Leer alles over de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans: hun vormen in enkel- en meervoud, het onderscheid tussen informeel en formeel taalgebruik, en het geslachtsaanduidend gebruik. Ontdek hierbij praktische voorbeelden zoals 'yo', 'tú' en 'usted' en begrijp belangrijke verschillen met het Nederlands.
- Voornaamwoorden stemmen overeen met het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het aantal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp.
- Gebruik mannelijke voornaamwoorden voor een groep van alleen mannen of gemengd.
- Gebruik tú / vosotros voor informele situaties.
- Gebruik usted / ustedes voor formele situaties.
Persona (Persoon) | Singular (Enkelvoud) | Plural (Meervoud) |
---|---|---|
Primera (Eerste) | Yo (Ik) | Nosotros (Wij) / Nosotras (Wij) |
Segunda (Tweede) | Tú (Jij) | Vosotros (Jullie) / Vosotras (Jullie) |
Tercera (Derde) | Él (Hij) / Ella (Zij) / Usted (Usted) | Ellos (Zij) / Ellas (Zij) / Ustedes (Usted) |
Uitzonderingen!
- In sommige landen in Latijns-Amerika is het gebruik van "usted" vaker en wordt het zowel in formele als in veel informele contexten gebruikt.
Oefening 1: Los pronombres personales
Instructie: Vul het juiste woord in.
Nosotras, Ella, Yo, Vosotros, Él, Tú, Ellos, Nosotros
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Hola, ¿_____ estás?
(Hallo, hoe _____ het?)2. _____ Pedro, un placer.
(_____ Pedro, aangenaam.)3. ¿_____ tal? Muy bien, gracias.
(_____ gaat het? Heel goed, dank je.)4. _____ damos la mano para saludar.
(_____ geven elkaar een hand om te groeten.)5. Ella _____ en clase ahora.
(Zij _____ nu in de klas.)6. ¡_____ luego! Nos vemos pronto.
(_____ ziens! We zien elkaar snel.)