Deze les behandelt Franse woorden voor huishoudelijke apparaten, praktische zinnen over hun gebruik, en de belangrijke plaatsvervangende voornaamwoorden "y" en "en". Leer hoe je dagelijkse huishoudelijke activiteiten in het Frans beschrijft met passende woordenschat en werkwoordsvervoegingen op A1-niveau.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Rangschik de volgende woorden volgens of ze in de keuken worden gebruikt of voor schoonmaak en entertainment.
Appareils de cuisine
Appareils de nettoyage et de divertissement
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Le frigo
De koelkast
2
Passer l'aspirateur
Stofzuigen
3
Le lave-vaisselle
De vaatwasser
4
L'aspirateur
Stofzuiger
5
Étendre le linge
De was ophangen
Exercice 5: Gespreksoefening
Instruction:
- Noem elk apparaat en, indien mogelijk, waar het voor wordt gebruikt. (Noem elk apparaat en, indien mogelijk, waarvoor het wordt gebruikt.)
- Geef aan welke van die apparaten je meestal gebruikt. (Vertel welke van die apparaten je meestal gebruikt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Il y a un four dans la cuisine. Er is een oven in de keuken. |
Il y a un grand réfrigérateur dans la cuisine. Er is een grote koelkast in de keuken. |
L'aspirateur est utilisé pour nettoyer. De stofzuiger wordt gebruikt om schoon te maken. |
Vous allumez le radiateur quand il fait froid. Je zet de radiator aan wanneer het koud is. |
J'utilise le sèche-linge pour sécher mes vêtements plus rapidement. Ik gebruik de droger om mijn kleren sneller te drogen. |
Vous pouvez mettre vos vêtements dans l'armoire. Je kunt je kleren in de kledingkast leggen. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Je ___ la radio dans le salon.
(Ik ___ de radio naar de woonkamer.)2. Tu ___ le journal dans la cuisine.
(Jij ___ de krant naar de keuken.)3. Il ___ les assiettes au lave-vaisselle.
(Hij ___ de borden naar de vaatwasser.)4. Nous ___ le micro-ondes dans la cuisine.
(Wij ___ de magnetron naar de keuken.)Oefening 8: Dagelijks leven met huishoudelijke apparaten
Instructie:
Werkwoordschema's
Passer - Stofzuigen
Présent
- je passe
- tu passes
- il/elle/on passe
- nous passons
- vous passez
- ils/elles passent
Apporter - Brengen
Présent
- j'apporte
- tu apportes
- il/elle/on apporte
- nous apportons
- vous apportez
- ils/elles apportent
Fonctionner - Draaien
Présent
- je fonctionne
- tu fonctionnes
- il/elle/on fonctionne
- nous fonctionnons
- vous fonctionnez
- ils/elles fonctionnent
Ranger - Opruimen
Présent
- je range
- tu ranges
- il/elle/on range
- nous rangeons
- vous rangez
- ils/elles rangent
Étendre - Ophangen
Présent
- j'étends
- tu étends
- il/elle/on étend
- nous étendons
- vous étendez
- ils/elles étendent
Aller - Gaan
Présent
- je vais
- tu vas
- il/elle/on va
- nous allons
- vous allez
- ils/elles vont
Oefening 9: Les pronoms compléments de lieu: "y" et "en"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De plaatsvervangende voornaamwoorden: "y" en "en"
Toon vertaling Toon antwoordenen, y
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.34.2 Grammaire
Les pronoms compléments de lieu: "y" et "en"
De plaatsvervangende voornaamwoorden: "y" en "en"
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Apporter brengen Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'apporte | ik breng |
tu apportes | jij brengt |
il/elle/on apporte | hij/zij/men brengt |
nous apportons | wij brengen |
vous apportez | u brengt |
ils/elles apportent | zij brengen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Huishoudelijke apparaten en Franse plaatsvervangende voornaamwoorden
In deze les leer je over alledaagse huishoudelijke apparaten en hoe je de Franse plaatsvervangende voornaamwoorden "y" en "en" correct gebruikt. Het thema is heel praktisch: het beschrijft typische activiteiten rondom apparaten zoals l'aspirateur (de stofzuiger), la machine à laver (de wasmachine) en le micro-ondes (de magnetron).
Wat je leert
- Woordenlijst met huishoudelijke apparaten verdeeld in twee groepen: apparaten voor de keuken (le four, le frigo, le lave-vaisselle, le micro-ondes) en apparaten voor schoonmaak en ontspanning (l'aspirateur, la machine à laver, la télévision, la radio).
- Gebruik van de plaatsvervangende voornaamwoorden "y" en "en" om te verwijzen naar plaatsen en hoeveelheden zonder deze te herhalen.
- Dialoogkaarten waarmee je gesprekken oefent over het gebruik en organiseren van huishoudelijke taken met deze apparaten.
- Oefeningen met werkwoordsvervoegingen in de tegenwoordige tijd, bijvoorbeeld je passe, tu apportes, nous rangeons, om dagelijkse routines te beschrijven.
- Een korte praktische verhaaltje waarin deze apparaten en activiteiten gecombineerd worden, zodat je kunt zien hoe alles samenhangt in het dagelijks leven.
Belangrijke taaltips
Let op het verschil tussen het Nederlands en Frans bij het gebruik van plaatsvervangende voornaamwoorden. Waar je in het Nederlands vaak een voorzetsel en een aparte locatie noemt, kan het Frans met y de plaats vervangen (zoals "J'y vais" = "Ik ga erheen") en met en bijvoorbeeld een hoeveelheid of deel uit een geheel aangeven (zoals "J'en fais" = "Ik doe er [wat van]").
Enkele nuttige Franse zinnen en woorden:
- Passer l'aspirateur – de stofzuiger gebruiken
- Faire la machine – de was draaien
- Mettre le lave-vaisselle en marche – de vaatwasser aanzetten
- Où est l'aspirateur ? – Waar is de stofzuiger?