Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer het gebruik van de Spaanse voornaamwoorden "uno" en "este" versus "otro". Deze les behandelt hoe je vergelijkt, verschillen aangeeft en voorkeuren uitdrukt met deze woorden, inclusief hun juiste geslacht- en getalsvormen. Voorbeelden zoals "Este conejo necesita cepillarse más que el otro conejo" illustreren praktische toepassingen. De uitleg is gericht op Nederlandse taalgebruikers die Spaans op A1-niveau leren.
  1. "Este.. otro" wordt gebruikt om twee elementen te vergelijken of om een voorkeur uit te drukken.
  2. "Uno... otro" wordt gebruikt om wederkerigheid aan te geven of om verschillen tussen twee dingen of handelingen te markeren.
Uso (Gebruik)Expresión (Uitdrukking)Ejemplo (Voorbeeld)
Comparación (Vergelijking)

Este...otro

Esta...otra

Estos...otros

Estas...otras

Este conejo necesita cepillarse más que el otro conejo. (Dit konijn moet vaker geborsteld worden dan het andere konijn.)
Expresar Preferencia (Voorkeur uitdrukken)Estas tortugas son grandes mientras otras son pequeñas. (Deze schildpadden zijn groot terwijl andere klein zijn.)
Acciones diferentes (Verschillende acties)

Uno...otro

Una...otra

Unos..otros

Unas...otras

Una perra se sienta mientras otra pasea. (Eén hond zit terwijl een ander wandelt.)
Reciprocidad (Wederkerigheid)Unos gatos son rápidos mientras otros son lentos. (Sommige katten zijn snel terwijl andere langzaam zijn.)

Uitzonderingen!

  1. Zowel este als otro moeten overeenkomen in geslacht en aantal met de zelfstandige naamwoorden waarop ze betrekking hebben. Estos gatos son rápidos, pero otros son lentos.

Oefening 1: Uno y Este vs. Otro

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Estos, uno, Unos, Una, otros, Esta, otra, otro

1.
... cepillan al perro, otros cuidan a los peces.
(De een borstelt de hond, de ander verzorgt de vissen.)
2.
... tortuga es vieja, la otra es joven.
(Deze schildpad is oud, de andere is jong.)
3.
Estos ratones son pequeños, los ... son grandes.
(Deze muizen zijn klein, de andere zijn groot.)
4.
... gatos necesitan una correa, los otros no.
(Deze katten hebben een lijn nodig, de andere niet.)
5.
... perra es rápida, la otra prefiere sentarse tranquila.
(De ene hond is snel, de andere zit liever rustig.)
6.
Una chica pasea al perro, mientras ... cuida al gato.
(Een meisje laat de hond uit, terwijl een ander voor de kat zorgt.)
7.
Este perro es rápido, pero el ... es lento.
(Deze hond is snel, maar de andere is langzaam.)
8.
El pez y la tortuga necesitan cuidado, pero ... es más fácil de cuidar que el otro.
(De vis en de schildpad hebben verzorging nodig, maar de een is makkelijker te verzorgen dan de ander.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Este perro necesita un paseo diario, pero ___ prefiere descansar en casa.

(Deze hond heeft dagelijks een wandeling nodig, maar ___ gaat liever thuis uitrusten.)

2. Una tortuga se mueve despacio, mientras ___ es más rápida.

(Een schildpad beweegt langzaam, terwijl ___ sneller is.)

3. Este gato se cepilla todos los días, pero ___ no le gusta el cepillado.

(Deze kat borstelt zich elke dag, maar ___ vindt borstelen niet leuk.)

4. Un pez nada rápido, y ___ nada despacio en la pecera.

(Een vis zwemt snel, en ___ zwemt langzaam in het aquarium.)

5. Este pájaro canta por la mañana, pero ___ canta por la tarde.

(Deze vogel zingt 's ochtends, maar ___ zingt 's avonds.)

6. Una perra se sienta en el sofá, y ___ pasea con la correa en el parque.

(Een teef zit op de bank, en ___ loopt met de riem in het park.)

Leer het gebruik van "Uno" en "Este" versus "Otro" in het Spaans

In deze les richten we ons op belangrijke Spaanse voornaamwoorden die gebruikt worden om te vergelijken en te contrasteren: "este...otro" en "uno...otro". Deze structuren helpen je om onderscheid te maken tussen twee of meer dingen, handelingen of voorkeuren.

Wat leer je in deze les?

  • Gebruik van "este...otro": hiermee vergelijk je twee elementen of geef je een voorkeur aan. Bijvoorbeeld: Este conejo necesita cepillarse más que el otro conejo.
  • Gebruik van "uno...otro": hiermee duid je verschillen in handelingen of wederkerigheid aan. Bijvoorbeeld: Una perra se sienta mientras otra pasea.
  • Belang van congruentie: zowel "este" als "otro" stemmen altijd overeen in geslacht en getal met het zelfstandig naamwoord waarmee ze verbonden zijn. Denk aan: "Estos gatos son rápidos, pero otros son lentos."

Let op de verschillen met het Nederlands

In het Spaans is het essentieel om het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het getal (enkelvoud of meervoud) van deze voornaamwoorden goed aan te passen. In het Nederlands is dat minder complex omdat voornaamwoorden meestal niet veranderen met geslacht of getal bij vergelijkingen zoals deze. Een handig Spaans woord voor 'deze' is este (mannelijk enkelvoud) en voor 'andere' is otro, wat je telkens op elkaar moet afstemmen. In het Nederlands zeggen we simpelweg "deze...die" zonder geslachtsverandering.

Voorbeelden van nuttige zinnen in het Spaans zijn: "Este gato es grande, pero otro es pequeño." (Deze kat is groot, maar een andere is klein.) Of "Una manzana está madura, pero otra está verde." (Een appel is rijp, maar een andere is groen.)

Met deze les krijg je een duidelijk beeld van hoe je in het Spaans onderscheid maakt tussen dingen en handelingen met behulp van "uno" en "este" versus "otro". Je kunt alledaagse situaties en gesprekken zo makkelijker voeren en begrijpen.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage