En España, en situaciones formales se saluda con un apretón de mano o con dos besos. ¡También los Reyes hacen así!
In Spanje wordt in formele situaties gegroet met een handdruk of met twee kussen. Ook de koningen doen het zo!

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
Saluda Groet
Los apretones de manos De handdruk
Los besos De kussen
Después de la ceremonia de los premios Princesa de Asturias, es tradición saludar a los invitados. (Na de ceremonie van de Prinses van Asturië-prijzen is het gebruikelijk de gasten te begroeten.)
La familia real saluda al equipo de Radio Televisión Española. (De koninklijke familie begroet het team van Radio Televisión Española.)
Lo normal es dar la mano y dar dos besos. (Het is gebruikelijk de hand te schudden en twee kussen te geven.)
También hablan un poco sobre los premios, como los ganadores Luis Pizarro y Maryl Streep. (Ze praten ook een beetje over de prijzen, zoals de winnaars Luis Pizarro en Meryl Streep.)
Además, felicitan a la Princesa Leonor, mientras su madre la mira con orgullo. (Daarnaast feliciteren ze prinses Leonor, terwijl haar moeder haar trots aankijkt.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Pedro llega a Madrid en frente de su nueva casa. Ana le espera para entregarle las llaves.

Pedro komt aan in Madrid voor zijn nieuwe huis. Ana wacht op hem om hem de sleutels te overhandigen.
1. Pedro: ¡Hola! Buenos días. (Hallo! Goedemorgen.)
2. Ana: Hola, buenos días. ¿Eres Pedro? (Hallo, goedemorgen. Ben jij Pedro?)
3. Pedro: Sí, soy Pedro. (Ja, ik ben Pedro.)
4. Ana: Encantada, soy Ana. (Aangenaam, ik ben Ana.)
5. Pedro: Encantado. ¿Cómo estás? (Aangenaam. Hoe gaat het met je?)
6. Ana: Muy bien, gracias. ¿Y tú? (Heel goed, dank je. En met jou?)
7. Pedro: Bien, gracias. (Goed, dank je.)
8. Ana: Aquí tienes las llaves de tu casa. (Hier zijn de sleutels van je huis.)
9. Pedro: ¡Gracias! Nos vemos pronto. (Dank je wel! Tot snel.)
10. Ana: ¡Hasta luego! (Tot ziens!)
11. Pedro: De nada, Pedro. Adiós. (Graag gedaan, Pedro. Dag.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Cómo se llama la mujer que habla con Pedro?

(Hoe heet de vrouw die met Pedro praat?)

2. ¿Qué frase usa Pedro para saludar por la mañana?

(Welke zin gebruikt Pedro om 9s ochtends te groeten?)

3. ¿Qué le da Ana a Pedro al final de la conversación?

(Wat geeft Ana aan Pedro aan het einde van het gesprek?)

4. ¿Qué dice Pedro para despedirse?

(Wat zegt Pedro om afscheid te nemen?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. ¿Cómo saludas a tus compañeros o amigos cuando los ves por la mañana en el trabajo?
  2. Hoe groet je je collegas of vrienden als je ze 27s ochtends op het werk ziet?
  3. ¿Qué dices cuando conoces a alguien nuevo en una reunión de trabajo?
  4. Wat zeg je als je iemand nieuw ontmoet tijdens een werkvergadering?
  5. ¿Cómo te despides de tus compañeros o clientes después de una conversación o reunión?
  6. Hoe neem je afscheid van je collegas of klanten na een gesprek of vergadering?
  7. Imagina que ayudas a un vecino o compañero con algo, ¿qué expresiones usas para dar las gracias y despedirte?
  8. Stel dat je een buurman of collega ergens mee helpt. Welke uitdrukkingen gebruik je om te bedanken en afscheid te nemen?