Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
coûter kosten
cinquante euros vijftig euro
les soldes de uitverkoop
payer betalen
cher duur
moins cher goedkoper
les magasins de winkels
l'argent het geld
les clients de klanten

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Laura montre ses nouveaux achats à son mari en rentrant du shopping.

Laura laat haar nieuwe aankopen aan haar man zien als ze thuiskomt van het winkelen.
1. Cliente: Bonjour, combien coûte cette veste, s'il vous plaît ? (Hallo, hoeveel kost dit jasje, alstublieft?)
2. Vendeuse: Elle coûte vingt euros. (Het kost twintig euro.)
3. Cliente: Ah, ce n'est pas cher ! (Ah, dat is niet duur!)
4. Vendeuse: Oui, il y a une promotion. Avant, elle coûtait cinquante euros. (Ja, er is een promotie. Vroeger kostte het vijftig euro.)
5. Cliente: Je vais prendre la veste, alors. (Ik neem het jasje dan.)
6. Vendeuse: Très bien. Vous payez comment ? (Heel goed. Hoe betaalt u?)
7. Cliente: Par carte bancaire, s'il vous plaît. (Met een bankkaart, alstublieft.)
8. Vendeuse: D'accord, cela fait vingt euros. Merci ! (Oké, dat is twintig euro. Dank u!)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Combien coûte la veste pendant la promotion ?

(Hoeveel kost het jasje tijdens de promotie?)

2. Quel moyen de paiement la cliente utilise-t-elle ?

(Welke betaalmethode gebruikt de klant?)

3. Quelle est la réaction de la cliente quand elle apprend le prix de la veste ?

(Wat is de reactie van de klant wanneer ze de prijs van het jasje hoort?)

4. Quel était le prix de la veste avant la promotion ?

(Wat was de prijs van het jasje vóór de promotie?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Quelle veste la cliente veut-elle acheter et pourquoi ?
  2. Welke jas wil de klant kopen en waarom?
  3. Comment la vendeuse explique-t-elle la réduction du prix ?
  4. Hoe legt de verkoopster de prijsverlaging uit?
  5. Quelle méthode de paiement préfères-tu utiliser quand tu achètes quelque chose ? Pourquoi ?
  6. Welke betaalmethode gebruik je het liefst wanneer je iets koopt? Waarom?
  7. As-tu déjà acheté quelque chose en promotion ? Raconte ta dernière expérience.
  8. Heb je ooit iets in de uitverkoop gekocht? Vertel over je laatste ervaring.