Leer de Spaanse vraagwoorden "cuándo" (wanneer) voor tijd, en "cuánto/cuánta/cuántos/cuántas" (hoeveel) voor hoeveelheid of maat, met voorbeelden zoals "¿Cuándo es tu cumpleaños?" en "¿Cuántos libros tienes?".
  1. "Cuánto" wordt verbogen naargelang het geslacht (cuánto, cuánta, cuántos, cuántas)
Pronombre interrogativo (Vragend voornaamwoord)Uso (Gebruik)Ejemplos (Voorbeelden)
¿Cuándo?Tiempo o momento (Tijd of moment)¿Cuándo es tu cumpleaños? (Wanneer is je verjaardag?)
¿Cuánto?Cantidad o medida  (Hoeveelheid of maat)¿Cuánto dinero tienes? (Hoeveel geld heb je?)
¿Cuánta?¿Cuánta agua bebes al día? (Hoeveel water drink je per dag?)
¿Cuántos?¿Cuántos libros tienes? (Hoeveel boeken heb je?)
¿Cuántas?¿Cuántas personas hay en tu familia? (Hoeveel personen zijn er in jouw familie?)

Oefening 1: Vragende woorden: "Cuánto" en "Cuándo"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Cuánto, Cuántos, Cuánta, Cuántas, Cuándo

1.
¿... agua bebes?
(¿Cuánta agua bebes?)
2.
¿... es tu cumpleaños?
(¿Cuándo es tu cumpleaños?)
3.
¿... llegas a casa del trabajo?
(¿Cuándo llegas a casa del trabajo?)
4.
¿... es?
(¿Cuánto es?)
5.
¿... termina tu clase de español?
(¿Cuándo termina tu clase de español?)
6.
¿... libros lees cada mes?
(¿Cuántos libros lees cada mes?)
7.
¿... compañeras tienes en tu clase?
(¿Cuántas compañeras tienes en tu clase?)

Oefening 2: Dialoog voltooiing

Instructie: Voltooi de dialoog met de juiste oplossing

1. ¿_______ años tienes?

( _______ oud ben je?)

2. Mi cumpleaños es en _______.

( Mijn verjaardag is in _______.)

3. Cumplo _______ años este mes.

( Ik word _______ jaar deze maand.)

4. ¿_______ celebramos la fiesta?

( _______ vieren we het feest?)

5. Preparo una tarta para el _______.

( Ik maak een taart voor de _______.)

6. Tengo _______ para la fiesta de cumpleaños.

( Ik heb _______ voor het verjaardagsfeest.)

Introductie tot vraagwoorden: "Cuánto" en "Cuándo"

In deze les leer je over twee belangrijke Spaanse vraagwoorden die vaak voorkomen in dagelijkse gesprekken: "cuándo" en "cuánto". Ze helpen je vragen te stellen over tijd en hoeveelheid, wat essentieel is om jezelf duidelijk uit te drukken.

Vraagwoord "¿Cuándo?"

"¿Cuándo?" vraagt naar een moment of tijdstip.

  • Voorbeeld: ¿Cuándo es tu cumpleaños? (Wanneer is jouw verjaardag?)

Vraagwoord "¿Cuánto?" en variaties

"¿Cuánto?" gaat over de hoeveelheid of maat en past zich aan naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. De vormen zijn:

  • ¿Cuánto? voor mannelijke enkelvoudige woorden
  • ¿Cuánta? voor vrouwelijke enkelvoudige woorden
  • ¿Cuántos? voor mannelijke meervoudige woorden
  • ¿Cuántas? voor vrouwelijke meervoudige woorden

Voorbeelden:

  • ¿Cuánto dinero tienes? (Hoeveel geld heb je?)
  • ¿Cuánta agua bebes al día? (Hoeveel water drink je per dag?)
  • ¿Cuántos libros tienes? (Hoeveel boeken heb je?)
  • ¿Cuántas personas hay en tu familia? (Hoeveel mensen zijn er in jouw familie?)

Belangrijke punten om te onthouden

  • "Cuándo" gebruik je alleen om naar tijd of momenten te vragen.
  • "Cuánto" en de varianten zijn grammaticaal aangepast aan het geslacht en getal van het woord erachter.
  • Het is belangrijk om het juiste vraagwoord en de juiste vorm te kiezen om je zin correct en duidelijk te maken.

Verschillen en nuttige vergelijkingen tussen Spaans en Nederlands

In tegenstelling tot het Spaans, kennen we in het Nederlands geen geslachtsafhankelijke vormen van "hoeveel". Het woord blijft altijd hetzelfde, namelijk "hoeveel". Een voorbeeld in het Nederlands is "Hoeveel boeken heb je?" en "Hoeveel water drink je?" waarbij geen aanpassing nodig is.

Daarnaast vraag je in het Nederlands "Wanneer?" om naar tijd te informeren, wat hetzelfde is als het Spaanse "¿Cuándo?".

Nuttige woorden en vertalingen:

  • Cuándo - Wanneer
  • Cuánto/a/os/as - Hoeveel (met aanpassing in het Spaans)
  • Dinero - Geld
  • Agua - Water
  • Libros - Boeken
  • Personas - Mensen

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage