Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je de Spaanse bijwoorden "entonces", "porque", "también" en "tampoco" gebruikt om zinnen logisch te verbinden. Deze les legt uit hoe je gevolgen aangeeft, redenen geeft en positieve of negatieve informatie toevoegt met voorbeelden en handige tips voor beginners op niveau A1.
  1. De bijwoorden die clausules verbinden, worden meestal voor het werkwoord of aan het begin van de zin geplaatst.
Adverbio (Bijwoord)Uso (gebruik)Ejemplo (Voorbeeld)
EntoncesComentar una consecuencia (Een gevolg bespreken)Nosotros queremos alquilar un apartamento, entonces vamos a mirar la urbanización. (Wij willen een appartement huren, dus gaan we naar de woonwijk kijken.)
PorqueDar una razón o causa (Een reden of oorzaak geven)Ellos prefieren reservar el hotel porque la villa es muy cara. (Zij geven de voorkeur aan het reserveren van het hotel omdat de villa erg duur is.)
TambiénAgregar información positiva (Positieve informatie toevoegen)Comparto la habitación con mi amigo y también vamos a alquilar un dúplex juntos. (Ik deel de kamer met mijn vriend en ook gaan we samen een duplex huren.)
TampocoAgregar información negativa (Negatieve informatie toevoegen)No voy a reservar el loft y tampoco quiero alquilar la casa. (Ik ga de loft niet reserveren en ook niet de woning huren.)

Uitzonderingen!

  1. Bij het gebruik van negatieve bijwoorden zoals "tampoco", moet er een eerste ontkenning in de vorige zin zijn. "No quiero alquilar la habitación, y tampoco quiero compartir el apartamento."

Oefening 1: Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

también, tampoco, porque, Porque, entonces

1.
Quiero visitar la villa y ... quiero ver el dúplex.
(Ik wil de villa bezoeken en ik wil ook het duplexhuis zien.)
2.
Reservamos la habitación, ... no tenemos que alquilar el apartamento.
(We hebben de kamer gereserveerd, dus we hoeven het appartement niet te huren.)
3.
No voy a reservar el hotel y ... voy a alquilar la villa.
(Ik ga het hotel niet boeken en ik ga de villa ook niet huren.)
4.
Nos gusta el loft, ... vamos a reservarlo.
(We vinden de loft leuk, dus we gaan het reserveren.)
5.
No voy a alquilar la casa, ... quiero reservar el hotel.
(Ik ga het huis niet huren, ik wil ook het hotel niet reserveren.)
6.
... la urbanización es tranquila, decidimos alquilar la villa.
(Omdat de woonwijk rustig is, hebben we besloten de villa te huren.)
7.
No vamos a alquilar la habitación ni ... el loft.
(We gaan de kamer niet huren en ook de loft niet.)
8.
Quiero compartir el dúplex ... me gusta mucho.
(Ik wil het duplex delen omdat ik het erg leuk vind.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Queremos visitar la casa mañana, _____ llamamos al agente para confirmar.

(We willen morgen het huis bezoeken, _____ bellen we de makelaar om te bevestigen.)

2. No quiero alquilar el apartamento pequeño y _____ la habitación individual.

(Ik wil het kleine appartement niet huren en _____ de eenpersoonskamer.)

3. Prefiero un piso céntrico _____ está cerca del trabajo.

(Ik geef de voorkeur aan een centraal gelegen appartement _____ het dicht bij het werk is.)

4. Vamos a buscar un apartamento con dos habitaciones y _____ con terraza.

(We gaan op zoek naar een appartement met twee slaapkamers en _____ met een terras.)

5. No quiero un piso en las afueras _____ está muy lejos del centro.

(Ik wil geen appartement aan de rand van de stad _____ het te ver van het centrum is.)

6. Ella no quiere vivir en un estudio pequeño y _____ en un piso sin ascensor.

(Zij wil niet in een kleine studio wonen en _____ in een appartement zonder lift.)

Conectores: "Entonces, porque, también, tampoco"

In deze les leer je hoe je vier veelgebruikte Spaanse bijwoorden gebruikt om zinnen logisch met elkaar te verbinden: entonces, porque, también en tampoco. Deze verbindingswoorden helpen om gevolgen uit te drukken, redenen te geven en extra informatie toe te voegen, zowel positief als negatief.

Gebruik en voorbeelden

  • Entonces: gebruik je om een gevolg of conclusie aan te geven. Bijvoorbeeld: "Nosotros queremos alquilar un apartamento, entonces vamos a mirar la urbanización." (Wij willen een appartement huren, daarom gaan we de wijk bekijken.)
  • Porque: hiermee geef je een reden of oorzaak aan. Bijvoorbeeld: "Ellos prefieren reservar el hotel porque la villa es muy cara." (Zij willen het hotel reserveren omdat de villa erg duur is.)
  • También: hiermee voeg je positieve informatie toe. Bijvoorbeeld: "Comparto la habitación con mi amigo y también vamos a alquilar un dúplex juntos." (Ik deel de kamer met mijn vriend en we gaan ook samen een duplex huren.)
  • Tampoco: dit voeg je toe om negatieve informatie te verbinden. Bijvoorbeeld: "No voy a reservar el loft y tampoco quiero alquilar la casa." (Ik ga het loft niet reserveren en ik wil ook het huis niet huren.) Let erop dat tampoco altijd in een zin moet staan die al negatief is, met een eerdere ontkenning zoals 'no'.

Belangrijke taalkundige punten

Deze bijwoorden komen vaak voor aan het begin van de zin of net voor het werkwoord. Het is belangrijk om te herkennen dat bij het gebruik van tampoco er altijd een ontkenning eerder in de zin moet voorkomen om de negatieve betekenis te ondersteunen. Dit verschilt van het Nederlandse "ook niet" dat soms los kan staan zonder expliciete eerste ontkenning.

Verschillen met het Nederlands

In het Spaans plaats je de verbindingswoorden meestal voor het werkwoord, terwijl in het Nederlands vaak achteraan in de zin geplaatst wordt. Ook heeft "porque" een duidelijke oorzaakfunctie, vergelijkbaar met "omdat". Voor het negatief toevoegen van informatie gebruikt Spaans het woord tampoco, en in het Nederlands is dat "ook niet". Let op dat in het Spaans negatie vaak anders opgebouwd is dan in het Nederlands, daarom is de correcte volgorde en het gebruik van ontkenningen erg belangrijk.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage