación, ... no tenemos que alquilar el apartamento.
(We hebben de kamer gereserveerd, dus we hoeven het appartement niet te huren.)
3.
No voy a reservar el hotel y ... voy a alquilar la villa.
(Ik ga het hotel niet boeken en ik ga de villa ook niet huren.)
4.
Nos gusta el loft, ... vamos a reservarlo.
(We vinden de loft leuk, dus we gaan het reserveren.)
5.
No voy a alquilar la casa, ... quiero reservar el hotel.
(Ik ga het huis niet huren, ik wil ook het hotel niet reserveren.)
6.
... la urbanización es tranquila, decidimos alquilar la villa.
(Omdat de woonwijk rustig is, hebben we besloten de villa te huren.)
7.
No vamos a alquilar la habitación ni ... el loft.
(We gaan de kamer niet huren en ook de loft niet.)
8.
Quiero compartir el dúplex ... me gusta mucho.
(Ik wil het duplex delen omdat ik het erg leuk vind.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Queremos visitar la casa mañana, _____ llamamos al agente para confirmar.

(We willen morgen het huis bezoeken, _____ bellen we de makelaar om te bevestigen.)

2. No quiero alquilar el apartamento pequeño y _____ la habitación individual.

(Ik wil het kleine appartement niet huren en _____ de eenpersoonskamer.)

3. Prefiero un piso céntrico _____ está cerca del trabajo.

(Ik geef de voorkeur aan een centraal gelegen appartement _____ het dicht bij het werk is.)

4. Vamos a buscar un apartamento con dos habitaciones y _____ con terraza.

(We gaan op zoek naar een appartement met twee slaapkamers en _____ met een terras.)

5. No quiero un piso en las afueras _____ está muy lejos del centro.

(Ik wil geen appartement aan de rand van de stad _____ het te ver van het centrum is.)

6. Ella no quiere vivir en un estudio pequeño y _____ en un piso sin ascensor.

(Zij wil niet in een kleine studio wonen en _____ in een appartement zonder lift.)

Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"

Deze les richt zich op vier veelgebruikte Spaanse bijwoorden die dienen om zinnen te verbinden en zo zorgen voor vloeiende overgangen. De uitspraak en het gebruik van deze woorden helpen je om duidelijk oorzaak, gevolg, toevoegingen en ontkenningen aan te geven.

Belangrijke bijwoorden en hun gebruik

  • Entonces: wordt gebruikt om een gevolg of consequentie aan te geven. Bijvoorbeeld: "Nosotros queremos alquilar un apartamento, entonces vamos a mirar la urbanización."
  • Porque: geeft een reden of oorzaak aan. Bijvoorbeeld: "Ellos prefieren reservar el hotel porque la villa es muy cara."
  • También: voegt positieve informatie toe. Bijvoorbeeld: "Comparto la habitación con mi amigo y también vamos a alquilar un dúplex juntos."
  • Tampoco: voegt negatieve informatie toe en verschijnt meestal na een eerdere ontkennende uitdrukking. Bijvoorbeeld: "No voy a reservar el loft y tampoco quiero alquilar la casa."

Structuur en plaatsing

In het Spaans worden deze verbindingswoorden vaak aan het begin van de zin of direct voor de persoonsvorm geplaatst. Let vooral bij het gebruik van tampoco op het feit dat er altijd eerst een ontkenning moet staan om het correct te gebruiken.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands gebruiken we ook vergelijkbare woorden, bijvoorbeeld "dus" voor entonces en "omdat" voor porque. Het woord también lijkt op "ook", terwijl tampoco het beste te vertalen is met "ook niet" of "evenmin". Een belangrijk verschil is dat in het Spaans tampoco altijd volgt op een zin met een negatieve vorm, wat in het Nederlands ook geldt, maar soms anders opgebouwd kan worden.

Handige woorden en zinnen:

  • Entonces = dus, dan
  • Porque = omdat
  • También = ook
  • Tampoco = ook niet, evenmin

Samengevat

Met deze vier bijwoorden kun je verschillende verbanden tussen zinnen leggen:

  • Entonces voor gevolgen
  • Porque voor oorzaken
  • También voor positieve aanvullingen
  • Tampoco voor negatieve aanvullingen

Het correct gebruiken van deze woorden maakt je Spaans natuurlijker en duidelijker.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage