¿Cómo es la rutina de mañana perfecta según la ciencia?
Hoe ziet de perfecte ochtendl routine eruit volgens de wetenschap?

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
levantarse temprano vroeg opstaan
la mañana de ochtend
posponer la alarma de wekker uitstellen
una rutina diaria een dagelijkse routine
despertarse wakker worden
hacer la cama het bed opmaken
un desayuno saludable een gezond ontbijt
La primera clave de esta rutina es levantarse temprano para aprovechar la mañana. (Het belangrijkste van deze routine is vroeg opstaan om optimaal van de ochtend te profiteren.)
Es importante no apagar la alarma y levantarse enseguida para crear un hábito natural. (Het is belangrijk de wekker niet uit te zetten en meteen op te staan om er een natuurlijke gewoonte van te maken.)
Yo suelo tener las zapatillas junto a la cama para levantarme mejor. (Ik heb mijn sportschoenen meestal naast het bed staan zodat ik makkelijker opkom.)
También enciendo una luz para ayudarme a despertar. (Ik zet ook een lamp aan om wakker te worden.)
El tercer punto es beber agua al levantarse. (Het derde punt is water drinken zodra je opstaat.)
Es bueno hidratarse antes del desayuno. (Het is goed om jezelf te hydrateren vóór het ontbijt.)
En una buena rutina, hay que hacer la cama nada más levantarse. (Bij een goede routine maak je het bed direct op nadat je bent opgestaan.)
Así evitamos la tentación de quedarnos en la cama. (Zo vermijden we de verleiding om in bed te blijven liggen.)
Después voy a la cocina para preparar un desayuno saludable. (Daarna ga ik naar de keuken om een gezond ontbijt te maken.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Lucas tiene una rutina diaria sencilla: trabaja de día, descansa por la tarde y cena con su familia.

Lucas heeft een eenvoudige dagelijkse routine: hij werkt overdag, rust 's middags uit en eet ’s avonds met zijn familie.
1. Lucas: Hola Sara, ¿cómo estás? ¿Te estás acostumbrando al trabajo? (Hallo Sara, hoe gaat het met je? Gewen je al aan het werk?)
2. Sara: Hola Lucas, poco a poco. Todavía me siento un poco perdida. (Hallo Lucas, beetje bij beetje. Ik voel me nog steeds een beetje verloren.)
3. Lucas: Es normal al empezar un trabajo nuevo, necesitas una buena rutina. (Het is normaal om je wat onzeker te voelen bij een nieuwe baan, je hebt een goede routine nodig.)
4. Sara: Sí, me cuesta organizarme. ¿Qué haces tú cada día? (Ja, ik vind het lastig om mezelf te organiseren. Wat doe jij elke dag?)
5. Lucas: Yo me levanto a las seis para tener tiempo. Me ducho, me visto y desayuno una tostada con café. (Ik sta om zes uur op om genoeg tijd te hebben. Ik douche, kleed me aan en ontbijt met een boterham en koffie.)
6. Sara: ¡Uf, qué temprano! Yo no puedo levantarme tan pronto y casi nunca desayuno. (Poeh, wat vroeg! Ik kan niet zo vroeg opstaan en ontbijt bijna nooit.)
7. Lucas: El desayuno es muy importante porque te da energía para el día, sobre todo si trabajamos de nueve a cinco. (Ontbijten is heel belangrijk omdat het je energie geeft voor de dag, vooral als we van negen tot vijf werken.)
8. Sara: Claro, ¿y después del trabajo qué haces? (Natuurlijk, en wat doe je na het werk?)
9. Lucas: Descanso, ceno con mi familia a las nueve, me pongo cómodo, veo la tele y a las once me acuesto. (Ik rust uit, eet om negen uur met mijn familie, maak het mezelf comfortabel, kijk tv en ga om elf uur naar bed.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿A qué hora se levanta Lucas para prepararse por la mañana?

(Hoe laat staat Lucas op om zich 's ochtends klaar te maken?)

2. ¿Qué desayuna Lucas según el diálogo?

(Wat ontbijt Lucas volgens de dialoog?)

3. ¿Qué hace Lucas después del trabajo?

(Wat doet Lucas na het werk?)

4. ¿Por qué Sara dice que está perdida al empezar su nuevo trabajo?

(Waarom zegt Sara dat ze zich verloren voelt bij het beginnen van haar nieuwe baan?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. ¿A qué hora te levantas normalmente y cómo te preparas para el día?
  2. Hoe laat sta je meestal op en hoe bereid je je voor op de dag?
  3. ¿Qué sueles desayunar y por qué crees que es importante el desayuno?
  4. Wat ontbijt je meestal en waarom vind je ontbijt belangrijk?
  5. Después del trabajo, ¿qué actividades haces para relajarte o desconectar?
  6. Welke activiteiten doe je na het werk om te ontspannen of even los te komen?
  7. ¿Cómo organizas tu día para mantener un buen equilibrio entre trabajo y descanso?
  8. Hoe organiseer je je dag om een goede balans tussen werk en ontspanning te bewaren?