Leer alles over Franse bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden (les adjectifs possessifs). Deze les behandelt de vormen voor verschillende personen en de aanpassing aan het geslacht en getal van het bezeten zelfstandig naamwoord. Inclusief belangrijke uitzonderingen, praktische voorbeelden en vergelijkingen met het Nederlands.
- Het adjectief wordt aangepast aan het bezette naamwoord.
Personne | Singulier | Féminin | Pluriel |
---|---|---|---|
Je | Mon | Ma (Mijn) | Mes |
Tu | Ton | Ta (Ta) | Tes |
Il / Elle / On | Son | Sa (Haar) | Ses |
Nous | Notre (Onze) | Notre (Onze) | Nos (Onze) |
Vous | Votre (Uw) | Votre (Uw) | Vos (Uw) |
Ils / Elles | Leur (Hun) | Leur (Hun) | Leurs (Hun) |
Uitzonderingen!
- Wanneer vrouwelijke zelfstandige naamwoorden beginnen met een klinker of een stomme 'h', gebruiken we het bezittelijk voornaamwoord in de mannelijke vorm. Voorbeeld: Mon écharpe.
Oefening 1: Les adjectifs possesifs
Instructie: Vul het juiste woord in.
Leur, ton, mon, sa, son, nos, mes
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. J'adore ma mère et ___ sourire chaleureux.
(Ik hou van mijn moeder en ___ warme glimlach.)2. Nous visitons ___ grand-père chaque dimanche.
(We bezoeken ___ grootvader elke zondag.)3. Il a deux frères et ___ sœur.
(Hij heeft twee broers en ___ zus.)4. Mon oncle aime ___ fils et ___ fille.
(Mijn oom houdt van ___ zoon en ___ dochter.)5. Elle aime beaucoup ___ tante gentille.
(Zij houdt veel van ___ lieve tante.)6. ___ parents peuvent réunir toute la famille.
(___ ouders kunnen de hele familie bij elkaar brengen.)